Hoofddoekenverbod ongrondwettelijk én islamofoob

Saïd El Majdoub

23 september 2009
Opinie

Hoofddoekenverbod ongrondwettelijk én islamofoob

Hoofddoekenverbod ongrondwettelijk én islamofoob
Hoofddoekenverbod ongrondwettelijk én islamofoob

Na de heftige commotie tussen pro en contra in het hoofddoekendebat naar aanleiding van het verbod in de Athenea van Antwerpen en Hoboken, besliste de raad van het Gemeenschapsonderwijs op 11 september 2009 dat er vanaf volgend schooljaar in alle scholen van zijn netten een hoofddoekenverbod komt.

Het GO! besliste dat het “voor leerlingen, cursisten en personeelsleden niet meer toegelaten is om levensbeschouwelijke kentekens te dragen.” Met uitzondering voor de leerkrachten en aanwezige leerlingen van levensbeschouwelijke vakken, die wel religieuze kentekens mogen dragen, maar uitsluitend tijdens het gedoceerde vak.

Nine eleven

De aangehaalde argumenten voor een algemeen verbod op levensbeschouwelijke kentekens zijn al even vaag als divers: tegen de vermeende sociale druk, tegen de radicalisering, tegen de discriminatie, voor de neutraliteit, voor de emancipatie, voor de gelijkheid, voor gelijke kansen, ter voorkoming van groepsvorming of segregatie, en zelfs in naam van het actief pluralisme. Zodanig uiteenlopend dat we de hoofdreden uit het oog verliezen, dat we met vage vermoedens achterblijven en het raden hebben naar de ware motieven van zulk verbod. Welke heilzame werking denkt het GO! eigenlijk te bereiken met zulk algemeen verbod?
Dat de beslissing uitgerekend op 11 september werd genomen, zal allicht louter toeval zijn, maar toch symbolisch. Dit algemeen hoofddoekenverbod getuigt van zware onmacht om de echte onderwijsproblemen aan te pakken en lijkt me bovendien ingegeven vanuit een collectieve krampachtige angst. De irrationele en overtrokken angst voor de islam en haar moslims in ons verrechtst Vlaanderen is sinds enkele jaren verontrustend.
Het CGKR waarschuwde recent nog voor een sterk groeiende islamofobie en een verschuiving in het maaschappelijk haatdiscours jegens ‘vreemdelingen’, naar de bevolkingsgroep van moslims. Of zoals Bert Anciaux enkele dagen geleden schreef over het hoofddoekenverbod: “Laat ons eerlijk zijn: het gaat hier niet over het ‘keppeltje’ of ‘kruisje’, maar over de islam.”
Naar eigen zeggen en officieel streeft het Gemeenschapsonderwijs met haar verbod het volgende na: “deze beslissing versterkt hun recht op gelijke onderwijskansen en op een objectieve, verantwoorde studiekeuze op basis van hun persoonlijkheid, interesses en talenten. Deze beslissing bevordert het gevoel van evenwaardigheid en voorkomt groepsvorming of segregatie op basis van uiterlijke levensbeschouwelijke kentekens.”

