Pleidooi voor een eerlijke concurrentie in de energiekeuze

Bart Bode

29 maart 2011
Opinie

Pleidooi voor een eerlijke concurrentie in de energiekeuze

Pleidooi voor een eerlijke concurrentie in de energiekeuze
Pleidooi voor een eerlijke concurrentie in de energiekeuze

De voorbije maanden heeft het Nucleaire Forum een slordige 2 miljoen € gespendeerd om mensen te vertellen dat we niet zonder kernenergie kunnen. Daarbij ging het niet enkel over het langer openhouden van de bestaande centrales, maar ook over het bouwen van nieuwe kerncentrales. Naast een deel van de publieke opinie stapten ook een aantal beleidsverantwoordelijken mee in deze zorgvuldig uitgekiende scenario’s van het Nucleaire Forum. Met de kernramp in Fukushima zijn heel wat van die plannen in de koelkast gestopt om ze er wellicht over afzienbare tijd terug uit te halen.

Het is bijzonder betreurenswaardig dat een ramp met veel menselijk leed nodig is om het debat weer open te trekken. Het veiligheidsrisico – hoe groot of hoe beperkt dit ook is – is echter niet het enige argument in de overwegingen over onze energievoorziening. Keuzes moeten liefst op een positieve leest geschoeid worden en niet op het graf van slachtoffers.

Onze nucleaire centrales werken verstikkend voor een eerlijke marktontwikkeling en de realisatie van de noodzakelijke investeringen in nieuwe productiecapaciteit. In België moet de hernieuwbare energiesector optornen tegen een financiële gunstregeling voor kerncentrales, die een faire marktwerking de facto onmogelijk maakt.

De winsten uit de afgeschreven Belgische kerncentrales — door de CREG berekend op een kleine 2 miljard € per jaar —  worden grotendeels doorgesluisd naar Parijs, waar men er de energiefactuur van Franse bedrijven mee subsidieert. Omwille van deze praktijk moeten er in België bijkomende middelen gevraagd worden van gezinnen en bedrijven voor de verdere uitbouw van hernieuwbare energie, terwijl die in een normale bedrijfsvoering voortvloeien uit de oudere machines of installaties.

Vooraleer er één windturbine op de Belgische Noordzee kan gebouwd worden, moet de concessiehouder een bedrag storten dat gelijk is aan de totale afbraakkost van het hele windpark. Bij de bouw van de kerncentrales werd afgesproken dat de uitbaters met de productiewinsten geleidelijk het zogenaamde Synatom fonds zouden spijzen, dat de afbraakkosten van de centrales moest dekken. Dit fonds is nog niet helemaal volgestort en wordt op dit ogenblik belegd in het buitenland, waar het buiten controle van de Belgische overheid valt en te weinig beschikbaar is voor investeringen in België. Of dat fonds voldoende groot zal zijn voor een uiteindelijke afbraak, durft niemand met zekerheid te beweren.

Naar aanleiding van de ramp in Fukushima blijkt uit diverse bronnen ook dat heel wat kerncentrales onderverzekerd zijn. Wanneer hier b.v. de Amerikaanse verzekeringsnormen zouden toegepast worden die mogelijke risico’s beter dekken, dan zou kernenergie een pak duurder worden. Bij de liberalisering van de energiemarkt heeft men in België nagelaten deze aberratie recht te zetten.

Onze nucleaire centrales werken verstikkend voor een eerlijke marktontwikkeling en de realisatie van de noodzakelijke investeringen in nieuwe productiecapaciteit.

Technisch hebben de huidige kerncentrales het grote nadeel dat ze niet flexibel zijn en geconcipieerd zijn voor een monopolistische markt. In een marktsysteem waar we overstappen naar hernieuwbare energie is het noodzakelijk dat de centrales met brandstoffen uit niet-hernieuwbare bronnen complementair zijn met hernieuwbare. De Europese regelgeving bepaalt dat stroom opgewekt uit hernieuwbare bronnen voorrang op het net heeft. Wanneer zon en wind overvloedig beschikbaar zijn, moeten klassieke centrales kunnen terugschakelen. Omgekeerd moeten centrales inzetbaar zijn als de hernieuwbare bronnen tijdelijk minder beschikbaar zijn. De huidige kerncentrales in Doel en Tihange zijn niet bijzonder geschikt om te variëren in productie.

Vandaag wordt ons voorgehouden dat het licht zal uitgaan als we alle kerncentrales sluiten. De nuance van het traject en de spreiding over jaren — zoals voorzien in de wet — wordt op een weinig zindelijke manier verzwegen. Nu reeds is er voldoende capaciteit om de oudste kerncentrales te sluiten en wanneer er gezorgd wordt voor een gelijk speelveld zullen de geplande investeringen in centrales ook daadwerkelijk uitgevoerd worden.

Volgens de CREG is het noodzakelijk om de stranded benefits van de in de gereguleerde markt versneld afgeschreven centrales af te romen, opdat er nieuwe investeringen zouden plaatsvinden.

Meer en meer gerenommeerde wetenschappelijke instituten stellen een concreet groeipad op naar 100% hernieuwbare energie in Europa. Met het verbinden van windparken op de Noordzee en de productie op land via zon, wind, bio-energie en waterkracht en de investering in passieve gebouwen kan tegen 2050 aan de totale energievraag voldaan worden. Binnen 10 jaar – de gemiddelde bouwtijd van een kerncentrale – kunnen we het aanbod hernieuwbare energie in België verdrievoudigen tot een derde van de totale elektriciteitsbehoefte. Redenen te over om in 2011 reeds volop te investeren in de energie van de toekomst, maar dan wel in de context van een eerlijke marktwerking.

Bart Bode is directeur van ODE (Organisatie Duurzame Energie)