Kayumba en Karegeya hebben gelijk, maar zijn ongeloofwaardig

Guy Poppe

16 maart 2012
Opinie

Kayumba en Karegeya hebben gelijk, maar zijn ongeloofwaardig

Kayumba en Karegeya hebben gelijk, maar zijn ongeloofwaardig
Kayumba en Karegeya hebben gelijk, maar zijn ongeloofwaardig

Kayumba en Karegeya zijn geen lieverdjes. Het is ongeloofwaardig dat de ene als stafchef niets afgeweten heeft van het optreden van zijn leger in Congo en de andere als hoofd van de veiligheidsdienst niet op de hoogte was van de behandeling die opposanten, journalisten en kritische geesten te beurt viel. Ze doen ook veel te luchtig over de straffe toeren die Kagame de voorbije achttien jaar uitgehaald heeft. Zet ze maar eens op een rij.

Na de genocide was Rwanda een derde van zijn bevolking kwijt, dood of gevlucht, en was het economisch ontredderd. Op minder dan een generatie heeft Kagame een historische ommezwaai teweeggebracht. De wederopbouw is fenomenaal snel gebeurd, Rwanda is nu een Afrikaanse tijger met een economische groei die boven het gemiddelde ligt. Het heeft zich omgetoverd tot een Engelstalig land en zich ingeschakeld in de goed boerende Oostafrikaanse Gemeenschap en het Gemenebest. VISION 2020 geeft aan wat het visionaire nieuwe bestuur aan economische diversificatie en stedenbouw de komende jaren op het oog heeft. Kigali openleggen, er glasvezelkabels aanleggen en uitgroeien tot een technologische hub, dat soort dingen.

Rwanda scoort goed op de corruptie-index en ligt met de uitvoering van zijn met België afgesproken ontwikkelingsprogramma voor op het tijdschema, zodat het op het einde van de rit moeiteloos zijn extra 40 miljoen € op zak mag steken. Dat zijn geen kleine verdiensten, zouden Kayumba en Karegeya mogen beseffen.

Moeten de generaal en de chef van de spionagediensten, ongeloofwaardig als ze zijn, dan beter het zwijgen ertoe doen ? Neen, want ze hebben gelijk. Jammer genoeg voor de miljoenen Rwandezen in de heuvels die niet mee profiteren van de welvaart, waarin de nieuwe elite zich wentelt, hebben ze gelijk, Kayumba en Karegeya. Jammer genoeg voor de duizenden Twa, die hun strooien pygmeeënhut vernield zagen en dakloos achterbleven omdat ze geen geld hadden voor een stenen huis, hebben ze gelijk. Jammer genoeg voor wie er als presidentskandidaat durfde opkomen tegen Kagame, als journalist een kritische pen hanteerde of als militant mensenrechtenschendingen aan de kaak stelde, hebben ze gelijk, die twee.

“On n’ose plus parler”. Die zin heb ik altijd onthouden. Ze sprak hem twee keer uit tijdens ons gesprek, Francine Rutazana van de LDGL, de Liga voor de Rechten van de Mens in het gebied van de Grote Meren. In september 2004, straks acht jaar geleden. Toen al maakte ze me duidelijk dat de veiligheid en voorspoed, wat het nieuwe Rwanda haar gebracht had, overschaduwd werden door de zwijgplicht die Kagame haar en haar medeburgers oplegde. Ook zij was visionair. De stroom aan willekeurige aanhoudingen, lange gevangenisstraffen en straffeloze moorden is sindsdien niet opgehouden.

Ook generaal Kayumba heeft de dood in de ogen gezien toen een moordenaar hem in zijn ballingoord in Zuid-Afrika ijskoud in de buik schoot. Hij heeft meer geluk gehad dan een reeks tegenstanders van Kagame die het niet overleefd hebben. Kayumba hoeft echt niet te wachten tot Spanje hem vrijpleit van misdaden tegen de menselijkheid. Dat hij zijn boekje maar eens opendoet over de manier waarop het leger dat hij jarenlang geleid heeft Congo geplunderd heeft en destabiliseert, en dat blijft doen.

Dat hij maar eens uitlegt hoe zijn kompaan Dan Munyuza — de chef van alweer een andere veiligheidsdienst die onlangs aangehouden is -, toen hij aan het hoofd van de Africa desk van het leger stond, het leegzuigen van de Kivu’s efficiënt organiseerde. In Rwanda is corruptie goed georganiseerd en monolitisch, zei er onlangs iemand die het kan weten. De Rwandezen zijn geen amateurs, zoals hun buren aan de overkant van het Kivumeer. Het stinkt dus aan de top in Kigali, als zelfs mensen als Munyoza achter de tralies belanden. Er is geen reden meer, generaal Kayumba, om het potje gedekt te houden, de Rwandezen moeten kunnen ademen om vrijuit te kunnen spreken.

Nu we toch bezig zijn. Dat Kayumba maar eens inzicht geeft in het optreden van Rwandese militairen tijdens het begin van de oorlog in Congo, in 1996 en 1997. In het najaar van 2010 schreef een VN-rapport dat ze zich schuldig gemaakt hebben aan het systematische plegen van misdaden op grote schaal, die als het ooit tot een rechtszaak zou komen en daar bewezen zouden worden het predicaat genocide zouden verdienen. We horen het graag van de generaal.

En dat hij dan in een moeite door licht werpt op de aanslag op president Habyarimana, de vonk die de genocide op gang gebracht heeft. Het recente rapport van het Franse gerecht specificeert de meest waarschijnlijke plek van waar de schutters hun raketten op het vliegtuig afgevuurd hebben en dat maakt het iets minder waarschijnlijk dat het Kagame’s rebellen waren. Maar het pleit ze niet vrij, zoals Kigali ons voorhoudt te geloven. Als je meer weet, generaal, talm niet te lang. A murderer always rings twice.

Spijtig toch dat we die vernietigende analyse van het Rwanda van vandaag uit de mond van Kayumba en Karegeya moeten horen. Het zou me liever geweest zijn dat Victoire Ingabire, van wie het proces nog altijd loopt, dat openlijk kan doen zoals dat past voor presidentskandidaten, zonder daarvoor in de cel terecht te komen. Of dat we een en ander kunnen lezen in een goed gestoffeerd artikel van journalisten als Agnès Uwimana of Saïdati Mukakibibi, die voor respectievelijk zeventien en zeven jaar van hun vrijheid van mening en beweging beroofd zijn.

Spijtig dat we hun bedenkingen niet kunnen optekenen en het moeten stellen met twee heren die het Kagame-regime jarenlang gestalte gegeven hebben.