"Zuid-Zuidsamenwerking kan wereldbeeld veranderen" (interview)

Nieuws

"Zuid-Zuidsamenwerking kan wereldbeeld veranderen" (interview)

Paranjoy Guha Thakurta

03 augustus 2007

De Braziliaanse minister van Buitenlandse Zaken, Celso Amorim, die ook zijn land vertegenwoordigt in de multilaterale handelsbesprekingen, gelooft dat samenwerking tussen ontwikkelingslanden kan leiden tot een nieuw wereldbeeld.

Zuid-Zuidsamenwerking kan ervoor zorgen dat rijke landen luisteren naar de rest van de wereld en gaandeweg gevoeliger worden voor de aspiraties van opkomende ontwikkelingslanden en de minst ontwikkelde landen, zegt Amorim. Paranjoy Guha Thakurta sprak met Amorim over Zuid-Zuidsamenwerking, een droom van de Braziliaanse president Luiz Inácio Lula da Silva, en het Indiaas-Braziliaanse-Zuid-Afrikaanse initiatief (IBSA).
President Lula heeft eerder gesproken over de noodzaak om het commerciële landschap van de wereld te veranderen. Denkt u dat IBSA in staat is dat ambitieuze doel te verwezenlijken?
“Ik wil nog een stap verder gaan en zeggen dat samenwerking tussen ontwikkelingslanden de potentie heeft om niet alleen het commerciële landschap te veranderen, maar de hele geografie van de planeet. In deze context kan IBSA een belangrijke rol spelen, omdat het initiatief drie grote democratieën op drie continenten representeert.
De drie landen zijn het met elkaar eens over veel verschillende onderwerpen, zoals de klimaatverandering, het belang van mensenrechten, ontwapening, de noodzaak de Verenigde Naties te hervormen in het algemeen en de VN-Veiligheidsraad in het bijzonder en de noodzaak voor rijke landen, in het bijzonder de Verenigde Staten, om de landbouwsubsidies te verlagen om zo de Doha-onderhandelingen binnen de Wereldhandelsorganisatie weer op gang te brengen.”
Kan IBSA een stem zijn voor de alle ontwikkelingslanden als China daar niet bij hoort?
“Het is geen vaste groep. De drie landen hebben banden met China op verschillend niveau. China, Brazilië, India en Mexico zitten in de ‘outreachgroep’ die met de G8 praat, de groep van de acht belangrijkste industrielanden. De term BRIC is de laatste tijd in zwang geraakt: een acroniem voor Brazilië, Rusland, India en China, vier van de snelstgroeiende landen ter wereld, met een omvangrijke bevolking. Afgevaardigden van de BRIC-landen hadden vorig jaar een informele ontmoeting tijdens de Algemene Vergadering van de VN, een bijeenkomst die werd georganiseerd met hulp van Rusland.”
Wat heeft IBSA tot nu toe bereikt?
“Het gezamenlijke communiqué dat werd uitgegeven na de bijeenkomst van ministers van Buitenlandse Zaken op 17 juli in New Delhi, telt ongeveer honderd punten die verwijzen naar trilaterale kwesties. Een belangrijke dimensie van de onderlinge relaties is de ontwikkeling van meer gezamenlijke projecten op het gebied van gezondheidszorg, transport, landbouw, wetenschap en technologie. Die projecten worden ontwikkeld in samenspraak met de parlementen en het maatschappelijk middenveld in die drie landen. Maar daar houdt het niet op. We willen ook landen helpen die minder ontwikkeld zijn dan wij. Er lopen projecten in Haïti, Guinee-Bissau, Zambia, Burundi en Oost-Timor. Er is een fonds opgezet met vier miljard dollar en dat bedrag zal naar verwachting jaarlijks groeien met een miljard dollar.
De drie IBSA-landen werken ook nauw met elkaar samen op internationale fora zoals de Wereldhandelsorganisatie (WHO) en de VN. We zijn lid van de G20 in de WHO. In de toekomst zouden we gezamenlijk kunnen tussenkomen in kwesties die spelen in regio’s waar we invloed hebben, in Afrika, in het Midden-Oosten, zelfs in de Palestijnse kwestie. Het is moeilijk te voorspellen hoe alles zich zal ontwikkelen. De wereld ziet er nu heel anders uit dan vijftig jaar geleden.
We waren het er na de G8-bijeenkomst in juni in Heiligendamm over eens dat de rijke landen ons serieus moeten nemen. Het is zinloos ons uit te nodigen voor het toetje, als de hoofdmaaltijd al geweest is. Zoals de Indiase premier Manmohan Singh zei: het heeft geen zin ons te vragen om een document te bespreken als het al opgesteld is en ons niet te betrekken bij de voorbereiding ervan. Ik twijfel niet aan de goede bedoelingen van de G8 om ons uit te nodigen. Ik vermoed alleen dat sommige van deze landen nog niet in de gelegenheid zijn geweest hun slechte gewoonten af te leren.”
De IBSA-landen beconcurreren elkaar ook op de internationale markt. Hoe zorg je ervoor dat concurrenten gaan samenwerken?
“De gebieden waarop we samenwerken vullen elkaar aan en het zijn er veel meer dan de gebieden waarop we concurreren. Er is een enorm groot potentieel voor samenwerking, zoals op het gebied van software, farmacie en luchtvaart. Zelfs op het gebied van textiel, kleding en landbouwproducten, gebieden waarop we elkaar beconcurreren, zie ik ruimte voor samenwerking.
Neem biobrandstoffen. India en Zuid-Afrika kunnen profiteren van de Braziliaanse ervaring, niet alleen met ethanol maar ook met biodiesel. Ik denk dat het stimuleren van gebruik van biobrandstoffen voor extra werkgelegenheid op het platteland kan zorgen. Ik ben het niet eens met Fidel Castro, die zegt dat er een belangenconflict bestaat tussen boeren die marktgewassen verbouwen en degenen voedsel verbouwen om met name in hun eigen levensonderhoud te voorzien. Dat is een valse tegenstelling. Boeren kunnen kiezen of ze bonen, rijst of suikerriet willen verbouwen. Het belangrijkste probleem is niet het gebrek aan voedsel, maar een gebrek aan inkomen en geschikt land. Zonder geld valt er weinig te eten.”