Belgische grondwet

Niet alleen lijkt me deze ingevoerde maatregel net de identiteitsbeleving, persoonlijkheid en interesses van de geviseerde leerlingen aan te tasten, niet alleen is het nefast voor hun gevoel van eigenwaarde, is het een beknotting van de maatschappelijke ontplooiing van de hoofddoekdragende moslima’s.
Ook roept dit verbod enkele vragen op vanuit een wettelijk perspectief. Enkele vooraanstaande grondwetspecialisten en zelfs de Minister van Onderwijs Pascal Smet hebben er deze week voor gewaarschuwd dat een algemeen verbod mogelijks ongrondwettelijk is.
Na de aanhoudende discussies in verschillende Europese landen, is het intussen duidelijk geworden dat het dragen van een hoofddoek volgens internationale interpretaties een fundamenteel grondrecht is zonder meer. Zelfs in de VS is het dragen van de hoofddoek gewaarborgd door het eerste amendement van de Amerikaanse grondwet.
In een gedurfde poging om de verbodsmaatregel te toetsen aan onze Belgische grondwet, lijkt me dat de toepassing van art. 24 het gemeenschapsonderwijs als het ware een ‘gebod’ oplegt m.b.t. het toelaten van levensbeschouwelijke kentekens. Juister, een gebod om aan elke leerling en hun ouders de ‘vrije keuze’ te laten.
De Antwerpse actiegroep ‘Vrije Keuze’ slaat alvast de nagel op de kop. De combinatie van art. 19 inzake ‘vrije openbare godsdienstbelijding’ en art. 24 inzake ‘vrij, toegankelijk en neutraal Gemeenschapsonderwijs’; ‘de waarborg van de keuzevrijheid van ouders met eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden’, waarborgt expliciet en ondubbelzinnig dat de uiterlijke kenmerken verbonden aan religie toegelaten ‘moeten’ worden in het door de Gemeenschap ingerichte onderwijs. Tenzij anders zou vastgesteld bij decreet door diezelfde Gemeenschap.
Openbare godsdienstbelijding is een fundamenteel grondrecht, uiteraard voor zover geen ander recht wordt belemmerd, geen andere vrijheid wordt beperkt, voor zover de goede zeden en de openbare orde niet worden verstoord, ‘behoudens bestraffing van de misdrijven die ter gelegenheid van het gebruikmaken van die vrijheden worden gepleegd’. En in onze Vlaamse onderwijscontext, voor zover niet in tegenspraak met bvb. veiligheid en hygiëne, en niet in strijd met een decreet.
Het doek van de grondwettelijke duidelijkheid zal pas vallen wanneer de Raad van State of het Grondwettelijk hof een uitspraak doet. We zullen die bevrijdende uitspraak met spanning afwachten.

Het algemeen verbod op levensbeschouwelijke kentekens is een hopeloze maatregel, het actief pluralisme is onmiskenbaar onverzoenbaar hiermee.

GO!

Bovendien, onafhankelijk van een grondwettelijke toetsing, lijkt me het waarborgen van de levensbeschouwelijke keuzevrijheid en het actief pluralisme grondbeginselen in het pedagogisch project van het Gemeenschapsonderwijs, zich hierdoor significant onderscheidend van het vrije of het katholieke net. Een verbodsmaatregel op levensbeschouwelijke uiterlijkheden is tegenstrijdig met deze grondbeginselen en tegelijk installeert het GO! hiermee een uitsluitingsmechanisme.
Het Gemeenschapsonderwijs zal zich diep moeten bezinnen over haar beslissing en vooral over de beweegredenen en doelstellingen van het verbod. Zolang het hierover vaag en verwarrend communiceert, én zolang het verbod tegenstrijdig is met het pedagogisch project, zal de commotie en het onbegrip voor de maatregel aanhouden. Het is o.a. omwille van de levensbeschouwelijke keuzevrijheid, dat moslima’s en hun ouders in vrijheid kiezen voor het GO!
Het algemeen verbod op levensbeschouwelijke kentekens is een hopeloze maatregel, het actief pluralisme is onmiskenbaar onverzoenbaar hiermee. Het GO! werkt segregatie net in de hand, het veegt de voeten met het neutraliteitsprincipe gewaarborgd door art. 24 van onze Belgische grondwet, het eerbiedigt de fundamentele rechten op geloofsbelijding van moslima’s hiermee niet, het beperkt de vrije onderwijskeuze van joden met keppels, christenen met kruisjes door ze a priori uit te sluiten.
Laten we met een hoopvolle noot eindigen.
Gelukkig is het islamofoob discours bij ons in Vlaanderen nog niet zo angstwekkend als dat van sommige Nederlandse politici. Kort na het hoofddoekenverbod, oppert Geert Wilders voor de invoering van een ‘kopvoddentax’ tegen wat hij noemt ‘de vervuiling van het Nederlandse straatbeeld’ en anderzijds ‘om eindelijk wat terug te verdienen aan de islam’. Hoewel de winter nooit ver weg is, staan we er in Vlaanderen op dit punt alvast beter voor dan in Nederland. Toch?
Saïd El Majdoub – de auteur is de oprichter-gewezen voorzitter van Student Focus, een Antwerpse studentenvereniging en lid van de interculturele vereniging Kif Kif.