Zuid-Azië wordt rijker, bevolking zieker
Anja Tranovich
29 juli 2005
India, Pakistan, Bangladesh en de kleinere landen van Zuid-Azië behoren tot de ongezondste landen ter wereld. De forse economische groei in de regio brengt daar geen verandering in. Dat blijkt uit een nieuw VN-rapport dat de gezondheid van de inwoners van Zuid-Azië meet.
Zuid-Azië heeft er economisch nooit beter voor gestaan. Het bruto binnenlands product van de regio groeide vorig jaar met 7,2 procent. Maar levenskwaliteit van de meerderheid van de 1,5 miljard mensen in India en zijn buurlanden blijft kwakkelen.
Doorgaans wordt daarvoor de levensverwachting als maatstaf genomen. De VN ontwikkelden een “gezondheidsindex”, waarin rekening gehouden wordt met 13 criteria. Volgens die index behoren de meeste landen van Zuid-Azië tot de 50 landen met de ongezondste bevolking ter wereld.
“De statistieken shockeren”, zegt Rima Salah, adjunct-directeur van het VN-Kinderfonds Unicef dat het rapport uitgaf. “Zuid-Azië is goed voor één op de drie sterfgevallen van kinderen wereldwijd.”
Volgens het rapport is de algemene gezondheidssituatie in landen als India en Bangladesh niet samen met de economie verbeterd. De armoede is statistisch gezien afgenomen, maar er is meer ongelijkheid. Steden zijn rijker en het platteland is armer.
Naast Afrika verdienen ook de gezondheidsproblemen in Zuid-Azië bijzondere aandacht van de internationale gemeenschap, argumenteren de auteurs van het rapport. Tweederde van alle ondervoede kinderen leeft in Zuid-Azië, en India telt meer dan 5 miljoen seropositieven.
Eén van de problemen van Zuid-Azië is dat de openbare gezondheidssector te weinig geld krijgt en het laat afweten. Ontwikkelingslanden geven gemiddeld 2,7 procent van hun bbp uit aan gezondheidszorg, maar Zuid-Azië haalt amper één procent. Veel mensen zoeken hun toevlucht tot dure privé-instellingen of kwakzalvers. In India en Pakistan hebben private aanbieders 80 procent van de ambulante gezondheidszorg in handen.
Maar de toestand is niet hopeloos. Eenvoudige maatregelen kunnen al veel veranderen. India, waar bijna de helft van alle peuters jonger dan drie niet genoeg weegt, heeft een programma voor gratis schoolmaaltijden uitgebreid dat in 2002 in verschillende deelstaten was gelanceerd. De regering heeft het budget ervoor verdubbeld en het programma in alle staten verplicht gemaakt. Het zijn twee vliegen in één klap: de kinderen eten beter én arme mensen sturen hun kroost langer naar school. Mensen die langer leren, blijken ook gezonder te leven. (PD)