Afkicken is de enige optie

Steven Vromman

08 maart 2010
Opinie

Afkicken is de enige optie

Afkicken is de enige optie
Afkicken is de enige optie

Hoe gaat een samenleving die verslaafd is aan energie om met de mogelijke dreiging van een tekort? De beste optie is: afkicken. En liefst nu. Heute nog.

We zouden iets kunnen doen aan de kern van het probleem: het overmatig en steeds stijgend gebruik van energie temperen. We zouden kunnen proberen om over te schakelen op minder schadelijke dope: hernieuwbare energie. Maar het lijkt erop dat we bereid zijn grote risico’s te lopen door volop in te zetten op de bestaande fossiele en nucleaire bronnen. Tot we in volle vaart tegen de eindigheid van deze bronnen aanknallen.  Afkicken zal dan een pijnlijke zaak worden.
Het was een barslechte week als we het Belgische energiebeleid bekijken. Minister van (nucleaire) energie Paul Magnette wijst drie  aanvragen voor nieuwe windmolenparken in de Noordzee van de hand. Er zouden mogelijks problemen met het scheepvaartverkeer kunnen zijn. En ik die dacht dat schepen liefst uit de buurt blijven van zandbanken, met of zonder windturbines. Ik kan me trouwens moeilijk voorstellen dat de indienende consortia rond Electrawinds, Electrabel en Eneco niet grondig hebben nagedacht over de inplanting van hun windmolenparken. Terecht of onterecht, de projecten zijn afgeblazen en enige uitweg is nu het opstarten van een hele reeks procedures. Met als gevolg een vertraging van vele jaren. En we zijn al ongeveer de slechtste leerling van de Europese hernieuwbare-energie-klas.
Geen vertraging echter voor de investeringen in  de nucleaire sector. In Mol is het startschot gegeven voor de bouw van een nieuwe onderzoeksreactor. Daar is een investering mee gemoeid van bijna een miljard euro, waarvan 40% door de Belgische staat wordt opgehoest. Het is vreemd dat deze investeringen worden gedaan op het moment dat meer en meer studies aantonen dat nucleaire energie een oude technologie is zonder toekomst. De economen van City-bank groep, die we bezwaarlijk geitenwollen sokken kunnen noemen, zijn in een recente studie heel duidelijk. De kosten en de risico’s verbonden aan het verder ontwikkelen van de nucleaire sector zijn vanuit economisch standpunt niet te verantwoorden. De enige manier om kernenergie rendabel te maken is door de kosten en risico’s af te wentelen op de belastingbetaler.
Naast de risico’s rond planning, bouw, beheer en sluiting van centrales is er de grote onzekerheid over de beschikbaarheid en de prijs van uranium. Er zitten ongeveer 250 nieuwe kerncentrales in de fase van planning of bouw. Die komen dan bovenop de reeds 440 bestaande centrales, die ter informatie samen goed zijn voor net geen 6% van de totale wereldwijde energiebehoefte. De vraag naar uranium stijgt samen met het aantal centrales terwijl de beschikbaarheid van uranium aan het dalen is.  De verwachting is dat tegen 2020 er sprake zal zijn van schaarste aan nucleaire brandstof en de prijzen van uranium flink zullen stijgen. Tot zover de illusie van goedkope en oneindige nucleaire elektriciteit.
De op handen zijnde schaarste van olie, gas en uranium kan misschien opgevangen worden door het aandeel van steenkool te verhogen, een tendens die overigens al is ingezet. Maar dat is dan weer rampzalig in de strijd tegen de opwarming van de aarde.  Als de voorziene stijging van de energiebehoefte met 60% de volgende 25 jaar realiteit wordt zitten we hoedanook zwaar in de problemen.
Voor wie denkt dat de oplossing in hernieuwbare energie zit heb ik nog een lastige boodschap. In het jaarboek van Worldwatch Institute hebben ze berekend of het mogelijk is om de verwachte energievraag voor de volgende 25 jaar met hernieuwbare bronnen in te vullen. Welnu, het kan! Als we tenminste vanaf nu elke seconde 200 vierkante meter PV panelen aanleggen, elke seconde 100 vierkante meter thermische zonnepanelen aanleggen én elke 150 seconden 1 nieuwe windturbine van 3 megawatt kunnen optrekken. Dit 25 jaar lang, non-stop.  Dit realiseren zou niet enkel een gigantische kost betekenen, maar tegelijk zoveel energie en grondstoffen vragen dat de ecologische voetafdruk van de mensheid merkbaar zou verhogen.
De enige uitweg is onze verslaving onder ogen zien en een afkickprogramma starten. Op economisch vlak wil dit zeggen een relokalisatie van productie (dichter bij de plaats van consumptie) en een herdenken van de groeidwang. Op politiek vlak gaat het om in de eerste plaats om werk maken van een kader voor energiebesparing met onder andere een fiscaliteit gericht op het goedkoper maken van arbeid en duurder maken van energie en grondstoffen.
Op persoonlijk vlak omvat het afkickprogramma de keuze voor goed geïsoleerde huizen, waar mogelijk lokale en hernieuwbare energieopwekking, volledig herzien van de mobiliteit en dus minder autorijden en minder vliegen, kiezen voor meer lokale en vleesarme voeding en minder onduurzame ingevoerde spullen aankopen. Politici kiezen met een langetermijnvisie zou ook kunnen helpen, natuurlijk.