Europese crisis laat zich voelen in hulp voor het Zuiden

11.11.11

04 april 2012
Opinie

Europese crisis laat zich voelen in hulp voor het Zuiden

Europese crisis laat zich voelen in hulp voor het Zuiden
Europese crisis laat zich voelen in hulp voor het Zuiden

De DAC, het comité voor ontwikkelingssamenwerking van de OESO maakte vandaag de nieuwe ODA-cijfers bekend. In heel Europa gaan de uitgaven voor officiële ontwikkelingssamenwerking fel achteruit. België is één van de sterkste dalers van heel Europa. Ons land verminderde zijn uitgaven met meer dan dertien procent. “Dat bijna alle Europese landen teruggrijpen naar besparingen op internationale solidariteit om de eigen crisis aan te pakken getuigt van een gebrekkige langetermijnvisie en een keuze voor de makkelijkste weg. Hierdoor komen ook de beloftes aan het Zuiden op de helling om tegen 2015 0,7% te halen”, zegt Bogdan Vanden Berghe, algemeen directeur van 11.11.11.

Enkel Italië, Zweden en Duitsland gingen er op vooruit. De landen met de grootste daling zijn Spanje en Griekenland (die dalen beide met meer dan 30%). Als we deze, zwaar door de crisis getroffen landen buiten beschouwing laten, doet enkel Oostenrijk nog slechter dan België. Ons land verminderde zijn middelen van 2,26 miljard euro naar 1,98 miljard euro, een daling van 13,3% tegenover 2010. We tikken af op een totaal van 0,53% van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI), waardoor we opnieuw onder het resultaat van 2009 (0,55%) zakken.

Door de daling van de uitgaven zakt België ook een plaats op de ranglijst van donoren. In EU-verband gaat ons land van de vijfde plaats in 2010 naar de zesde plaats. Voor de hele OESO-DAC schuift Noorwegen er nog tussen en zakt België van de zesde naar de zevende plaats. Er komt hiermee jammer genoeg ook een einde aan de gestage vooruitgang die tussen 2008 en 2010 werd geboekt. In die periode werd het budget voor echte hulp met een half miljard euro opgetrokken.

11.11.11 is helemaal niet verbaasd over de daling. Het hoge cijfer van 2010, 0,64% van het BNI, was vooral te danken aan de kwijtschelding van oude Congolese schulden. Om datzelfde niveau te evenaren, had de federale regering in 2011 heel wat meer echt geld moeten uittrekken om de 0,7% te behalen. Dit gebeurde niet. Bijgevolg zien we een verschil tussen de gerealiseerde 1,98 miljard euro en wat het had moeten zijn om de 0,7%-norm te halen (2,63 miljard euro) van maar liefst 650 miljoen. “De economische context en een regering in lopende zaken mogen geen excuus zijn om de engagementen op vlak van internationale solidariteit los te laten”, aldus Bogdan Vanden Berghe.

Lees hier meer over de cijfers over de officiële ontwikkelingssamenwerking van de OESO of bekijk de gegevens met onderstaande interactieve kaart.