Zuid-Amerikaanse megagasleiding wordt superduur
Humberto Márquez
22 februari 2006
De superpijpleiding die Venezolaans gas naar Brazilië en Argentinië moet brengen, wordt onbetaalbaar en kan Zuid-Amerika splijten in plaats van te verenigen. Dat zeggen critici van het megaproject dat wordt gedragen door de presidenten van de drie landen.
De pijpleiding die bijna alle landen van Zuid-Amerika zou verbinden, is nog een verre droom, maar de tegenstanders trekken nu al alle registers open. Toen de Argentijnse president Néstor Kirchner, zijn Braziliaanse collega Luiz Inácio Lula da Silva en Hugo Chávez van Venezuela het project vorig jaar lanceerden, spraken ze van een totale kost van 6 miljard euro. Maar de schattingen lopen nu al op tot 21 miljard euro.
Het traject van de pijpleiding ligt nog niet vast. Het gas moet van velden voor de kust van Venezuela door het Amazonegebied naar de Rio de La Plata in Argentinië stromen. Grote Braziliaanse centra moeten ook bevoorraad worden, en eventueel komen er aftakkingen naar Bolivia - een andere grote aardgasproducent - en Peru, Paraguay, Uruguay en Chili. De totale lengte van de leiding varieert van 7.000 kilometer volgens sommige schattingen tot 9.300 kilometer in een Braziliaanse studie.
Technici uit de drie landen werken nu aan concretere plannen, zodat die kunnen goedgekeurd worden als de drie presidenten op 11 maart weer samen komen. Intussen heeft ook het Russische Gazprom interesse laten blijken om mee te werken aan het project.
Wanneer de pijpleiding klaar kan zijn, durft nog niemand te zeggen. Of Venezuela genoeg aardgas in het gigantische netwerk zal kunnen pompen, is ook niet zeker. Maar dat er hommeles van komt, staat nu al vast.
Brazilië zal door de Venezolaanse gasleveringen 9 miljard euro kunnen besparen, schatte de directeur Gas en Energie van het Braziliaanse staatsoliebedrijf Petrobras, Ildo Sauer, vorige week. Volgens het Braziliaanse Globonews zou Petrobras maar ongeveer één dollar per BTU (Britse Thermische Eenheid - een hoeveelheid gas om 0,3 kilowattuur aan energie te produceren) gaan betalen voor het Venezolaanse gas. Bolivia, nu de grootste aardgasleverancier van Brazilië, reageerde ontstemd op dat nieuws. Brazilië betaalt Bolivia nu 3,23 dollar per BTU.
De Boliviaanse regering moet in maart met Brazilië onderhandelen over nieuwe aardgasprijzen. Volgens Oscar Ortis, een volksvertegenwoordiger van de oppositie, gaat het om oneerlijke concurrentie. Hij eiste meteen dat de nieuwe regering van president Evo Morales afstand zou nemen van Venezuela. Morales zelf, ideologisch op één lijn met Chávez, verklaarde dat het ondenkbaar is dat Venezolaans gas goedkoper aan Brazilië kan geleverd worden dan Boliviaans gas, toch niet als er dergelijke investeringen voor nodig zijn.
De Venezolaanse minister van Energie, Rafael Ramírez, haastte zich om de cijfers van Globonews te ontkennen. Volgens hem bedraagt de productiekost van aardgas dat voor de kust wordt bovengehaald alleen al 1,6 dollar per BTU. Ramírez zei dat de prijs van het Venezolaanse aardgas maar zal vastgelegd worden als het traject van de pijpleiding bekend is. Maar lager dan vijf dollar zal de prijs niet liggen.
In Venezuela organiseren intussen milieuorganisaties het verzet tegen de plannen. Het voornemen om de stroomgebieden van de Orinoco en de Amazone te doorkruisen, zou het alarm moeten doen rinkelen bij alle mensen die zich zorgen maken over die long van de planeet, zeggen medewerkers van Red Alerta Petrolera-Orinoco Oilwatch.
Volgens dat netwerk van milieugroepen biedt een pijpleiding die Peru van de Camisea-gasvelden in het Amazonegebied aanlegde naar de Stille Oceaan een voorbeeld van de problemen die het nieuwe project zal veroorzaken. De Camisea-pijpleiding is nog maar enkele jaren in gebruik, maar er lekten al keer vier grote hoeveelheden vloeibaar aardgas weg waarvan het milieu en de omwonenden schade ondervonden.
Voor de megapijpleiding zullen nog meer bomen moeten worden omgehakt, en ook het gevaar dat het door natuurrampen of aanslagen tot lekken komt, is door de lengte nog groter, argumenteert het netwerk. Bovendien werkt aardgas net als aardolie de opwarming van de aarde in de hand. Red Alerta Petrolera-Orinoco Oilwatch eist dat het project wordt opgeschort tot de bevolking in alle betrokken landen zich erover heeft kunnen informeren en uitspreken. Daarbij moeten ook alternatieven worden overwogen, zoals het transport van vloeibaar aardgas met tankers.
Ook de experts zijn het niet eens over de beste methode om aardgas te transporteren. Volgens Luis Giusti, de voormalige voorzitter van het Venezolaanse staatsoliebedrijf Pdvsa, wordt het vanaf 3.000 kilometer interessanter tankers in te zetten. Als de pijpleiding echt 21 miljard euro gaat kosten, moet het Venezolaanse aardgas volgens hem tegen 20 dollar per BTU verkocht kunnen worden. Dat zal niemand willen betalen, denkt Giusti. (PD/MM)