Goede tijden voor de superrijken

Het gaat de allerrijkste mensen op aarde zeer goed, dank u. In 2012 moest je “maar” 23 miljard dollar hebben om bij de top tien van de miljardairslijst van Forbes te horen, in 2013 moet er al 31 miljard dollar op de teller staan om nog tot de club te horen. Als we goed kunnen rekenen, is dat een stijging met meer dan dertig procent. “Hebben die tien rijkste mensen dan dertig procent harder gewerkt?” zo vraagt u zich misschien af.

  • © Brecht Goris © Brecht Goris

Nee, op dat niveau heeft rijkdom nog bitter weinig te maken met hard werken. De meeste superrijken zullen ongetwijfeld een gevulde agenda hebben en complexe levens leiden want ze hebben doorgaans huizen in verschillende steden. Gisteren Londen, morgen New York, overmorgen Moskou: ze hoppen met hun eigen vliegtuig van het ene continent naar het andere. Dat beschrijft de Amerikaanse journaliste Cynthia Freeland in haar boek Plutocraten.

Het betekent dat de doorsnee plutocraat een ecologische voetafdruk heeft om u tegen te zeggen. En dus eigenlijk een levensstijl leidt die schadelijk is voor de planeet en niet veralgemeenbaar. Doch dit geheel terzijde, terug naar de beginvraag: hoe komt het dat het vermogen van de superrijken op een jaar zo is gegroeid?

Geldbeleid

De enorme groei van hun vermogen heeft alles te maken met het geldbeleid. Dat de centrale banken in de rijke landen sinds de financiële crisis zo goedkoop miljarden ter beschikking stellen van de banken en de rente superlaag houden, heeft immers uiteenlopende gevolgen.

Een groot deel van de door de Centrale Banken geschapen geldplas wordt op de aandelenbeurzen belegd. Dat drijft de aandelenkoersen omhoog en verrijkt het relatief kleine deel van de bevolking dat over (veel) aandelen beschikt. De rijkdom van veel superrijken bestaat voor het leeuwendeel uit aandelen. Als er dus een geldbeleid wordt gevoerd dat de beurzen aanvuurt, profiteren zij daarvan. De geldstroom drijft overigens ook de prijzen van topkunstwerken op.

Het monetaire beleid slaagt er dus in om de kloof tussen superrijk en de rest van de samenleving uit te diepen.

Voor de gewone man die zijn spaarcentjes op spaarboekjes staan heeft, leidt het geldbeleid dan weer eerder tot verarming. De Centrale Banken houden immers de rente zeer laag, lager dan de inflatie, waardoor de spaartegoeden in reële waarde afnemen. Het monetaire beleid slaagt er dus in om de kloof tussen superrijk en de rest van de samenleving uit te diepen.

Toegegeven, een deel van de aandelenboom heeft te maken met het feit dat de economie wat herpakt, maar hoe verklaren dat vooral de Amerikaanse beurs al enkele jaren hoge toppen scheert, terwijl de economie de langste groeivertraging sinds de Tweede Wereldoorlog meemaakte? Dat kan alleen door naar het geldbeleid te verwijzen.  

Eerlijk verdiend?

Forbes stelt dat een belangrijk deel van de miljardairs self made men zijn: ze hebben hun rijkdom niet geërfd. Toch moet dat met een korrel zout worden genomen. Puissant rijk worden, hangt altijd sterk af van de maatschappelijke omstandigheden.

Wie toevallig een goed geplaatste communist was op het moment dat de Sovjet-Unie ineenstortte, kon door het zich toe-eigenen van voorheen publieke bedrijven op een paar jaar tijd steenrijk worden. Dat verklaart waarom Rusland in verhouding tot zijn bevolking het grootste aantal miljardairs telt. En waarom zo’n Abramovitsj een Londense voetbalclub kon kopen en daar elk jaar vele tientallen miljoenen euro’s aan besteden. Het is een bekend mechanisme: respectabiliteit kopen via sportsponsoring.

Ook in China zijn er nogal wat toppartijkaders die zich een immense berg geld wisten te verzamelen door op het juiste moment op de juiste plaats te zijn.

Monopolies

Is het in het Westen anders? Zijn wij de vleesgeworden meritocratie waarin mensen alleen door hard te werken, rijk worden? Neen. Meer dan in voormalige communistische landen zijn er in het Westen mensen die grote rijkdom erven. Sommige families slagen erin grote rijkdom generaties lang door te geven.

Daarbovenop blijven ook bij ons de maatschappelijke omstandigheden erg belangrijk. Dat bankiers zo rijk worden, ligt aan het feit dat de samenleving toestaat dat de financiële sector werkt zoals hij werkt.

Dat erkent ook Warren Buffet, vierde in de rij van superrijken: “Ik denk dat de samenleving in grote mate verantwoordelijk is voor wat ik heb verdiend. Zet me in Bangladesh of Peru en je zal zien hoeveel dat talent zal opbrengen in de verkeerde bodem. Ik werk toevallig in een marktsysteem dat wat ik doe, heel sterk beloont. … Ik denk dus dat de samenleving een grote claim heeft op die rijkdom.”

Een zo’n omstandigheid is het scheppen van monopolies. De Mexicaan miljardair Carlos Slim dankt enorm veel aan de (telecom)monopolies die de Mexicaanse staat hem bezorgde.

Uitkomsten uit patenten – zoals wat de rijkste man ter wereld Bill Gates krijgt voor zijn software – zijn door de staat beschermde monopolierechten op uitvindingen. Wie een patent verwerft, mag als enige dat product verkopen. En dat pakt Microsoft goed aan: elk jaar een nieuwe versie van dezelfde software (die vaak niet compatibel is met de vorige versie), et voilà: de kassa rinkelt weer. Indien de overheid de uitvindingen van Microsoft niet zou beschermen, zou Gates nooit zo rijk kunnen worden. Patenten zijn destijds in het leven geroepen om de innovatie te bevorderen, maar ze dragen nu sterk bij tot de grote fortuinen.  

Op kosten van de overheid

Veel jonge miljardairs danken hun vermogen aan het ontwikkelen van interessante technologische producten: apps, iPads, zoekmachines, games… Helemaal verdiend? Het interessante boek The enterpreneurial state van Mariana Mazzucato, professor aan de universiteit van Sussex, leert ons dat bedrijven als Apple, Google en de meeste internetbedrijven veel te danken hebben aan vooral de Amerikaanse overheid. Die heeft immers het fundamenteel onderzoek gefinancierd waarop die succesvolle bedrijven hun producten hebben gebaseerd.

Vervolgens doen die bedrijven er dan alles aan om zo weinig mogelijk belastingen te betalen aan diezelfde staat. Het roept de vraag op of de intellectuele eigendomsrechten van techbedrijven niet minstens ten dele naar de overheid moeten terugvloeien. Zal dat soort maatschappelijk delen van de intellectuele eigendomsrechten ook niet noodzakelijk worden om de groeiende groep mensen die wellicht door de ontwikkeling van robotica ‘overbodig’ worden een basisinkomen te bezorgen?

Blijvende ongelijkheid

Superrijkdom en ongelijkheid zijn niet alleen morele kwesties, het zijn ook belangrijke socio-economische vraagstukken. Gisteren bleek in de Financial Times dat onderzoek van het Internationaal Muntfonds (IMF) aantoont dat landen met meer inkomensgelijkheid, meer en meer stabiele en duurzame economische groei kennen. Zelfs het IMF neigt er zo stilaan toe om herverdeling aan te moedigen.

Deze opinie verscheen eerder op deredactie.be

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.