Afrika heeft ons niet nodig

Olivia Umurerwa Rutazibwa

10 mei 2010
Opinie

Afrika heeft ons niet nodig

Afrika heeft ons niet nodig
Afrika heeft ons niet nodig

Er gaat geen dag voorbij zonder Congo-verhaal. En telkens stel ik me de vraag of wij in het Westen wel ‘goede’ verhalen kunnen vertellen over Afrika. Verhalen die de clichés overstijgen en een toegevoegde waarde zijn voor onszelf en het continent.

Enkele weken geleden ging het seizoen van de verhoogde interesse voor Congo officieel van start met de Jef Geeraerts reportages. Na dat vroege dieptepunt, zijn er hoopvolle signalen te ontwaren in het aanbod. Vandaag krijgen we een gevarieerd aanbod aan formats, invalshoeken en een resem kritische reacties. De meest sprekende belichaming van deze potentieel veelzijdige onderneming is allicht onze Congorivier-media-expeditie-boot en alle spin-off producten die daaraan verbonden zijn: flora, fauna en andere wetenschappelijke kennis, een dagelijks stukje Vranckx voor het nieuws, de Vranckx-docu Bonjour Congo, en de Ine Roox’ artikels, blog en briefwisseling met Marc Reynebeau voor De Standaard.
En toch. Het aanbod is uitgebreid, maar meer betekent niet automatisch beter. Ook deze nieuwe lichting Afrika-verhalen bevestigt vaak mijn scepsis. De traditionele ingrediënten zijn afzonderlijk of in groep altijd wel terug te vinden in teksten, debatten, interviews of films: een scheutje paternalisme en (onbewust) racisme; één of andere (goedbedoelde) beschavingsmissie; het meegeven van massa’s irrelevante details in een debat– meestal cijfers of data –  die vooral dienen om de eigen (beperkte) kennis over het continent te etaleren; navelstaarderij over de zalvende en noodzakelijke eigen rol (niet te verwarren met productieve zelfkritiek of releflectie, die al te vaak schromelijk afwezig is); weemoedige, lichtelijk beschaamde of defensieve post-koloniale nostalgie, gelegitimeerd door de persoonlijke invalshoek.
En dan zijn er de onderwerpclichés uiteraard: armoede, inefficiëntie, chaos, hongersnood, ziekte en (ethnisch) conflict. Eventueel te vervangen door de positieve tegenhangers van al die clichématige ellende:  het beeld van de creatieve, goedlachse, veerkrachtige, verrassend optimistische, dansende Afrikanen, zo dicht bij de natuur. Want zij, - vooral hun vrouwen-, zijn de toekomst van het continent.  Warm aanbevolen voor iedereen die deze traditie van Afrika-verhalen in ere wil houden, is de satirische to-do list How to Write About Africa” van Binyavanga Wainaina.
Bovenstaande bedenkingen leveren mij wellicht een vermelding op in de lijst “zure columns” die Rudi Vranckx afwijst. Laat me die vermelding dan maar echt verdienen door te bekennen dat ik bij de “brieven” van Marc Reynebeau denk: exotisme is iets dat in onze hoofden zit en door de Rwandese efficiëntie en professionaliteit als tegenvoorbeeld te nemen, bevestig je enkel de bestaande clichés. En bij Vranckx’ eigen Bonjour: Stanley’s route overdoen,…meen je dat nu?!
Naar aanleiding van de film White Material -over een blanke plantagehoudster die zin aan haar leven probeert te geven door vast te houden aan een Afrikaans land in oorlog- woonde ik een afschuwelijk debat bij met onder andere Louis Michel. Het zorgde voor de zure bedenking: Afrika heeft u niet nodig, het zou er allicht beter voorstaan zonder uw hulp en paternalistische analyses. Kortom: het leger “experts dat door Afrika gefascineerd is” geeft  me doorgaans zin om te schreeuwen: wie geeft u het recht? Afrika is niet meer van u!
En dus blijf ik met de vraag zitten of wij werkelijk ‘goede’Afrika-verhalen kunnen vertellen. En wat die goede verhalen dan wel inhouden. Moeten we zwijgen over de ellende? Dat is een hypocriete overweging die enkel de gegoede zich kan permiteren. Of er altijd bij vermelden hoe fantastisch de Afrikaanse bevolking is? Dit doet allicht niet meer dan het ene cliché  versterken met zijn tegenhanger. Het draagt alleszins niet bij tot het schetsen van een realistisch, en dus complex en gevarieerd, beeld van Afrika.
Als de vijftigjarige onafhankelijkheid iets betekent, dan wel het besef dat Afrika een realiteit is die los staat van onszelf of de gratie van onze blik, dat het meer is dan een plek waar we onszelf in nostalgie kunnen wentelen en onszelf bevestigen als hardwerkende, welvaart-creërende ondernemers die politiek weten waar ze mee bezig zijn en een verschil kunnen maken.
In haar toespraak The Danger of the Single Story [tekst] [video] geeft de Nigeriaanse schrijfster Chimamanda Adichie  nuttige raad: we moeten beseffen dat er nooit maar één verhaal, a single story, bestaat over een plek. Ik heb er alvast uit onthouden dat er dus niet zo iets is als hét juiste Afrika-verhaal, maar dat we een verscheidenheid aan verhalen moeten doen circuleren. Het pluralisme in die verhalen moet op de verschillende niveau’s terug te vinden zijn: in wie de verhalen vertelt, wat we vertellen, waarom en hoe.
Een cocktail aan ‘ervaringsdeskundigen’ en rechtstreeks betrokkenen -die tenslotte het best geplaatst zijn om het relevante van het minder relevante te onderscheiden, journalisten en wetenschappers om een breder kader te scheppen en feitelijke informatie te verzamelen, fotografen, filmmakers, theatermakers, schrijvers en andere kunstenaars om de universeel menselijke verhalen te verbeelden en vertellen, en politici en activisten om ons te herinneren aan de maakbaarheid van de samenleving, zal ons allicht meer opleveren dan de monochrome verhalen die ons alledaags Afrika-repertorium domineren. Elk van deze Afrika-vertellers zal sowieso een ander verhaal vertellen, een eigen taal ontwikkelen, alsook een eigen beweegreden hebben om het überhaupt over Afrika te hebben.
Tot nog toe blijft de toegang tot deze bestaande variatie al te vaak beperkt tot de gespecialiseerde media, voor hen die op voorhand al geïnteresseerd zijn. Gezien de bestaande machtsverhoudingen en diepgewortelde vooroordelen zal deze variëteit aan vertellers in de mainstream niet vanzelf een plek veroveren in de grote media. Toch is veelstemmigheid en variatie dringend en noodzakelijk, en niet alleen als het over Congo en de De Verjaardag gaat.