Fatma Arikoglu, Emine Isci, Tina De Gendt, Reyhan Görgöz en Ali Capa
Waarom wij als ouders zelf Turkse lessen organiseerden en dat zullen blijven doen
“‘Meertaligheid is een troef, ook als het om Turks gaat’
Een groep ouders van kinderen die Turkse bijles krijgen reageert op de verdachtmakingen door staatssecretaris Zuhal Demir. 'Een kind dat naast Nederlands Frans en Italiaans kent, is in Vlaanderen goed bezig. Maar een kind dat naast Nederlands ook Arabisch of Turks spreekt, slecht blijkbaar.' Daar zijn ze het niet mee eens.
(c) Belemtürk.tv
Staatssecretaris voor Gelijke Kansen Zuhal Demir reageert boos op het feit dat wij, een groepje Gentse ouders, Turkse taallessen organiseren voor onze kinderen. Lessen die overigens al meer dan veertig jaar georganiseerd worden in Vlaanderen in het kader van een bilateraal akkoord (en waar president Erdogan dus helemaal niets mee te maken heeft). Waar maakt ze zich dus boos over? Het enige nieuwe is dat het de ouders zelf zijn die dit initiatief hebben genomen. Dus als mevrouw Demir zich boos wil maken, dan graag op de juiste, ons: de ouders.
Sta ons daarom toe even te verduidelijken waarom wij dit initiatief genomen hebben. Aan ‘anti-integratie’ (wat ons blijkbaar verweten wordt) doen we in elk geval niet. Eerder omgekeerd: onze kinderen zijn zodanig geïntegreerd en wij spreken thuis allemaal zodanig veel Nederlands dat ze hun andere thuistaal (in ons geval: het Turks) amper nog beheersen. Dat is de reden waarom we dit initiatief hebben genomen. Om onze kinderen de kans te geven hun meertaligheid te verzilveren (naar de toekomst toe), maar vooral om hen de kans te geven nog te communiceren met hun Turkstalige familie (in Turkije of hier in Europa). Een oma en een kleinkind die niet met elkaar kunnen spreken, het breekt toch je hart?
Bovendien is Turks niet alleen één van hun thuistalen, maar ook een deel van hun identiteit. Hoe veel Nederlands ze ook spreken, in het Vlaanderen van vandaag worden zij er constant op gewezen dat ze ‘aan de naam te zien, toch niet van hier zijn’. Daar staan wij als ouders machteloos tegenover. Onze pogingen hen duidelijk te maken dat ze wel degelijk ‘van hier’ zijn en evenveel rechten hebben als hun klasgenootjes met een Vlaamse naam, zijn duidelijk niet voldoende in deze context.
Wij zijn blij in een stad te wonen waar het onderwijsbeleid gebaseerd wordt op wetenschap en niet op meningen.
Hebben ze evenveel rechten? We maken ons sterk dat ouders met Vlaamsere namen perfect Franse, Chinese of Italiaanse taallessen zouden kunnen organiseren voor hun kinderen zonder dat ze daarvoor een reprimande krijgen van de staatssecretaris. Want ook die landen detacheren leerkrachten naar Vlaanderen om hier ‘taal- en cultuurlessen’ te geven aan kinderen. Die liggen niet onder vuur. Een kind dat naast Nederlands Frans en Italiaans kent, is in Vlaanderen goed bezig. Maar een kind dat naast Nederlands ook Arabisch of Turks spreekt, slecht.
Meertaligheid is een troef, ongeacht om welke talen het gaat. Dat is een wetenschappelijk feit. Wij zijn blij in een stad te wonen waar het onderwijsbeleid gebaseerd wordt op wetenschap en niet op meningen. Maar ook buiten de school willen wij onze kinderen dat cadeau geven. Niet alleen om hen extra kansen te geven, maar ook om hen wapens te geven in deze meertalige wereld. Een kind dat de taal maar half kent, kan geen vragen stellen bij mediaberichten of politieke boodschappen. Een kind dat de taal niet spreekt, kan geen weerwerk bieden. Wij willen onze kinderen wel de kans geven zich te ontwikkelen tot kritische wereldburgers die, niet alleen in het Nederlands, maar hopelijk in zo veel mogelijk andere talen, de vragen kunnen stellen die ertoe doen.
Om die reden hebben we de taallessen georganiseerd. Om die reden hebben we ook de universiteit betrokken bij onze lessen. En om die reden stonden we erop dat professionele leerkrachten werden ingeschakeld (die hier sowieso al in het land waren). Maar omdat we ook niet ongevoelig zijn voor de context en ook kritische vragen stellen bij het regime in Turkije, zijn we als ouders ook zelf altijd bij de lessen aanwezig geweest om ervoor te zorgen dat er enkel taalles werd gegeven.
Daardoor hebben wij met eigen ogen gezien hoe deze leerkrachten (de zogenaamde ‘infiltranten van Erdogan’) erin geslaagd zijn onze kinderen een liefde voor de Turkse taal bij te brengen die ze voordien niet hadden. Zodat ze nu niet meer beschaamd zijn om oma of opa in het Turks te begroeten. Daar was het ons allemaal om te doen en daarom zullen we dit initiatief in de toekomst blijven doen. En daar hebben wij de toelating van de staatssecretaris niet voor nodig.
De organiserende oudergroep: Fatma Arikoglu, Emine Isci, Tina De Gendt, Reyhan Görgöz en Ali Capa