[opinie] Er komen andere tijden

Opinie

[opinie] Er komen andere tijden

Op 15 november worden de leiders van twintig vooraanstaande wereldnaties vewacht in de Verenigde Staten om aan een nieuwe financiële wereldstructuur te timmeren. Maar als George Bush over "democratisch kapitalisme" droomt, boer let uw ganzen!

Er komen andere tijden. Het is ons al eens eerder beloofd, door Boudewijn De Groot en Bob Dylan. Vandaag wordt de omwenteling echter aangekondigd vanuit de diepten van de mondiale financiële crisis, door een aanzewellend koor van bankiers, staatshoofden, economen en andere grijsgestreepte, driedelige pakken die unisono beloven dat alles anders wordt, eenmaal de schulden uit het verleden vergeven en vergeten zijn.
De eerste stem in dat internationale koor is weggelegd voor de Europese tenoren Nicolas Sarkozy, Gordon Brown en Angela Merkel –Europees Commissievoorzitter Barroso mag ook mee op de foto, op voorwaarde dat hij zijn gebrek aan moed en ideeën verstopt achter zijn wassen glimlach. Sarkozy overtuigde op 18 oktober zelfs de Amerikaanse president Bush van de noodzaak om de financiële krach en de aanstormende economische recessie te beantwoorden met een gezamenlijke aanpak door de machtigste wereldleiders.
Sarkozy wil de financiële architectuur van de gemondialiseerde wereld hertekenen, ‘want als we verderwerken zoals we bezig waren, krijgen we straks opnieuw dezelfde rampen over ons heen.’ Bush wil graag gastheer spelen voor zo’n bijeenkomst –op de valreep, nog net voordat hij de achterdeur van het Witte Huis achter zich dichttrekt– maar hij wil vooral het gehavende gebouw renoveren: ‘We moeten de fundamenten van het democratisch kapitalisme behouden: vrije markten, vrije ondernemingen en vrijhandel.’
Democratisch kapitalisme? Dat klinkt even mooi en onbetrouwbaar als het compassionate conservatism waarmee Bush in 2000 net genoeg stemmen kreeg om door het Hooggerechtshof aangeduid te worden als de winnaar van de verkiezingen. De belofte op een warm en medelevend beleid heeft geleid tot het meest oorlogszuchtige regime dat de Verenigde Staten de voorbije halve eeuw kenden. En de idee dat kapitalisme democratisch is, geldt net zolang de belastingbetalers de rekening van het gore feestje van de speculanten willen betalen. Er is niet veel democratisch aan het financiële kapitalisme, en dat. zou zelfs George W. moeten weten.
Het is voor de Verenigde Staten blijkbaar erg moeilijk om het falen van het eigen succesmodel te verteren. Telkens een Chinese, Europese of andere wereldleider er op wijst dat de dolgedraaide financiële wereld onvermijdelijk op deze perte totale moest eindigen, haalt de collectieve Angelsaksische pers het woord schadenfreude–leedvermaak– boven. Daarmee wordt meteen de rationele en intellectuele stevigheid van argumenten pro-regulering afgezwakt en worden alle niet-gelovigen herleid tot jaloerse mannetjes die genieten van hun kortstondige moment van wraak.
Nochtans hebben Europese leiders wel degelijk recht van spreken. Exact tien jaar geleden riepen de Duitse minister van Financiën Oskar Lafontaine en zijn collega in de pasgevormde Franse regering Dominique Strauss-Kahn op ‘een sterker regulerend kader voor de mondiale financiële markten te ontwerpen.’ Lafontaine is nu kopman van Die Linke, de radicaal-socialistische partij die de Duitse sociaal-democraten het vuur aan de schenen legt, DSK is topman van het Internationaal Muntfoinds, waar hij onlangs Bill Clintongewijs in opspraak kwam.
De twee politici dachten destijds onder andere aan meer controle op banken, internationale kapitaalstromen, hedgde funds en afgeleide financiële producten. Ze deden die oproep in oktober 1998 midden een mondiale financiële crisis. Die was toen niet uitgebroken in New York, maar in Bangkok. En dus stond de wijsheid van Wall Street niet in vraag, integendeel. Het gezamenlijke Frans-Duitse standpunt werd enkele dagen later in de Washington Post afgedaan als te gek om los te lopen in de ware wereld van onontkoombare economische wetmatigheden. ‘Zij laten de politiek in plaats van de economie bepalen welk beleid ze voeren in hun strijd tegen de werkloosheid, en dat betekent dat dit beleid zal falen.’
Zo kort, zo zelfverzekerd en zo arrogant kon dat toen nog. Vandaag niet meer. Maar dat betekent niet dat we meteen aanbeland zijn bij de gedroomde andere tijden. Om ‘de vloek te leggen op alles wat vals is en krom en onecht’, om ervoor te zorgen dat ‘de man bovenaan de laagste is van straks’, zal een nieuw Bretton Woods niet volstaan. En Europese ministers moeten meer dan dan gelijk hebben. Ze moeten hun gelijk ook waarmaken ditmaal.