Zimbabwanen zien Chinezen niet graag meer komen
Stanley Kwenda
08 januari 2012
Zimbabwaanse ondernemers zien Chinese investeerders steeds minder graag komen. Door de economische crisis pikken ze steeds meer van hun banen in, zeggen ze.
Alec Marembo heeft fortuin gemaakt met de productie van baksteen in Dzivarasekwa, een dichtbevolkte voorstad in het noorden van Harare. Maar door de economische crisis van de laatste jaren brokkelde zijn fortuin af. Uiteindelijk legde hij de duimen voor de Chinese concurrentie.
“Ik begrijp niet hoe onze regering kan toelaten dat de Chinezen hier banen van familiebedrijven inpikken en dat als investeringen voorstellen”, zegt Marembo terwijl hij in de verte staart, waar nieuwe Chinese baksteenfabrieken liggen.
Robert Mugabe
De regering van president Robert Mugabe begon in 2004 naar het oosten te kijken toen Groot-Brittannië, de VS en andere westerse landen Zimbabwe sancties oplegden na berichten over mensenrechtenschendingen.
Het zette China en andere Aziatische landen ertoe aan in Zimbabwe te investeren, zonder dat ze daarbij het Afrikaanse land voorwaarden oplegden.
Aanvankelijk werden de Chinese investeerders met open armen ontvangen. Maar nu de economische crisis Zimbabwe hard treft, rijzen steeds meer vragen. “De Chinezen zijn net zoals andere investeerders welkom maar dan moeten ze industrieën uitbouwen die banen scheppen”, zegt Thulani Mkwebo, eigenaar van een kleine winkel in het centrum van Harare. “Als ik de keuze had, ik zou ze verjagen.”
Anti-Chinese gevoelens
Overal in het land steken anti-Chinese gevoelens de kop op. In verscheidene Chinese bedrijven braken al wilde stakingen uit. Vorige maand legden zeshonderd Zimbabwaanse arbeiders van het Chinese bouw- en mijnbedrijf Afecc het werk neer uit protest tegen de slechte werkomstandigheden. Ze protesteerden onder meer tegen mishandeling, onregelmatige uren en te lage lonen.
Afecc bouwt een militaire school net buiten Harare. Dat gebeurt met een Chinese lening die met diamanten wordt terugbetaald.
Afecc ontgint diamant in het oosten van Zimbabwe, in een partnerschap met het Zimbabwaanse leger, volgens het ministerie van Mijnbouw.
Zhing-zhongs
Volgens een recent rapport van de Zimbabwe Economic Policy Analysis and Research Unit steeg de Zimbabwaanse export naar China van 100 miljoen dollar (79 miljoen euro) in 2000 naar 167 miljoen dollar (131 miljoen euro) in 2003. Maar in 2009 was de uitvoer al teruggevallen tot 140 miljoen dollar (110 miljoen euro). De invoer uit China daarentegen klom van 30 miljoen dollar (24 miljoen euro) in 2000 naar 197 miljoen dollar in 2007 (155 miljoen euro).
Zimbabwe exporteert vooral grondstoffen naar China, op de eerste plaatsen tabak en mineralen. Zimbabwe ontvangt leningen en afgewerkte producten uit China, meestal zogeheten zhing-zhongs, Zimbabwaanse straattaal voor Aziatische producten van slechte kwaliteit.
Het weerhoudt de Chinezen er niet van in Zimbabwe kleine bedrijven op te zetten waarmee ze plaatselijke handelaars uit de markt concurreren omdat die niet op kunnen tegen de goedkope Chinese producten.
Meer technologieoverdracht
Mara Hativagone, de voormalige voorzitter van de Nationale Kamer van Koophandel van Zimbabwe en voorzitter van de Investeringsautoriteit van Zimbabwe, zegt dat de Chinezen niet in industrieën zouden mogen concurreren die voor de plaatselijke ondernemers zijn bedoeld.
“We willen meer technologieoverdracht zien uit het buitenland. Ze moeten hier niet allerlei rare dingen komen doen en misbruik maken van de bestaande relatie tussen beide landen. Zimbabwanen kunnen op geen enkele manier concurreren met de Chinezen omdat ze goedkope arbeid en massaproductie gebruiken terwijl onze industrieën de helft van de tijd geen water en elektriciteit hebben om te produceren.”
Ze beschuldigt de Chinezen er ook van een loopje te nemen met de regels. “Soms geeft de Investeringsautoriteit hen productielicenties maar dan openen ze restaurants met ronkende Chinese namen als Wing Wah International Hotel en Shangri-la.”
Goedkope goederen
Chris Mutsvangwa, de Zimbabwaanse ambassadeur in China van 2002 tot 2007, vindt de kritiek niet terecht. Hij adviseert nu Chinese bedrijven die zich in Zimbabwe willen vestigen. “De Chinezen zijn naar hier gekomen op terreinen waar we een tekort hebben. We moeten hen niet voortdurend op de korrel nemen maar kijken naar wat ze voor ons gedaan hebben.”
Ook bij de bevolking is er nog steun voor de Chinezen. “De Chinezen zijn welkom, we hebben hen graag, ze brengen ons goedkope goederen. Wie zegt dat hij hen niet wil, moet eerst maar eens banen creëren voor ons”, zegt Zvikomborero Moyo, die in een kledingzaak werkt in Harare. “Dankzij de Chinese hulp kunnen we een zaak beginnen, we kunnen zeer goedkoop bij hen aankopen en dat weer verkopen in de voorsteden. Op die manier kunnen we ons brood verdienen.”