‘Ruimte voor de natuur in het ruimtelijk beleid: klimaatadaptatie is nu nodig’

Matilde Meertens

16 mei 2025
Opinie

In Brussel ging de eerste Belgische klimaatadaptatierechtszaak van start

‘Ruimte voor de natuur in het ruimtelijk beleid: klimaatadaptatie is nu nodig’

Na een succesvolle Klimaatzaak waarin de rechtbank oordeelde dat België haar uitstoot aanzienlijk moet verlagen is het tijd voor een nieuw hoofdstuk in de klimaatrechtspraak: hoe gaan we ons aan de gevolgen van de klimaatverandering aanpassen? In Brussel ging vorige week de eerste Belgische klimaatadaptatierechtszaak van start. Doctoraatsstudente milieurecht Matilde Meertens legt uit waarover dit gaat.   

Het is de laatste tijd druk in de rechtbank. Steeds vaker vinden verenigingen en burgers de weg naar de rechter om het falend milieubeleid aan te kaarten. Onlangs nog werd het Vlaamse Gewest veroordeeld in de Hamsterzaak wegens een gebrek aan maatregelen om de wilde hamster, een strikt beschermde diersoort, te beschermen. Dat is in strijd met Europese en Vlaamse wetgeving. De rechtbank maande het Gewest aan tot dringende actie en verwacht dat er onder meer voldoende leefgebied voor deze soort wordt voorzien.  

Daarnaast is het ook wachten op een uitspraak van het Hof van Cassatie in de Klimaatzaak. Ter herinnering: in deze zaak werden de Belgische staat en het Brusselse en Vlaamse Gewest veroordeeld voor hun nalatig klimaatbeleid. De rechtbank legde een reductiedoelstelling van ten minste -55% broeikasgasemissies op het volledige Belgisch grondgebied in 2030 ten opzichte van 1990.  

Vlaanderen ging als enige regio niet akkoord met deze rechterlijke uitspraak en trok naar het Hof van Cassatie. De Europese Klimaatwet legt echter dezelfde doelstelling op en wacht nog steeds op een nationaal klimaatplan waarin ons land uiteenzet hoe het die doelstelling zal behalen. België liet ondertussen weten dat het de (reeds uitgestelde) indiendatum van 12 mei niet zal halen en wijt dat aan Vlaams getalm. Volgens VN-secretaris-generaal Guterres bevinden we ons op de ‘highway to hell’, maar Vlaanderen laat zich voorlopig niet opjagen. 

Feest zonder slingers 

Het inperken van broeikasgassen - ook wel mitigatie genoemd - is een van de twee pijlers van het Klimaatakkoord van Parijs dat dit jaar zijn tiende verjaardag viert. Om de temperatuurdoelstelling van 1,5°C-2°C te behalen moeten de verdragsstaten hun uitstoot drastisch terugbrengen. Deze pijler kreeg tot nu toe de meeste aandacht. Dat is niet geheel onlogisch want - alle technologie die belooft CO2 uit de lucht te halen ten spijt - de beste manier om de uitstoot te verminderen is gewoon minder uitstoten.  

Het belooft op dat vlak helaas een verjaardag zonder slingers te worden voor het Klimaatakkoord. Met de momenteel geplande maatregelen wordt er een temperatuurstijging van wel 2,6°C verwacht. Een groot verschil. 

Hierdoor treedt de tweede pijler van het klimaatakkoord, adaptatie, steeds meer naar de voorgrond. De klimaatverandering heeft een impact op ons dagelijks leven: meer hittegolven, wateroverlast, droogte. Ons weer slaat helemaal op hol en ook daar moeten landen zich op voorbereiden.

Vooral stedelijke gebieden, waar het grootste deel van de bevolking woont, blijken extra kwetsbaar. Steden en haar inwoners zijn extra kwetsbaar voor de impact van de klimaatverandering. Zo koelen steden bijvoorbeeld minder snel af (het hitte-eilandeffect), en is er ook een verminderde doorlaatbaarheid van grond als gevolg van verharding, waardoor het risico op overstroming toeneemt. Deze voorzichten zetten het belang van daadkrachtige én klimaatgerichte ruimtelijke planning op scherp.  

We are nature 

En kijk, een nieuwe zaak kondigt zich aan: in Brussel gingen vorige week donderdag de pleidooien in de zaak van vzw We Are Nature.Brussels tegen het Brusselse Gewest van start. Samen met 1.330 inwoners hekelt de organisatie het ruimtelijk beleid van de regio.

Open ruimte is schaars en projectontwikkelaars zijn happig om die in te nemen, waardoor de verhardingsgraad de afgelopen decennia gestaag is toegenomen. Dit ging vaak ten koste van de natuur die deze plekken herbergt. Die is nochtans cruciaal voor klimaatadaptatie.  

Dat de recent aangenomen Europese Natuurherstelwet ook voor het eerst stedelijke biodiversiteit in het vizier neemt hoeft dan ook niet te verbazen. Daarbij loont het om te kijken naar natuur in al haar vormen: ook braakliggende terreinen kunnen hotspots voor biodiversiteit zijn en urbane moerassen, waarvan er in Brussel wel wat te vinden zijn, kunnen bijvoorbeeld belangrijke bondgenoten zijn om het hitte-eilandeffect te temperen en overstromingsgevaar in te perken.  

Daarnaast slaan deze gebieden CO2 op en spelen ze dus ook een rol bij klimaatmitigatie. Om die redenen proberen actiecomités steeds vaker – zij het met wisselend succes – om dergelijke kleine stukjes natuur te behoeden voor ontwikkeling.  

De rechtszaak van We Are Nature.Brussels bevindt zich op het snijpunt tussen mitigatie en adaptatie, maar legt vooral de focus op die laatste. De vereniging argumenteert dat het Gewest daar momenteel schromelijk tekortschiet. Ze richt daarvoor haar pijlen op het Gewestelijk Bestemmingsplan, het voornaamste instrument met betrekking tot ruimtelijke ordening. Dit wordt momenteel herzien, maar zou nog onvoldoende rekening houden met de adaptatieverplichtingen die onder meer voortvloeien uit het Klimaatakkoord van Parijs. Dat ziet de vereniging liever anders.  

Meest opvallend in deze rechtszaak is het verzoek van de vzw om een moratorium te bevelen op de verstedelijking van woongebieden, braakliggende en verlaten terreinen, of elk onbebouwd gebied groter dan 0,5 hectare, in afwachting van de voltooiing van de herziening van de ruimtelijke ordening. Het gaat dus niet om een permanente betonstop, zo argumenteert de vereniging, maar eerder om een tijdelijke pauze die ervoor moet zorgen dat de groene en open ruimtes die er vandaag nog zijn in tussentijd niet verloren gaan. Het zou alvast even respijt geven voor tientallen sites die momenteel dreigen te verdwijnen. 

Of We Are Nature.Brussels ook daadwerkelijk een moratorium zal bekomen is voorlopig afwachten, maar deze rechtszaak onderstreept de noodzaak voor ruimtelijke planning die rekening houdt met ons opwarmend klimaat. Bovendien bevestigt het nog eens wat we eigenlijk al lang weten: de tijd om te talmen ligt ver achter ons. 

Matilde Meertens is doctoraatsstudente milieurecht aan de Universiteit Gent. Haar onderzoek is gericht op het juridisch kader rond ecologisch herstel. Deze opinie staat los van de MO*redactie.