Zwart Goud verstoort evenwicht in Nigerdelta
Leen Nicolas
14 juli 2009
De Movement for the Emancipation of the Niger Delta (MEND) heeft zondag een aanslag opgeeist op een olie-voorziening in de provincie Lagos. Vanuit officiële hoek werd dit echter niet bevestigd. MEND toont hiermee dat ze de olieindustrie in het hele gebied in de Niger delta kan treffen.
Het water- en moerasgebied in de Niger delta behoort tot de belangrijkste tien ecosystemen ter wereld. In de regio bevinden zich enorme olievoorraden die ontgonnen worden door de Nigeriaanse overheid en multinationale oliebedrijven. Dit leverde sinds de jaren zestig naar schatting 600 miljard dollar op.Er wonen zo’n 31miljoen mensen in het gebied. De meerderheid van de bevolking in de Niger delta leeft in armoede en heeft geen toegang tot zuiver water of gezondheidszorg.
MEND
De Movement for the Emancipation of the Niger Delta (MEND) wordt beschouwd als een van de belangrijkste rebellengroepen in Nigeria. De beweging eist een betere verdeling van de olierijkdommen in de Niger delta. Ze willen dat de inkomsten uit olie worden geïnvesteerd in de regio.
Recente aanslagen
21 juni 2009. Mend eist aanslagen op twee pijpleidingen en één offshore olieplatform van Shell op. Shell heeft drie aanslagen bevestigd.
19 juni 2009. Italiaanse maatschappij Agip meldt dat aanslagen in de zuidelijke deelstaat Bayelsa de olie en gastoevoer hebben stopgezet.
18 juni 2009. Mend eist aanslag op tegen de pijpleiding van Shell die olie naar de exportterminal Forcados voert, 258 km ten zuidoosten van de hoofdstad Lagos.
Begin juni 2009. Chevron stopt operaties na sabotage aan pijpleidingen van de olieterminal Escravos in het noordwesten van de Niger delta.
Amnestie
De gevechten in Nigeria gaan onverminderd door, ondanks president Umaru’s vergeefse poging militante groepen van het geweld weg te houden. In ruil voor het inleveren van hun wapens zou de rebellen amnestie verleend worden. Ook een verplichte deelname aan een herintegratie programma van de overheid behoort tot het voorstel. Het aanbod van de Nigeriaanse president blijft nog geldig tot 4 oktober.
Armoede, ongecontroleerde acties van veiligheidsdiensten en gewapende groeperingen maken van de Niger delta één van de meest onveilige gebieden voor olieproductie. Sinds 2005 is het aantal gewapende groepen en bendes toegenomen. Dit uit zich in talloze ontvoeringen van olie-arbeiders en hun familie en aanslagen op olie-installaties. Dikwijls gevoed door lokale frustratie werpen meer en meer rebellen zich in de strijd tegen de Nigeriaanse veiligheidsdiensten. Deze laatsten antwoorden met buitensporige repressie zonder rekening te houden met de impact hiervan op de bevolking uit de Niger delta.
Sabotage of slijtage?
Een groep onafhankelijke milieu- en olie-experts schatte de hoeveelheid gelekte olie op zo’n 9 tot 13 miljoen ton olie de afgelopen 50 jaar. De oliebedrijven stellen dat de meerderheid van olie-lekken te wijten zijn aan sabotage en niet aan de gebrekkige infrastrucuur van de leidingen of aan operationele problemen. Gemeenschappen in de delta en verschillende ngo’s zijn het oneens over het aantal lekken die ontstonden door vandalisme. Ze beschuldigen de bedrijven ervan gecontroleerde lekken aan te geven om zo aansprakelijkheid te ontlopen voor compensatie.
De sabotage gaat van vandalisme door lokale bevolking tot oliediefstal, al dan niet georganiseerd, en aanslagen. Voor sommige mensen in de delta is het vergaren van een ‘clean-up contract’ de enige manier om enig voordeel uit de olieoperaties te halen. Zeker is dat de regering en de bedrijven de laatse 50 jaar geen effectieve maatregelen hebben genomen qua preventie noch qua in kaart brengen van de gevolgen van de problematiek. In de Niger delta is zestig procent van de bevolking afhankelijk van de natuurlijke omgeving voor levensonderhoud.
Milieu impact
Olie lekken en massale gasverbranding zijn de meest bekende vormen van olie gerelateerde vervuiling in de Niger delta. Olielekken op land vernietigen de oogsten en beschadigen de kwaliteit van landbouwgrond met verminderde productiviteit tot gevolg. Olie in water doet de vis uitsterven en vervuilt het drinkwater van de bevolking.
‘De vervuiling en de milieu impact van de olie industrie in de Niger delta zorgen voor een regelrechte tragedie wat betreft mensenrechten. De lokale bevolking in de delta leeft in een erbarmelijke gezondheidssituatie. Er is een totaal gebrek aan mogelijkheden om te voorzien in deftig levensonderhoud’, stelt Amnesty International. De mensenrechtenorganisatie publiceerde onlangs een rapport over de milieu-impact van de olie-industrie in de regio.
Bedrijven profiteren van de zwakke regelgeving
Zowel het Petroleum Verdrag als het Olie Pijpleidingen Verdrag verplichten het nemen van voorzorgsmaatregelen om land en watervervuiling te verhinderen. De regels worden echter consequent met de voeten getreden en de wetgevende macht lijkt hier niet tegen op te treden.
De straffen op vervuiling en milieuschade zijn financieel en relatief laag. Een boete voor het niet rapporteren van olielekken bedraagt bijvoorbeeld 3500 dollar. Als een vervuilde site niet gesaneerd werd, betaalt het bedrij f 7000 dollar. Verschillende bewegingen uit het middenveld vermoeden dat de lage boetes te wijten zijn aan het feit dat de regering de grootste partner is in de joint-ventures. Volgens de Nigeriaanse wetgeving kunnen lokale gemeenschappen geen rechten doen gelden op de olie- en gasreserves in hun gebied.
De olie industrie in de Niger delta begon met productie voor verkoop in 1958. Twee jaar na de ontdekking van ruwe olie door Shell Britisch Petroleum in Oloibiri. Vandaag controleert de olieindustrie een groot deel van het land. SPDC alleen al bezit zo’n 31.000 km² dat doorkruist wordt door duizenden kilometers pijpleidingen. Een groot deel van de olie infrastructuur is gevestigd dicht bij huizen, boerderijen en waterbronnen.De olie- en gassector vertegenwoordigen 97 procent van Nigeria’s inkomsten in buitenlandse valuta.
In de regio rond de Niger delta zijn voornamelijk de multinationale bedrijven Shell, Eni, Chevron, Total, Exxon Mobil actief. Maar ook enkele Nigeriaanse bedrijven. Olie –ontginning wordt door zogenaamde joint ventures gedaan. Het staatsbedrijf NNPC wordt hierin nauw betrokken. NNPC is de grootste aandeelhouder in alle joint-ventures. Één van de niet-staats bedrijven is doorgaans verantwoordelijk voor de activiteit op het terrein. SPDC, een dochteronderneming van Royal Dutch Shell is de grootste ondernemer in het land.