Zwakke dollar bedreigt Aziatische export

Nieuws

Zwakke dollar bedreigt Aziatische export

Marwaan Macan-Markar

11 januari 2008

Sommige Aziatische exporteurs krijgen het moeilijk door de zwakke dollar en de groeivertraging in de VS. Thailand en de Filippijnen voelen de gevolgen nu al en ook andere Aziatische landen zullen moeten inleveren. Als de wereldeconomie echt begint te slabakken, kunnen zo’n negenhonderd miljoen arme Aziaten kunnen in de problemen komen.

Op het eerste gezicht ziet 2008 er niet slecht uit voor Azië en de eilanden in de Stille Oceaan. De economieën van de ontwikkelingslanden in de regio zullen gemiddeld met 7,8 procent groeien, voorspelt de Economische en Sociale Commissie voor Azië en de regio van de Stille Oceaan (Escap), een VN-instelling. Dat is wel minder dan de “indrukwekkende” 8,2 procent die de regio vorig jaar deed optekenen.

China en India, die vorig jaar met respectievelijk 11,5 en 9 procent groeiden, blijven de sterkhouders van Azië. Centraal-Aziatische republieken als Turkmenistan, Oezbekistan en Kazachstan scoorden met groeicijfers tussen negen en tien procent ook opvallend hoog, net als Vietnam, dat zijn economie met 8,3 procent zag toenemen.

Feest voorbij

Maar in sommige landen lijkt het feest voorbij. Thailand zag zijn exportgroei vorig jaar in augustus met 17,3 procent terugvallen in vergelijking met augustus 2006. In de Filipijnen was er in september een duidelijke achteruitgang in vergelijking met het jaar daarvoor.

In Thailand doen vooral kleding, meubels en rubber het slecht, zeggen economen van de Escap. In de Filippijnen krijgen ook de producenten van tropisch fruit het moeilijker.

Andere Aziatische landen zien de bui ook al hangen. Ongeveer 15 procent van de Aziatische export gaat naar de VS. De Amerikaanse economie hangt momenteel in de touwen, wat niet goed is voor de afzet. Voor heel 2008 verwacht de Escap in de VS een groei van maar 2 procent, bijna een procentpunt minder dan het voorbije jaar. De zwakke dollar en de opwaardering van verscheidene Aziatische munten maakt het Aziatische exporteurs nog moeilijker.

Het enige Aziatische land dat zich geen zorgen moet maken is India, zegt Ravi Ratnayake, de hoofdeconoom van de Escap. India zal volgens hem verder veel investeringen aantrekken in de nijverheid en in de dienstensector en ziet zijn groei versterkt door een toenemende binnenlandse vraag.

Sociale bescherming

In de rest van de regio moeten vooral landen die landbouwproducten en arbeidsintensieve en laagtechnologische nijverheidsgoederen uitvoeren hun hart vasthouden, waarschuwt Ratnayake. Hij vindt dat de Aziatische regeringen moeten investeren in programma’s voor arme en gemarginaliseerde bevolkingsgroepen, want die zullen “de zwaarste klappen” krijgen als het economisch klimaat verder verslechtert.

Volgens de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) vindt zowat 60 procent van de actieve bevolking in Azië werk in de informele sector, minibedrijfjes die op geen enkele manier bescherming bieden tegen ziekte, ongevallen of werkloosheid. genieten. “In de reguliere bedrijven is de sociale bescherming verbeterd sinds de Aziatische crisis van 1997”, zegt Steven Kapsos, een arbeidseconoom van de IAO. “Maar in de informele sector is er niets veranderd.”

De IAO schat dat zowat 900 miljoen Aziaten zonder geregeld werk minder dan 2 dollar (1,4 euro) per dag verdienen. Zij zijn extreem kwetsbaar voor een sputterende wereldeconomie.

Aziatische exporteurs moeten hun afhankelijkheid van de VS verminderen en meer inzetten op de groeiende regionale markten, vindt Shamika Sirimanne, een andere econoom van de Escap. “Ze moeten ingaan op de noden van de opkomende middenklassein in landen als China en India.”