Kinderarbeid is volledig uit den boze, toch?!

David Verstockt

13 september 2016
Opinie

Kinderarbeid is volledig uit den boze, toch?!

Kinderarbeid is volledig uit den boze, toch?!
Kinderarbeid is volledig uit den boze, toch?!

Kinderarbeid ondermijnt de opvoeding en de kansen van het kind. Het is deel van een vicieuze cirkel waarbij kinderen hun leven lang gedoemd zijn te werken in onderbetaalde sectoren, zonder toegang tot sociale bescherming. De kans dat hun kinderen in dezelfde situatie terecht komen is groot. Bijgevolg zijn we met z´n allen tegen kinderarbeid. Terecht, of een vorm van westers paternalisme?

In Bolivia, waar kinderarbeid in vele sectoren en vooral de grote informele sector aanwezig is, leidde dit tot een conflict tussen de IAO en de Boliviaanse regering. Oorzaak was een wetswijziging in 2014 die kinderarbeid vanaf de leeftijd van 10 jaar toeliet. De vorige wet op kinderarbeid legde de lat op 14 jaar, maar dit botste volgens president Morales met de realiteit.

Zowel in de stad als op het platteland zijn kinderen aan het werk, voor, tijdens of na school. Sommige cijfers geven aan dat maar liefst 1.000.000 Boliviaanse kinderen enige vorm van arbeid verrichten, van helpen in de winkel van een familielid, tot het kappen van rietsuiker voor derden.

Voorwaarden

De nieuwe wet wilde gevolg geven aan de realiteit en deze kinderen de nodige bescherming geven. Vanaf tien jaar zou een kind legaal mogen werken in een familiale omgeving, vanaf de leeftijd van twaalf jaar mag een kind een contract afsluiten met een externe werkgever. De wet verplicht werkgevers bijvoorbeeld dat kinderen op zijn minst twee uur de tijd moeten krijgen om te studeren.

Alberto Alerigi (CC BY 2.0)

Een jonge schoenenpoetser in Santa Cruz de la Sierra, Bolivia

Alberto Alerigi (CC BY 2.0)​

Deze wet werd op applaus onthaald door de Unie van Werkende Kinderen en Adolescenten van Bolivia die zich in het verleden hard heeft verzet tegen de wet die kinderarbeid mogelijk maakte vanaf 14 jaar.

Jaren voor de totstandkoming van de nieuwe wet was het beleidswerk van de Unie gericht op de erkenning van kinderarbeid. ‘Men kan niet ontkennen dat kinderarbeid in Bolivia bestaat. We willen het niet stimuleren maar we hebben wel een normatief kader nodig die kinderen en adolescenten tijdens het werk beschermt’, klonk het steeds bij de Unie.

Vele middenveldorganisaties wereldwijd waren echter heel kritisch voor Bolivia. Met deze wet schendt Bolivia een belangrijk mensenrecht en tal van internationale conventies. De Conventie 138 van de IAO, geratificeerd door Bolivia, laat in zogenaamde ontwikkelingslanden lichte en niet-gevaarlijke kinderarbeid toe vanaf de leeftijd van 13 jaar. Bolivia werd daarom in Genève door de IAO op vingers getikt.

Hoewel de nieuwe wet kinderarbeid in de mijnsector verbiedt, blijft het fenomeen daar structureel aanwezig. De huishoudsector is een andere sector waar kinderarbeid nog vaak voorkomt.

Het staat vast dat de 1.000.000 Boliviaanse kinderen en adolescenten die structureel arbeid verrichten, vaak actief zijn in gevaarlijke en ondergewaardeerde sectoren. Hoewel de nieuwe wet kinderarbeid in de mijnsector verbiedt, blijft het fenomeen daar structureel aanwezig. De huishoudsector is een andere sector waar kinderarbeid nog vaak voorkomt.

Geschat wordt dat een kleine vijf procent van de arbeidsters meisjes jonger dan 15 jaar zijn, waarvan de meerderheid afkomstig van het platteland. In de Boliviaanse agro-industrie is de intensieve landarbeid heel vaak een familiaal gebeuren. Suikerrietkappers migreren voor enkele maanden naar de laaggelegen suikerrietvelden om er met hun gezin enkele maanden in werkkampen te verblijven. Om te voldoen aan de opgelegde quota schakelen sommige kappers hun vrouw en kinderen in.

Economisch moeras

De Federatie van Huishoudwerksters FENATRAHOB en de Confederatie van Boliviaanse Landarbeiders CNTACB, spreken zich publiekelijk uit tegen iedere vorm van kinderarbeid, maar durven tijdens informele gelegenheden het bestaan van kinderarbeid gedogen, steeds vanuit dezelfde realiteitszin. De leiders van deze vakbondsfederaties stonden immers zelf op het veld of achter het fornuis toen zij jong waren.

De economische realiteit dwingt families tot het inzetten van kinderen

Hoewel we absoluut akkoord moeten gaan met de strijd tegen kinderarbeid en met het universele kinderrecht om te studeren, dwingt de economische realiteit families tot het inzetten van de kinderen en regeringen tot het flexibiliseren van het fenomeen.

FOS is de Noord-Zuidorganisatie van de socialistische beweging in Vlaanderen en strijd onder voor de rechten van mensen in precaire omstandigheden.Het debat rond kinderarbeid reduceren tot verschillen in culturen lijkt me een te vermijden extreem van cultuurrelativisme, maar zolang landen blijven vastzitten in een economisch moeras is het blind bekritiseren van kinderarbeid in deze landen dan weer een te vermijden vorm van Westers paternalisme.

David Verstockt is programmamedewerker voor FOS in Bolivia