Zeventigduizend kindsoldaten in hel van Gouden Driehoek
Jim Lobe
16 oktober 2002
Zeventigduizend kindsoldaten beleven hun 'jeugd' in het Birmese leger. De militaire dictatuur in Yangoon vestigt daarmee een triest record. De jongens worden op mensonwaardige wijze gereKruteerd en behandeld. Dat staat in een nieuw rapport van Human Rights Watch (HRW), 'My Gun Was As Tall As Me: Child Soldiers in Burma' dat woensdag verscheen.
De feiten die in het lijvige HRW-rapport onthuld worden, zijn verbijsterend: zeventigduizend kinderen tussen elf en achttien jaar dienen onder dwang in het Birmese leger. Zij worden hardhandig geronseld en voortdurend gebrutaliseerd. De plannen van het militaire regime om het leger verder uit te breiden van 350.000 naar een half miljoen manschappen zullen bovendien onvermijdelijk tot nieuwe, massale rekrutering onder kinderen leiden. Directeur van de HRW-kinderrechtenafdeling Jo Becker noemt de situatie onaanvaardbaar en vraagt de onmiddellijke stopzetting van de rekrutering en de demobilisatie van de kindsoldaten.
Het rapport is gebaseerd op een groot aantal interviews met voormalige soldaten, vluchtelingen en groepen die vluchtelingen opvangen. De interviews vonden eerder dit jaar plaats in Thailand en bepaalde delen van Myanmar - zoals Birma door de junta herdoopt werd. De publicatie van het rapport komt erg ongelegen voor het militaire regime dat zichzelf State Peace and Development Council (SPDC) noemt. In een poging om het belabberde internationale imago wat op te poetsen is de SPDC een dialoog aangegaan met oppositieleidster en Nobelprijswinnares Aung San Suu Kyi. Het voorbije jaar werden als gevolg van die ontspanning ook heel wat activisten van de oppositie eindelijk vrijgelaten, na jarenlange willekeurige opsluiting. In de problematiek van de kindsoldaten blijkt daarentegen dus geen vooruitgang geboekt; de toestand verergert er enkel op.
De kinderen worden geronseld op trein- en busstations, in havens, bij controleposten, op markten en festivals voor jongens. Gewoonlijk worden de jongens tussen elf en achttien een tijd vastgehouden en wordt er gevraagd naar hun identiteitsbewijs - een document waarover Birmese kinderen zelden beschikken. Als ze geen document kunnen tonen - en soms ook als ze dat wel kunnen - krijgen ze de keuze tussen een lange celstraf of inschrijving in het leger. Zelfs als ze weigeren zich in te schrijven worden ze soms onder dwang naar de plaatselijke legerbasis of gevangenenkamp gebracht, waar ze geslagen worden tot ze instemmen. Bij de formele registratie wordt hun officiële leeftijd onveranderlijk op achttien jaar gesteld, zelfs bij elfjarigen. Er worden ook kinderen gerekruteerd die jonger zijn dan elf; zij moeten dwangarbeid verrichten tot ze sterk genoeg zijn voor het leger. Van contact met ouders of familie is voor de kindsoldaten geen sprake. Veel jongens proberen te vluchten. Als ze gesnapt worden, volgen zware straffen, soms zelfs executie. De wanhoop en angst voor represailles op de familie drijft sommigen tot zelfmoord.
Een andere vorm van rekrutering gebeurt via de Ye Nyunt of het ‘moedige loten’-programma. Legerafdelingen pakken jonge jongens op, houden hen op de basis en sturen hen naar school, waar ze een propagandistische hersenspoeling ondergaan. Er bestaan tussen vijftig en honderd Ye Nyunt-kampen, die elk vijftig tot tweehonderd jongens klaarstomen. De jongens worden er vaak geslagen, bijvoorbeeld als ze huilen. Bij een mislukte ontsnappingspoging moet de hele groep de ‘deserteur’ afrossen.
Alle nieuwe rekruten komen tijdelijk in Su Saun Yayn-doorgangskampen terecht, waar ze in groepen van tweehonderdvijftig worden opgedeeld. Twee weken later worden ze naar een trainingskamp gestuurd, voor een militaire basistraining. Bij de zware oefeningen daar worden de jonge kinderen afgebeuld, en soms gebeuren er dodelijke ongelukken. In de kampen moeten de jongens ook zware huishoudelijke arbeid verrichten, en de jongsten worden vaak verplicht ‘s nachts de officieren te masseren. Na deze basistraining worden de kinderen aan de Birmese regimenten toegewezen. Een verbetering is dat niet: volgens verslagen in het rapport worden de kindsoldaten zonder reden geslagen door hun oversten, die ook hun loon en voedsel achterhouden. De jongens worden gedwongen dorpelingen te beroven en op te pakken voor dwangarbeid. In het rapport staan schrijnende getuigenissen van kinderen die tegen hun wil kwaad moesten doen, mensen executeren, vluchtelingen vermoorden.
Niet enkel het regeringsleger rekruteert kindsoldaten in Myanmar; volgens het rapport gebruiken ook de etnische rebellenlegers zes- à zevenduizend kinderen voor hun strijd. Elke rebellengroep heeft daarbij eigen ronselmethodes. Het United Wa State Army (UWSA), de grootste rebellenstrijdmacht, die sinds 1989 een akkoord heeft met de SPDC, telt het grootste aantal kindsoldaten; enkel het Kachin-leger lijft ook meisjes in. Volgens het HRW-rapport rekruteren de rebellen echter veel minder jong. Bovendien worden er bij de opstandelingen - buiten het UWSA - steeds minder kindsoldaten gerekruteerd.