Een delicate paradox: hoe de gezondheidssector de klimaatcrisis voedt

‘Klimaatslimme gezondheidszorg moet de norm worden’

© Memisa

Dat de klimaatcrisis ook een gezondheidscrisis is, is intussen duidelijk. Maar paradoxaal draagt de gezondheidszorg ook stevig bij tot deze mondiale klimaatcrisis. De medische sector draagt dus ook een grote verantwoordelijkheid in de transitie naar een koolstofarme maatschappij, vindt Annelies Van Erp van de ngo Memisa.

“Breng geen schade toe”, luidt een van de zinnetjes uit de eed van Hippocrates, de verklaring waarin artsen beloven zich te houden aan de verschillende beroepsregels. Maar geen schade berokkenen, wat betekent dit in een wereld die bedreigd wordt door klimaatverandering, wetende dat de gezondheidssector zelf een enorme ecologische voetafdruk heeft?

Dat de klimaatcrisis ook een gezondheidscrisis is, is intussen duidelijk. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zal de klimaatverandering vanaf 2030 elk jaar 250.000 extra sterfgevallen veroorzaken. Bovendien worden de gezondheidskosten die hier rechtstreeks uit voortvloeien voor 2030 geraamd op 2 tot 4 miljard dollar per jaar.

De medische sector is verantwoordelijk voor 4 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot.

Maar paradoxaal draagt de gezondheidszorg stevig bij tot deze mondiale klimaatcrisis. De sector is verantwoordelijk voor 4 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. Dat cijfer is ongeveer gelijk aan de uitstoot van de luchtvaart en meer dan scheepvaart. Voor België zijn er geen exacte cijfers, maar in Nederland bijvoorbeeld is de gezondheidssector goed voor 7 procent van de totale vervuiling. Het grootste deel van die vervuiling is te wijten aan de productie, transport en afvalverwerking.

‘Het is redelijk ironisch. Voorzieningen in de gezondheidssector zijn het operationele hart van de dienstverlening. Ze beschermen de gezondheid, behandelen patiënten en redden levens. Maar deze voorzieningen zijn ook een bron van koolstofemissies, die bijdragen aan klimaatverandering en de gezondheid schaden’, vat Tedros Adhanom Ghebreyesus, directeur-generaal van de WHO het goed samen.

Als medische ngo worstelt Memisa ook met de vraag hoe we onze voetafdruk zowel intern als bij de uitvoering van onze activiteiten kunnen verkleinen. Belgische medewerkers vliegen regelmatig naar de partnerlanden en omgekeerd komen Afrikaanse collega’s af en toe naar Brussel. We investeren in zonnepanelen, maar op verschillende plekken worden vervuilende dieselgeneratoren nog veelvuldig gebruikt en wegwerp (medisch) materiaal is nu eenmaal een logischere optie als je niet zeker bent of je wel proper water of elektriciteit hebt om dingen te steriliseren.

Al moeten we dit niet overschatten, de vijf Afrikaanse landen waar wij mee samenwerken stoten enorm weinig uit. De grootste uitstoters (de Verenigde Staten, China en de gezamenlijke landen van de Europese Unie) zijn verantwoordelijk voor meer dan de helft van de totale klimaatvoetafdruk van de gezondheidszorg in de wereld (56%).

De dramatische gevolgen van de klimaatverandering 
ondervinden we dagelijks bij de uitvoering van onze projecten.

Maar dat neemt niet weg dat we erover moeten waken dat we een groene transitie ter harte nemen. Want de dramatische gevolgen van de klimaatverandering ondervinden we dagelijks bij de uitvoering van onze projecten. Door de klimaatverandering raken mensen sneller ondervoed, vooral kinderen en ouderen zijn hier kwetsbaar voor.

Verstoorde landbouwsystemen leveren minder voedsel op en een structurele daling van voedsel leidt tot chronische ondervoeding en groeiachterstand, waardoor kinderen vatbaar worden voor ziektes als malaria en luchtwegen- en darminfecties, wat uiteindelijk kan leiden tot de dood. Maar niet alleen de impact van het klimaat op de landbouw leidt tot ondervoeding. Er is ook een aanzienlijke rechtstreekse uitwerking. Hitte veroorzaakt een verminderde eetlust, toegenomen dehydratatie en meer kans op diarree.

