Dimitri Van den Meerssche
“‘'Kompany, ga je voetballen op kadavers?'’
In 2022 vindt de Wereldbeker voetbal plaats in Qatar. Voetbalfan Dimitri Van den Meerssche verzoekt de kapitein van de Rode Duivels aan de arbeiders in het land te denken en niet te spelen. 'Niet omdat het er te warm is, maar omdat we weigeren te voetballen op kadavers, omdat er een grens is aan de morele prijs van spektakel.'
Geachte heer Kompany, beste Vincent. Ik schrijf je deze open brief niet enkel omdat je de kapitein bent van ons nationale elftal. Naast een uitstekend voetballer ben je immers ook een charismatisch publiek figuur en een geëngageerd filantroop.
Je gouden voeten hebben je een grote verantwoordelijkheid gebracht: wat je zegt en doet echoot in tienerharten van Manchester tot Molenbeek. Vince the Prince. Een kroon die je draagt met trots, omdat je weet dat het rijk van koning voetbal verder strekt dan vier witgekalkte lijnen op een veld.
Voetbal kan het licht zijn aan het eind van een tunnel van ellende. Maar het kan ook de ingang zijn van die tunnel. Dan wordt voetbal een maatschappelijk probleem, een ziekte die geheeld moet worden. Deze brief is een verzoek tot heling. Een verzoek om niet te gaan voetballen in Qatar, waar slavenhanden de stadions bouwen waarin jullie zullen spelen.
De bouwwoede in Qatar is duidelijk zichtbaar in aanloop naar 2022.
Omar Chatriwala (CC BY-NC-ND 2.0)
Voetballen op een kerkhof
Zoals je weet vond dertig jaar geleden één van de grootste rampen plaats in de geschiedenis van het voetbal. Het Heizeldrama kostte uiteindelijk het leven aan negenendertig voetbalsupporters.
Van alle verbijsterende en afschuwelijke taferelen die dag – de bloeddorstige meute Liverpool supporters, de golvende zee van massahysterie en de dodelijke draaikolk van beton – is er één beeld dat op de schaal van gruwel alle anderen overstijgt: de vreugdetaferelen bij de spelers en supporters van Juventus na Platini’s penaltydoelpunt.
‘Qatar zal zijn voetbaldoden diep genoeg begraven.’
In de schaduw van de tragedie van die dag verandert de onschuldige banaliteit van de voetbalvreugde in bijtend cynisme, in een bevreemdende onmenselijkheid. Lachend dansen naast de doden. Er zijn er velen, met mij, die het Platini en de eenentwintig andere spelers nooit zullen vergeven dat ze die avond het veld zijn opgestapt.
Net als die lenteavond in 1985, Vincent, zal je in Qatar voetballen op een kerkhof. Een kerkhof van voornamelijk Indiase en Nepalese arbeiders. Daar zal natuurlijk niets van te zien zijn. Qatar zal zijn voetbaldoden diep genoeg begraven. Zijn bouwslaven zullen verstopt worden ver weg van de bladgouden zeepbel die aan de wereld gepresenteerd zal worden.
Daarom wil ik het je hier vertellen. Sinds de FIFA in 2010 aankondigde dat de Wereldbeker in Qatar zal plaatsvinden zijn meer dan 1200 arbeiders gestorven in de bouw van de stadions. Analisten voorspellen dat dit er ongeveer 4000 zullen zijn alvorens de aftrap wordt gegeven.
Slavernij
Meer dan een miljoen arbeiders uit Azië worden in Qatar tewerkgesteld in de bouw van de infrastructuur voor de Wereldbeker. Ze worden niet beschermd door het arbeidsrecht dat van toepassing is op Qatarese arbeiders, maar vallen onder een apart regime: de ‘Kafala’.
Rapporten van onder andere de Verenigde Naties, het International Vakverbond en de Britse krant The Guardian leggen de gevolgen van dit systeem bloot.
‘Dode lichamen worden voor levende geruild met dezelfde emotionele beleving waarmee jij een nieuwe bal vraagt nadat de vorige het stadion is uitgekeild.’
Arbeiders werken in extreme hitte tot veertien uur per dag, met gebrekkige toegang tot water en vaak zonder enige bescherming. Het niet uitbetalen van lonen en het achterhouden van paspoorten houden hen gevangen in een land waaruit ze weg willen. Elke vorm van vereniging en collectieve actie is verboden voor migrantenarbeiders en pogingen daartoe worden met geweld afgeslagen. De levensomstandigheden van de arbeiders terplekke zijn erbarmelijk en de kansen om te integreren in de samenleving onbestaande. De organisatie Anti-Slavery International vat de situatie als volgt samen: ‘Deze arbeidsomstandigheden en het verbazingwekkende aantal sterfgevallen van kwetsbare arbeiders gaan verder dan enkel dwangarbeid en moeten aanzien worden als slavernij’.
Net als de slavernij uit ons koloniale verleden vloeit ook dit systeem voort uit een proces van dehumanisering. De arbeiders worden aanzien als objecten, vervangbare productiefactoren waarvan de voorraad eindeloos is. Dode lichamen worden voor levende geruild met dezelfde emotionele beleving waarmee jij een nieuwe bal vraagt nadat de vorige het stadion is uitgekeild.
