Olie maakt blind

De Spaanse regering heeft beslist om de toegelaten snelheid voor wagens te verlagen naar 110 km per uur. Om het openbaar vervoer te stimuleren worden korte treinritten 5 procent goedkoper. En het aandeel biobrandstoffen wordt opgetrokken tot 7 procent. Ook de Nederlandse regering denkt aan snelheidsverlagingen tot 90 km per uur. Is er te veel fijn stof? Wil men het verkeer veiliger maken? Of hebben de Spaanse en Nederlandse regering een klimaatplan klaar?

  • Brecht Goris Els Keytsman Brecht Goris

Niets van dit alles. Reden is de “nakende olieschaarste door de onlusten in Libië”. Daardoor “piekt de olieprijs”, en met snelheidsverlagingen denkt men die prijsstijgingen te dempen. Een en ander doet terugdenken aan de jaren ‘70. Die “eerste oliecrisis” was het gevolg van politiek gerichte acties van de Arabische olieproducerende landen tegen het Westen. Omdat zoveel Westerse landen zo van olie afhankelijk waren, had die oliecrisis met zijn stijgende olieprijzen wereldwijd grote invloed. We kregen de eerste autoloze zondagen en later Playmobil (plastic speelgoed -met als grondstof olie- moest klein zijn). De maatregelen bleken echter maar van korte duur, en sindsdien was onze olieafhankelijkheid nooit kleiner.

Libië is vandaag Afrika’s grootste olieproducent. Volgens de Oil and Gas Journal (OGJ) telt Libië bijna 47 miljard vaten oliereserves, de grootste in Afrika. Sterker nog: de economie van Libië drijft gewoonweg op de olie- en gasindustrie. Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) was in 2010 de export van olie en gas goed voor 95 procent van de totale inkomsten van het land. Dankzij de grote inkomsten uit de oliesector en het relatief lage aantal inwoners (6,5 miljoen inwoners) behoort Libië -althans volgens de statistieken- per hoofd van de bevolking tot de rijkste landen van Afrika. Libië mag dan wel beschikken over de grootste bewezen oliereserves van Afrika, de lokale bevolking merkt daar tot vandaag bitter weinig van. De winsten zijn namelijk bestemd voor kolonel Khadaffi en, niet in het minst, de oliebedrijven.

Maar de olie-industrie biedt weinig werkgelegenheid voor de lokale bevolking en slechts een klein deel van de inkomsten komt bij de burgers terecht. De werkloosheid in Libië bedraagt 30 procent. Maar liefst tot 50 procent van de jeugd is werkloos. Ongeveer een derde van de Libiërs leeft op of onder de armoedegrens en een vijfde van de bevolking is analfabeet. Wie bovendien weet dat grote delen van Libië ongeschikt zijn voor landbouw en dat het land ongeveer driekwart van zijn voedsel moet importeren, beseft meteen hoe schrijnend de economische situatie van de lokale bevolking is. Een sprekend cijfer: in de eerste negen maanden van 2010 exporteerde Libië in totaal voor een bedrag van 476 miljoen euro naar Nederland, vrijwel geheel olie. Nederland voerde in diezelfde periode voor een bedrag van 191 miljoen euro uit naar Libië. Voornaamste producten waren voedingsmiddelen en machines. (Over wapenhandel wijden we nu even niet uit - onbegrijpelijk dat wanneer Rudi Vranckx zondagavond in een reportage toont hoe er in Libië met Belgische wapens op betogende burgers wordt geschoten, dit in ons land niet tot een regeringscrisis leidt).

Door de onlusten werd de olieproductie in het oosten van Libië, waar de belangrijkste olievelden liggen, teruggebracht tot minder dan de helft. Deze veiligheidsmaatregel treft ook en vooral Europa. Libië produceerde dagelijks 1,8 miljoen vaten olie en volgens het Internationaal Energie Agentschap (IEA) is hiervan 1,2 miljoen vaten olie bestemd voor OESO-landen. Europa neemt maar liefst meer dan 85 procent van de Libische olieproductie af. Wanneer we de cijfers van de Westeuropese kant bekijken, valt de enorme afhankelijkheid van Libië voor de invoer van olie van Westeuropese landen sterk op. Zo bedraagt maar liefst 22 procent van de olie-import van voormalig kolonisator Italië Libische olie. Maar ook Ierland (23%), Oostenrijk (21%), Zwitserland (19%), Griekenland (15%), Frankrijk (16%), Spanje (12%) en Portugal (11%) hangen voor hun olie-import voor een groot deel van de Libische olieproductie af.