© Memisa

Alarm in Bondonga

In het dorpje Bondanga in de gezondheidszone Bokonzi, (provincie Sud-Ubangi, DR Congo), luidt collega dokter Juste Momboto de alarmbel. Het oorspronkelijke vissersdorpje, waarvan de bevolking zo nauw samenleeft met de Ngiri-rivier, zag haar omgeving de laatste jaren drastisch veranderen. Het droogseizoen dat vroeger slechts gemiddeld drie maanden duurde, telt nu vijf maanden. De vispopulatie daalt jaar na jaar. En wanneer het regent, zijn de buien zo intens waardoor ze overstromingen veroorzaken en onherstelbare vernielingen aanrichten.

De gezinnen leven nochtans van de visvangst. Op verschillende markten in naburige dorpen verkopen ze hun vangst en met die opbrengst kopen ze aanvullende voedingsmiddelen. Andere activiteiten zijn onmogelijk bij gebrek aan vruchtbaar akkerland. 11 procent van de oorspronkelijke inwoners van Bondanga zag zich reeds genoodzaakt om te verhuizen. Zij trok enerzijds naar naburige dorpen waar wel vruchtbare grond is, maar dit leidt tot spanningen met de oorspronkelijke bewoners en loopt soms zelfs uit tot grondconflicten. Een ander deel van de inwoners van Bondanga verhuisde naar steden waar zij op hun beurt blootgesteld worden aan de (gezondheids)risico’s die verbonden zijn aan deze manier van leven zoals werkloosheid en luchtvervuiling.

Er moet ook een politieke wil zijn, die ervoor zorgt dat een klimaatslimme gezondheidszorg de norm wordt.

Blijf op de hoogte

Schrijf je in op onze nieuwsbrieven en blijf op de hoogte van het mondiale nieuws
Memisa ondersteunt gezondheidsstructuren om zich te organiseren om beter om te gaan met de gevolgen van klimaatverandering. Door de lokale bevolking te sensibiliseren rond ondervoeding, infrastructuur aan te passen (bijvoorbeeld een extra hangaar om schaduw te creëren voor wachtende patiënten of een verhoogd gezondheidscentrum in gebieden die vaak overstromen).

In sommige gebieden stimuleren we het gebruik van adobe of leemstenen (stenen gedroogd in de zon, waardoor er geen hout nodig is om ze te bakken). We werken met zonnepanelen waar mogelijk en in onder meer Guinee bouwen we verbrandingsovens zodat biomedisch afval niet langer in open lucht wordt verbrand. We werken samen met ingenieurs om de minst vervuilden modellen te kunnen voorzien.

Zoals iedere sector, moet ook de gezondheidssector zijn verantwoordelijkheid nemen om de ergste gevolgen van de klimaatverandering te voorkomen. Als medische ngo moeten we zoveel mogelijk ons eigen gedrag onder de loep nemen en indien mogelijk aanpassen en daarnaast handvaten aanreiken zodat zorgmedewerkers hun werk op een zo duurzame manier kunnen uitoefenen.

Maar daarnaast moet er ook een politieke wil zijn, die ervoor zorgt dat een klimaatslimme gezondheidszorg de norm wordt. Met andere woorden investeringen die afgestemd worden op de wereldwijde klimaatdoelstellingen. De gezondheidssector vertegenwoordigt 10 procent van de wereldeconomie blijkt uit cijfers van de Wereldbank, een onmisbaar potentieel om een koolstofarme, rechtvaardigere en gezondere toekomst te bereiken.

In Bondanga heeft de bevolking niet de tijd om te wachten tot de politiek in actie schiet. Op eigen initiatief en met de steun van Memisa is ze gestart met de renovatie van het gezondheidscentrum. Met duurzame materialen en doordachte plannen zodat het gebouw resistent is tegen het opkomende water en de hevige regenbuien die als maar talrijker zullen worden in de toekomst.

Annelies Van Erp is medewerker bij de medische ngo Memisa.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.