Benoit Lannoo
Het is tijd dat de Verenigde Naties president Afwerki voor het Internationaal Strafhof dagen
“‘‘Eritrea is betrokken bij oorlogsmisdaden in Tigray’’
Eritrea voerde de massale mensenrechtenschendingen in eigen land uit naar Tigray in Ethiopië, stelt VN-rapporteur Mohammed Abdelsalam Babiker in zijn jongste rapport. ‘Straks blijkt dit scenario zelfs deel uit te maken van de “vrede” die beide landen in 2018 sloten’, schrijft Benoit Lannoo.
De Eritrese president Isaias Afwerki (l) en de Ethiopisch premier Abiy Ahmed Ali tijdens de opening van een ziekenhuis in het noorden van Ethiopië (2018)
© BELGA/AFP
Eritrea voerde de massale mensenrechtenschendingen in eigen land uit naar Tigray in Ethiopië, stelt VN-rapporteur Mohammed Abdelsalam Babiker in zijn jongste rapport. ‘Straks blijkt dit scenario zelfs deel uit te maken van de “vrede” die beide landen in 2018 sloten’, schrijft Benoit Lannoo. ‘Maar veel leverde het niet op. Want Nobelprijswinnaar Abiy Ahmed moest toegeven dat zijn aanval op Tigray mislukt is.’
Eerdere speciale rapporteurs van de Verenigde Naties (VN) over de situatie van de mensenrechten in Eritrea gingen zeer behoedzaam tewerk bij het rapporteren over mensenrechtenschendingen in wat wel eens het ‘Noord-Korea van Afrika’ genoemd wordt. Het één-partijregime van Isaias Afwerki in Asmara is uiterst repressief. Al wie uit de biecht klapt, brengt eigen leven en dat van familie in gevaar.
Die eerdere rapporteurs waren activiste Sheila B. Keetharuth (2012-18) uit Mauritius en advocate Daniela Kravetz (2018-20) uit Chili. Vandaag is dat Mohammed Abdelsalam Babiker uit Soedan. De hoogleraar internationaal recht werd vorig jaar door de VN-Mensenrechtencommissie in Genève belast om de mensenrechten in Eritrea van nabij op te volgen en is zeker niet minder beslagen dan zijn voorgangers.
‘Afwerki’s criminele regime breidde met de oorlog in Tigray gewoon zijn wingewesten uit.’
Toch kleurt Babikers jongste rapport letterlijk niet ‘binnen de lijntjes’. Gezien de overweldigende bewijslast kon de speciale rapporteur niet anders dan ruime aandacht te besteden aan de oorlogsmisdaden die Eritrese troepen sinds november vorig jaar in buurland Ethiopië verrichten: Afwerki’s criminele regime breidde met de oorlog in Tigray gewoon zijn wingewesten uit.
Ernstige mensenrechtenschendingen
Het jongste VN-rapport heeft het over ernstige mensenrechtenschendingen in Tigray, onder meer door Eritrese troepen.
De Ethiopische premier Abiy probeert al maanden om het oorlogsgebied hermetisch van de buitenwereld af te sluiten. Toch lukt hem dat maar deels. De informatie over wat in Tigray gebeurt, sijpelt mondjesmaat door.
Intussen is zonneklaar dat de situatie er dramatisch is. Abiy beweert steevast dat hij er een opstandige rebellenbeweging bekampt, maar er is voldoende bewijs dat er in de regio massaal geplunderd, gemoord en verkracht werd. Vooral onder de burgerbevolking, die dan ook massaal op de vlucht sloeg en voor wie nu weer hongersnood dreigt.
‘Ondanks de vrede met buurland Ethiopië blijft de dienstplicht in Eritrea onbeperkt in de tijd.’
Het is evenzeer duidelijk dat Eritrea daarbij een uiterst nefaste rol speelt. Na wekenlang vol te houden dat het om een binnenlandse aangelegenheid ging, kondigde Abiy eind maart zelf de terugtrekking van Eritrese soldaten aan, wat trouwens niet gebeurde.
Het is wachten op de getuigenis van zijn voormalige topmedewerkers. Die zouden wel eens kunnen aantonen dat de gezamenlijke inval in Tigray al afgesproken was bij het onverwachte vredesakkoord. Dat sloten beide historische vijanden – Ethiopië en het zich daarvan losgescheurde Eritrea – in de zomer van 2018 af.
Wegbereiding voor een aanval
Het Eritrees-Ethiopisch vredesakkoord van 2018 was wellicht een wegbereiding voor een aanval op Tigray.