Het is pas als letterlijk de oliekraan wordt toegedraaid, dat we in actie schieten.
Hoe is Libië plots de belangrijkste olieleverancier van West-Europa geworden? Immers, door de sancties van de Verenigde Naties en de internationale gemeenschap konden de Westerse bedrijven jarenlang niet actief zijn in Libië. Die sancties werden echter in 2003 opgeheven nadat Libië “zijn verantwoordelijkheid nam” voor de Lockerbie-aanslag in 1988 en het land de nabestaanden compenseerde. Ook zwoer Libië massavernietigingswapens af. In 2006 beschouwden de Verenigde Staten Libië ook niet langer als een aanhanger van terrorisme.

Met het opheffen van de sancties kon het land zich herstellen en sindsdien hebben internationale oliemaatschappijen hun investeringen in exploratie en productie van olie en gas opgedreven. Door deze afhankelijkheid lieten zowel Westerse als Arabische regeringen de in opstand gekomen Libiërs in de steek. Dat stelde alvast Ibrahim Sahad, de secretaris-generaal van de belangrijkste Libische oppositiebeweging ‘National Front for the Salvation of Libya (NFSL)’ vrijdag vanuit Washington. Hij riep de regeringen wereldwijd op zich uit te spreken tegen Khadaffi ”die overal bekend staat als een terrorist”. Dat dit tot dit weekend nog steeds niet was gebeurd, heeft volgens Sahad te maken met de buitenlandse belangen in Libië.

Pas dit weekend heeft de VN-veiligheidsraad beslist om het regime van Khadaffi resoluut aan te pakken. De vetgemeste bankrekeningen van Khadaffi worden bevroren, er komt een wapenembargo en Khadaffi wordt doorverwezen naar het Internationale Gerechtshof - weliswaar een historische beslissing maar toch wel traag en laat. “Olie verblindt buitenlandse regeringen” zegt Sahad onomwonden.

Hij lijkt gelijk te krijgen.  Opeenvolgende oliecrisissen en later de jarenlange waarschuwingen voor de gevolgen van klimaatsverandering hebben hier inderdaad nog kunnen zorgen voor een beter energiebeleid. Straffer nog, evenmin heeft de nakende dreiging van de zogenaamde ‘oliepiek’ gezorgd voor radicaal ander energiebeleid. Over wanneer we dit kantelpunt zouden bereiken is al veel inkt gevloeid, en telkens was het uitkijken naar voorspellingen van energie-instanties. Nooit spraken die een voorspelling duidelijk uit - het was steeds iets voor de (nabije) toekomst. Heel recent echter, in november 2010 bracht het IEA zijn World Energy Outlook uit. Daarin gaf het agentschap min of meer per ongeluk toe dat piekolie een realiteit is.

De vermelding is slechts zijdelings te lezen, namelijk in een cryptisch zinnetje bij een projectie van de energievoorziening voor de komende 25 jaar. Maar het kwam er weldegelijk op neer dat de productie van ruwe olie al zo’n vier jaar, in 2006, geleden heeft gepiekt. Maar geen enkel olieafhankelijk land is in actie geschoten om zijn energiebeleid om te gooien.

Het is pas als letterlijk de oliekraan wordt toegedraaid, dat we in actie schieten. Net zoals in de jaren ‘70 lijken geopolitieke verschuivingen meer resultaat op te leveren dan ecologisch bewustzijn. De Libische bevolking heeft heel lang enorm geleden onder het schrikbewind van Khadaffi. Het is dan ook erg cynisch dat pas deze bloedige burgeropstand er ons enigszins toe zal brengen wat zorgvuldiger met het zwarte goud om te gaan.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.