De dissonante noten in D majeur

Opinie

De dissonante noten in D majeur

De dissonante noten in D majeur
De dissonante noten in D majeur

Ik was een kind en wist niet beter dan dat het nooit voorgoed voorbij zou gaan. 2011 zal mijn herinnering ingaan als een keerpunt, het jaar dat het einde inluidde van de Europese welvaartsstaat-as-we-know-it. Ik heb het geluk gehad op te groeien in het België van de jaren tachtig, negentig en tweeduizend. Zorgeloze decennia van economische welvaart en gegarandeerde sociale zekerheid.

Een jaartje unief? 500 euro. Tandpijn? Even afspraak maken, langsgaan en de rekening doorsturen naar de mutualiteit. Geboorte van mijn dochter: nagenoeg volledig terugbetaald. Crèche? U kiest maar uit (niet zoals die Amerikaanse antiterreurstrijder die ik ooit in Brussel ontmoette, een dertiger die nog geen kinderen had ‘omdat een crèche 2000 dollar per maand kost’).

Mooie liedje uit

Natuurlijk had ik ze ook al gehoord, de doemscenario’s die mijn generatie afschilderden als de eerste na Wereldoorlog II die het minder goed zou gaan hebben dan de generatie ervoor. Mijn ouders hebben heel hun leven keihard gewerkt, maar ze hebben doorheen de jaren de welvaart alleen maar zien toenemen.

Dat dat mooie liedje niet zou blijven duren, wist ik vaag wel. 2011 is het contrapunt geworden. De zorgeloosheid van Pachelbels Canon in D majeur wordt plots overstemd door dissonante blue notes. De soundtrack van mijn generatie –Here we are now, entertain us– heeft afgedaan.

Euro op de helling

In de nasleep van de wereldwijde economische crisis –een paar jaar eerder begonnen door hebzucht– bracht 2011 onzekerheid en angst voor de toekomst. Op niet meer dan een paar maanden tijd kwamen vermeende verworvenheden –gradueel opgebouwd na 1945– plots op de helling te staan. Het ene Europese land na het andere –Griekenland, Portugal, Italië, Ierland, Spanje– ging voor de bijl van machtige ratingbureaus en de financiële markten.

De soundtrack van mijn generatie –Here we are now, entertain us– heeft afgedaan.

Zelfs aan de Belgische kredietwaardigheid werd getwijfeld (al is dat voor een stuk ook toe te schrijven aan het schijnbare onvermogen van de huidige politieke klasse om compromissen te sluiten, enorm ontgoocheld ben ik in hen). En als klap op de vuurpijl: het tot voor kort ondenkbare is een realistisch scenario geworden… de euro –symbool van de Europese welvaart– dreigt te verdwijnen.

Afbrokkelende welvaartsstaat

De afbrokkelende welvaartsstaat is intussen niet langer een vage gedachte; nu al merk je de concrete gevolgen in je dagelijkse leven. De overheidspremies voor een nieuwe milieuvriendelijke auto en een zuinige condensatieketel in m’n nieuwe huis kan ik op m’n buik schrijven. De bank kondigt aan de rente op woonhypotheken te verhogen. Dienstencheques worden duurder.

Zal de overheid ook gaan besparen op steun aan media en ngo’s? Hoelang blijft het Belgische vangnet van de sociale zekerheid nog bestaan? Zal mijn dochter hetzelfde kwaliteitsonderwijs kunnen genieten? 2011 sluit af met een hoop vragen. De zekerheid van toen, het is voorbij. Dit is al wat er bleef voor mij: 2011 en herinneringen.