Drie grote lijnen van dit conflict zijn in Vlaanderen onvoldoende bekend: 1) wat er foutloopt in Eritrea; 2) waarom die gezamenlijke aanval op Tigray plaastvond en 3) wat dit alles te maken heeft met vele zogenaamde “transmigranten” in ons land?
Elke verklaring van de repressie in Eritrea moet gezocht worden bij de zogenaamde national service, of de dienstplicht. Hoewel de Eritrean People’s Liberation Front (EPLF) dertig jaar geleden de onafhankelijkheidsoorlog tegen Ethiopië won en de laatste schermutselingen in een aanslepend grensconflict dateren van eind vorig millennium, blijft sterke man Afwerki oorlogsretoriek en uitzonderingsmaatregelen hanteren.
‘Er is steeds meer bewijs dat de maffieuze eenheidspartij van Afwerki nauwe banden heeft met de mensenhandelaars.’
Concreet worden alle jonge Eritreeërs – jongens en meisjes – net voor hun laatste jaar middelbare studie opgepakt en naar militaire scholen gestuurd. Daar volgt hun laatste schooljaar waarna de dienstplicht voortgaat. Nu eens met wapens, dan weer in de administratie of in openbare werken. Maar niemand kiest wat hij of zij later doet en vooral: ondanks de vrede met buurland Ethiopië blijft de dienstplicht in Eritrea onbeperkt in de tijd.
Het land ontvluchten of leven in slavernij
Die dienstplicht verklaart waarom zovele jonge Eritreeërs het land ontvluchten. Het alternatief is pure slavernij.
Eritreeërs vluchten steevast via Tigray. Niet alleen omdat dit de meest noordelijke deelstaat van Ethiopië is maar ook omdat er net als in het grootste deel van Eritrea Tigrinya gesproken wordt.
Al eeuwenlang speelt Tigray zowel op cultureel, economisch als politiek vlak een leidende rol in de Hoorn van Afrika. Dat steekt zowel de Ethiopische als de Eritrese overheid de ogen uit.
De deelstaatoverheid in de Tigrinyaanse hoofdstad Mek’ele ging in samenspraak met internationale vluchtelingenorganisaties vrij constructief met die vluchtelingenstroom om. Die overheid was ook nauw verbonden met de Tigray People’s Liberation Front (TPLF) en werd door Abiy met zijn aanval van november vorig jaar terug naar het maquis verdreven. Op 28 juni heroverde het Mek’ele.
‘Nobelprijswinnaar Abiy gunde zijn nieuwe bondgenoot Afwerki de facto de kans zijn model van door de overheid geleide terreur ongestraft naar Tigray uit te voeren.’
Dat was altijd al een doorn in het oog van de Eritrese overheid, dat de vluchtelingenkampen in Tigray steevast probeerde te infiltreren. Er is trouwens steeds meer bewijs dat de maffieuze eenheidspartij van Afwerki nauwe banden heeft met de mensenhandelaars die de vluchtelingen voor grof geld op routes via Libië naar Europa sturen. Onze “transmigranten” zijn dan ook vaak Eritreeërs.
Niet ten onrechte wantrouwen zij ook de Westerse asielinstanties, want ook de tolken in Europese hoofdsteden hebben vaak banden met het Afwerki-regime, of worden gedwongen mensen te verklikken omdat ook hun familie dreigt opgepakt te worden.
Niet toevallig
Grote vluchtelingenkampen werden bij het begin van het conflict in Tigray niet toevallig aangevallen. Abiy heeft lange tijd iedereen toegang tot het front in Tigray geweigerd, om te vermijden dat uitlekte hoe een viertal kampen waar samen 96.000 Eritrese vluchtelingen werden opgevangen, waren ontruimd.
Intussen stelde het VN-vluchtelingenagentschap eind maart al vast dat de kampen van Hitsats en Shimelba met de grond waren gelijkgemaakt. 20.000 vluchtelingen zijn zoek. Het ziet ernaar uit dat zij met geweld naar Eritrea werden gerepatrieerd. Daar werden ze in mensonterende omstandigheden gevangen gezet, alsnog in de national service ingelijfd of verdwenen ze gewoon.
In verschillende rapporten over brutaliteiten van Eritrese troepen in Tigray, waaronder systematische verkrachtingen, blijken daar steeds jongere mannen bij betrokken, vaak nauwelijks zestien jaar oud. Nobelprijswinnaar Abiy gunde zijn nieuwe bondgenoot Afwerki de facto de kans zijn model van de door de overheid geleide terreur ongestraft naar Tigray uit te voeren.
Wordt het geen tijd dat de Verenigde Naties Isaias Afwerki voor oorlogsmisdaden voor het Internationaal Strafhof dagen?
Benoit Lannoo is kerkhistoricus en communicatiespecialist.