De strijd tegen honger is terug naar af

Coalitie tegen de Honger

15 juli 2020
Opinie

Op 5 jaar tijd kwamen er 60 miljoen mensen met honger bij

De strijd tegen honger is terug naar af

De strijd tegen honger is terug naar af
De strijd tegen honger is terug naar af

Volgens een nieuw rapport van de VN-Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) blijft de honger in de wereld toenemen, zelfs zonder de gevolgen van de coronapandemie mee te tellen. We moeten dringend onze voedselsystemen grondig omvormen en het recht op voedsel garanderen voor iedereen, schrijft de Coalitie tegen de Honger in een opiniestuk.

Marisol Grandon / DFID (CC BY 2.0)

Een moeder en haar dochter krijgen een behandeling tegen ondervoeding in Noord-Kenia (2011). 9 jaar later en 5 jaar na de lancering van de duurzame ontwikkelingsdoelen, kwamen er wereldwijd 60 miljoen mensen met honger bij.

Marisol Grandon / DFID (CC BY 2.0)

In 2015, met de lancering van Agenda 2030 en de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen, kreeg de strijd tegen honger en ondervoeding wereldwijd een duidelijk einddoel: tegen 2030 moet er een eind gekomen zijn aan honger en alle vormen van ondervoeding. Het jongste jaarrapport van de FAO en 4 VN-organisaties over voedselzekerheid in de wereld is duidelijk: we zitten niet op schema om honger uit de wereld te helpen tegen 2030. Integendeel. Honger neemt toe, niet af. Op 5 jaar tijd kwamen er 60 miljoen mensen met honger bij.

De FAO vreest dat er tegen het eind van 2020 dagelijks tot 12.000 mensen zouden kunnen sterven van de honger, meer dan van COVID-19.

Naar schatting 2 miljard mensen beschikken niet het hele jaar over voldoende, voedzaam en veilig voedsel. En maar liefst 3 miljard mensen kunnen zich geen gezond voedingspatroon veroorloven. Want een gezond dieet, met voldoende variatie, fruit en groenten, kost gemiddeld 5 keer meer dan een dieet dat vooral calorieën levert uit zetmeelproducten en is simpelweg te duur voor 57% van de bevolking in Sub-Sahara Afrika en zuidelijk Azië.

De COVID-19 pandemie verergert de alarmerende situatie alleen maar. Het Wereldvoedselprogramma schat dat er in 2020 tot 132 miljoen extra mensen acuut honger zullen lijden door de gevolgen van de pandemie en vreest dat er tegen het eind van 2020 dagelijks tot 12.000 mensen zouden kunnen sterven van de honger, meer dan van COVID-19. De slachtoffers zijn te vinden onder de honderden miljoenen mensen die hun job verloren en bij boeren die hun oogst verloren of hun velden niet konden zaaien.

Al bestaande ongelijkheden tussen landen en bevolkingsgroepen worden zo verder uitvergroot. Vrouwen, jongeren, inheemse volkeren, informele werkers, migranten en kleinschalige voedselproducenten dragen nu al de grootste last.

Nochtans is voedsel een mensenrecht, en zijn staten er wettelijk toe gebonden alle nodige stappen te ondernemen om het recht op voedsel te realiseren voor hun bevolking. Onze individuele verantwoordelijkheid om duurzame en gezonde voedselkeuzes te maken is natuurlijk nodig maar zal niet volstaan. Overheden moeten hun verantwoordelijkheid opnemen en het recht op voedsel hoger op de politieke agenda zetten.

Beleidsmakers moeten een globale visie over voedselsystemen ontwikkelen die rekening houdt met het recht op voedsel en andere rechten zoals gezondheid, waardig werk, en met de draagkracht van de ecosystemen van de planeet. En ze moeten beseffen dat ze niet alles kunnen overlaten aan wetten van de markt. De nieuwste cijfers over honger en voedselzekerheid tonen aan dat, ondanks een wereld van overvloed, teveel mensen uit de boot vallen.

Het is hoog tijd om de daad bij het woord te voeren en in te zetten op het versterken van lokale markten en voedselketens.

Actie uitstellen, of gewoon meer investeren in onze bestaande voedselsystemen is geen optie, want de sociale, economische en milieukosten verbonden aan de huidige consumptiepatronen zullen tegen 2030 volledig de pan uit swingen.

Net zoals bij de klimaatcrisis, moet er nu worden gehandeld, op heel wat fronten. We moeten ons hoeden voor simplistische oplossingen: het stimuleren van ondernemerschap rond enkele exportgewassen in landen die afhankelijk zijn van import om hun bevolking te voeden zal het hongervraagstuk niet oplossen, een eenzijdige focus op opbrengstverhoging evenmin.

België schuift de mensenrechten naar voor als een pijler van haar beleid ontwikkelingssamenwerking. Het is hoog tijd om de daad bij het woord te voeren en in te zetten op het versterken van lokale markten en voedselketens, die een inkomen bieden aan de grote meerderheid van kleinschalige voedselproducenten en het gros van de wereldbevolking voeden. En door de agro-ecologische transitie te ondersteunen.

Deze transitie laat boeren toe om, aangepast aan lokale omstandigheden, voldoende, divers en gezond voedsel te produceren met respect voor de natuur. Dit zijn noodzakelijke bouwstenen voor een fair en duurzaam voedselsysteem waarin kleinschalige boeren de bevolking kunnen voeden zonder zelf honger te moeten lijden. Want die honger paradox kunnen we niet langer tolereren.

Suzy Serneels (Broederlijk Delen), Thierry Kesteloot (Oxfam België) en François Grenade (Iles de Paix), namens de Coalitie tegen de Honger.