‘We weten dat de keuze voor Qatar geen keuze is voor de sport, maar voor de huichelarij. Het is een schande, knikken we allen samen, maar wat baat onze globale verontwaardiging?’
Aslan Media (CC BY-NC-ND 2.0)
De farao wacht niet
Wanneer een mens voor instrument wordt aanzien is empathie overbodig. Dit werd de voorbije weken nog maar eens pijnlijk duidelijk toen Qatar weigerde de Nepalese arbeiders huiswaarts te laten keren om hun familieleden te begraven na de desastreuze aardbeving. ‘We kunnen geen vertraging oplopen.’
De piramides moeten af en de farao wacht niet. Maar de farao, Vincent, dat zijn wij. De verantwoordelijkheid voor de horror die zich nu in Qatar afspeelt wordt gedragen door allen die straks aan het schouwspel deelnemen, zowel op als naast het veld. Het zijn onze ethische apathie, onze sensatielust en onze lafheid die doden.
‘Het zijn onze ethische apathie, onze sensatielust en onze lafheid die doden.’
Tegen deze gruwel is op politiek niveau helaas weinig te beginnen. Geen mens met gezond verstand twijfelt eraan dat de beslissing om in de oliestaat te gaan voetballen het gevolg is van corrupt gekonkel in de achterkamers van Zwitserse luxehotels. De laatste dagen werd nog maar eens duidelijk dat het stemgedrag van FIFA officials niet gestuurd wordt door voetbalverstand, maar door de logica van vraag en aanbod.
Ik wed dat ze een bal geen vijf keer kunnen hooghouden, FIFA’s schimmige charlatans. We weten dat de keuze voor Qatar geen keuze is voor de sport, maar voor de huichelarij. Het is een schande, knikken we allen samen, maar wat baat onze globale verontwaardiging? FIFA is niet onderhevig aan de wetten van de democratie, wel aan het simpele dogma dat alles te koop is.
Zolang de bal rolt…
Het staat vast dat de situatie in Qatar manifest in strijd is met internationale mensenrechtenverdragen. De Verenigde Naties heeft Qatar al meermaals op de vingers getikt voor de mensonwaardige arbeidsomstandigheden in het land en het structurele racisme in zijn arbeidswetgeving. Maar petroleum is de afgod waar diplomatie voor knielt, en die is blind voor ethische bezwaren. In internationaal recht, Vincent, kan je honderd rode kaarten krijgen en nog op het veld staan.
‘In internationaal recht, Vincent, kan je honderd rode kaarten krijgen en nog op het veld staan.’
Zolang de bal rolt en de voetbalgekke massa sportief spektakel verkiest boven menswaardigheid, zal de situatie blijven zoals ze is. De gruwel in Qatar bestaat bij gratie van onze passiviteit, het feit dat ons collectief moreel bewustzijn begrensd is door brood en spelen.
De sleutel tot een oplossing is niet in handen van FIFA bureaucraten, politici of diplomaten. Wat nodig is, zijn charismatische spelers van absoluut topniveau met een aangeboren talent voor leiderschap en een instinct voor rechtvaardigheid die opstaan en de voetbalwereld een geweten schoppen.
Spelers zoals jij, Vincent, die zeggen: daar spelen we niet. Niet omdat het er te warm is, maar omdat we weigeren te voetballen op kadavers, omdat er een grens is aan de morele prijs van spektakel. Als er tien spelers van jouw niveau dergelijke boodschap de wereld in sturen, zullen anderen volgen en valt het kaartenhuis in elkaar.
‘Elke dag kost de Wereldbeker in Qatar het leven van een man van onze leeftijd die de pech had een beitel te krijgen in plaats van een bal.’
Omar Chatriwala (CC BY-NC-ND 2.0)
Nu het nieuws bol staat van illegale miljoenendeals, politiek gemanipuleerde voorzittersverkiezingen, steekpenningen en sponsorcontracten zou men geneigd zijn de essentie van de sport over het hoofd te zien: tweeëntwintig spelers op een veld, een wreefschot, een stadion dat verstijft, een net dat bolt. Dat is de kern, Vincent. Zonder jullie is er geen Wereldbeker.
‘Het is binnen jullie macht om de sport te redden van zijn morele failliet.’
Het zou de laatste Wereldbeker zijn van je schitterende carrière, en uiteraard wil je die spelen. Maar wat mag die droom kosten? Op welk punt gaat de balans over van sensatie in schaamte? Zou jij in 1985 het veld zijn opgestapt? Het excuus van verschillende spelers in die finale was dat ze zich niet bewust waren van de omvang van de ramp. Wel, Vincent, als u deze brief leest, kan u zich daar alvast niet meer op beroepen.
Elke dag kost de Wereldbeker in Qatar het leven van een man van onze leeftijd die de pech had een beitel te krijgen in plaats van een bal. Dat is een schande die gelijk welk sportief succes overschaduwt en ridiculiseert. Jullie, topvoetballers, zijn het rolmodel van miljoenen jongeren. Het is binnen jullie macht om de sport te redden van zijn morele failliet. Daarom, Vincent, verzoek ik je de wereld te vertellen dat je niet gaat voetballen in Qatar. Ik zou je er eeuwig voor bewonderen.
Dimitri Van den Meerssche is doctorandus aan het European University Institute. Eerder studeerde hij internationaal recht aan de Universiteit Gent en New York University.