‘Laten we haat niet met haat bestrijden’

Lies Vervloet

23 maart 2016
Opinie

‘Laten we haat niet met haat bestrijden’

‘Laten we haat niet met haat bestrijden’
‘Laten we haat niet met haat bestrijden’

‘Vorige week liep ik in Molenbeek. Het zonnetje scheen, er hing lente in de lucht. Ik had een goede dag en liep zomaar een beetje te stralen op straat. U weet wel, zoals in de goede oude tijd. Voor...’ Antropologe Lies Vervloet getuigt over haar gevoelens na de gebeurtenissen in Brussel.

Ik was op weg naar de Vierwindenschool. Jawel, Vierwinden. Een naam die vierentwintig uur later plots in alle media zou opduiken. Op straat liepen mannen in djellaba. Vrouwen met hoofddoeken. Een enkele man van Afrikaanse afkomst. Ik viel op door mijn “Belgisch-heid”. En ik straalde maar.

Misschien is het eigen aan antropologen, die fetisj met diversiteit, maar in al mijn naïviteit dacht ik: ‘Iedereen die zich onveilig voelt in Brussel heeft ongelijk!’ Alle angst die mijn landgenoten eventueel zouden kunnen voelen, weet ik aan onwetendheid. Waar was de dreigin? Ik was op dat moment verliefd op Brussel, wereldstad in elke zin van het woord.

Misschien keek Salah wel net op dat moment uit zijn raam. Misschien zag hij mij wel lopen en kreeg hij moordlustige gedachten bij die vrolijke, naïeve, Belgische smoel van mij.

Een mens wordt er een beetje stil van. Voor velen is Molenbeek die islamitische buurt in Brussel waar al die terroristen zich schuilhouden. Maar voor vele anderen is Molenbeek de plek waar ze werken. Hun thuis. De plek waar hun kinderen naar school gaan.

‘Mijn gevoel van veiligheid en optimisme bleek – helaas – compleet misplaatst.’

De dag erna werd die straat waar ik zopas nog had gelopen, gewerkt, gedanst, gestraald, plots het decor van de ontknoping van een thriller. Ik had gedanst en gestraald vlakbij de meest gezochte terrorist van Europa.

Ik voelde me een beetje beschaamd. Misschien zie ik die kleurrijke samenleving dan toch een tikkeltje te roze? Mijn gevoel van veiligheid en optimisme bleek – helaas – compleet misplaatst.

Vandaag werd ik wakker in blissful ignorance. Het duurde wel tien minuten voordat het nieuws over de aanslagen me bereikte en – eerlijk – mijn eerste reactie was ongeloof. Mijn hoofd, dat nog enigszins beneveld was door slaap en restjes alcohol van de vorige nacht zocht naar uitleg.

Was het een oude post die per ongeluk in mijn Facebook feed terecht was gekomen? Nee, natuurlijk niet, een explosie in de luchthaven, dat zou ik me wel herinneren. Was het misschien van een van die fake nieuwswebsites? 1 april? Nee, het is nog steeds maart. Pas toen drong het met een klap tot me door dat dit de meest wansmakelijke grap ooit zou zijn. Met bommen in luchthavens lachen we niet. Maar dat betekende… Oh, horror.

De hele dag was ik aan mijn scherm gekluisterd. Mijn land in oorlog. Mijn land in paniek, mijn land in rouw. Mijn land. Ik verslond gulzig ieder nieuwsbericht, iedere flard informatie, iedere update op Facebook.

O ja, er waren hartverwarmende tekenen van solidariteit. Wat was ik graag in Brussel geweest om ook mijn steun op de straten te krijten. Om ook mijn zetel ter beschikking te stellen. Ik voelde trots opwellen over zoveel samenhorigheid.

‘Dat vluchtelingen op de loop gaan voor dit soort aanslagen, die in hun landen helaas vaak een dagelijkse realiteit zijn, gaat er bij de haatspuiers niet in.’

Maar ik las ook haat online. Haat tegenover vluchtelingen. Haat tegenover moslims. Wat is het voor sommige mensen eenvoudig om te wijzen met het vingertje. Eenvoudig om hele bevolkingsgroepen aan te duiden voor de krankzinnigheid van wat rotte appels. Grenzen toe en oogkleppen op.

Dat al die vluchtelingen maar verdrinken, als wij het maar goed hebben. Dat vluchtelingen op de loop gaan voor dit soort aanslagen, die in hun landen helaas vaak een dagelijkse realiteit zijn, gaat er bij die haatspuiers niet in. Dat het nagenoeg nooit vluchtelingen zijn die aanslagen plegen, lijkt voor hen niet relevant.

Sterkte. Sterkte aan de slachtoffers, uiteraard. Aan hun geliefden, zeker. Sterkte aan Brussel en aan België, omdat we op een of andere manier samen terug uit deze tragedie moeten kruipen.

Maar sterkte ook aan mijn vrienden die vluchteling zijn. Alsof jullie het nog niet moeilijk genoeg hadden. Sterkte aan mijn moslimvrienden. Alsof jullie nog niet genoeg gediscrimineerd werden. Sterkte aan allen met een niet-Vlaamse achternaam of een kleurtje op de huid. Want er komt een shitstorm van racisme aan. En zoals sommige moslims – onterecht maar aandoenlijk – de noodzaak voelen zich te verontschuldigen voor de aanslagen, zo voel ik, bij voorbaat, de noodzaak mij te verontschuldigen voor sommigen van mijn landgenoten.

Sorry voor het racisme. Sorry voor de haat. Vergeet alsjeblieft nooit dat er ook Belgen zijn die wel van jullie houden. Belgen die jullie aanwezigheid als een verrijking zien. Belgen die jullie met open armen verwelkomen.

Laten we haat niet met haat bestrijden.

Let love rule.

Lies Vervloet is antropologe, werkt deeltijds als wereldconsulent en geeft Nederlandse les in verschillende Brusselse scholen.