Sommige mensen beweren dat India, Brazilië en Zuid-Afrika er niet bij de VS op aan moeten dringen om de landbouwsubsidies te verlagen, omdat ze alledrie voedsel importeren en de consumenten van gesubsidieerd voedsel kunnen profiteren.
“Landbouwsubsidies in de VS doen meer kwaad dan goed. Van de subsidies die naar katoen- en suikerboeren in rijke landen gaan, profiteren slechts weinigen terwijl het bestaan van velen erdoor wordt bedreigd. De IBSA-landen en andere ontwikkelingslanden zijn het erover eens dat rijke landen hun handelsverstorende exportsubsidies op landbouwproducten helemaal moeten afschaffen, en dat de andere landbouwsubsidies substantieel verlaagd moeten worden.”
De WTO-handelsbesprekingen zitten momenteel muurvast op het punt van de landbouwsubsidies. Is het nog mogelijk om de Doha-ronde nieuw leven in te blazen?
“Dat denk ik wel, ik hoop dat we de Doha-ronde met succes kunnen afsluiten. Tijdens de WTO-bijeenkomst in Cancún in 2003 accepteerden de VS en de ontwikkelde landen in Europa veranderingen op het gebied van handel in medicijnen. Dat was een goed voorteken. De WTO is uiteindelijk de enige multilaterale handelsorganisatie die oordeelt over handelsgeschillen tussen landen en gelooft in een gereguleerd internationaal handelssysteem.”
India en de VS komen steeds dichter bij elkaar op het gebied van nucleaire samenwerking. Welke samenwerking is op dat gebied mogelijk tussen India en Brazilië?
“Er moeten op dit gebied hele duidelijke waarborgen voor veiligheid zijn. Als veiligheid gewaarborgd is, dan zullen er geen problemen ontstaan. We zouden kunnen beginnen met de relatief ‘softe’ gebieden, zoals farmacie en het gebruik van isotopen voor voedselhoudbaarheid. Het gezamenlijke communiqué stelt dat Brazilië en Zuid-Afrika, als leden van de Nuclear Suppliers Group, overeenstemming hebben bereikt over onderzoek naar manieren van nucleaire samenwerking met India voor burgerdoelen.”