‘Er is een schrijnend gebrek aan internationale regels voor laboratoria’

Gezondheidsmedewerkers aan de slag in het laboratorium van het Mpilo Central Hospital in Bulawayo, Zimbabwe, 25 april 2020.
ILO (CC BY-NC-ND 2.0)
De controverse over de oorsprong van het coronavirus wijst op een veel groter probleem, schrijft hoogleraar Alexander Gillespie. Er zijn nog steeds geen internationaal overeengekomen regels voor de veiligheid, controles of informatiedeling voor laboratoria die met gevaarlijke ziektekiemen werken.
Het debat over de oorsprong van het COVID-19 virus is opnieuw springlevend. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) kwam in februari tot de conclusie dat dergelijk viruslek uit een labo in Wuhan bijzonder onwaarschijnlijk is, maar adviseerde later
toch verder onderzoek om de mogelijkheid volledig uit te sluiten.
Als er niet meer controle komt, is het risico reëel dat een nieuwe of terug tot leven gewekte ziekte per ongeluk kan vrijkomen.
Het VN-Biodiversiteitsverdrag legt de verantwoordelijkheid bij individuele landen om hun eigen biotechnologische industrie te reguleren. Maar terwijl er wel protocollen zijn voor het veilig gebruik en vervoer van genetisch gemodificeerde organismen, zijn er nog steeds geen internationaal overeengekomen regels rond laboratoriumveiligheid, monitoring en het delen van informatie.
Dat is verontrustend, gezien de lange geschiedenis van het lekken van ziekteverwekkers uit burgerlijke en militaire onderzoekscentra.
Onder meer de pokken (1966, 1972 en1978), H1N1 “varkensgriep” (1977 maar waarschijnlijk een staal uit de jaren 1950), Venezolaanse paardenencefalitis (1995) en minstens zes uitbraken van SARS (waarvan twee uit hetzelfde lab in Beijing in 2004) zijn ontsnapt uit laboratoria.
In 2014 zijn naar alle waarschijnlijkheid tot 75 medewerkers in de Centers for Disease Control and Prevention in Atlanta blootgesteld werden aan antrax. Dat leidde tot groeiende bezorgdheid over de veiligheidsmaatregelen rond ziekteverwekkers. In hetzelfde jaar stierven vijf onderzoekers terwijl ze met het West-Afrikaanse ebolavirus werkten in Sierra Leone.
Ongelukken gebeuren
De snelle vooruitgang op het vlak van biotechnologie en decentralisatie van onderzoekscentra heeft de risico’s nog vergroot. Als er niet meer controle komt, is het risico reëel dat een nieuwe of terug tot leven gewekte ziekte per ongeluk kan vrijkomen.
Blijf op de hoogte
Als vijandige staten of terroristische groepen toegang zouden krijgen dat dat materiaal, is het riscio evident. Dat maakt het gebrek aan wereldwijd toezicht extra alarmerend.
Dat gebrek geldt zelfs voor de laboratoria met de hoogste risico’s, bioveiligheidsniveau 4, zoals dat in Wuhan. Volgens analyses kunnen die onderzoeksinstellingen veilig opereren, maar landen en regio’s zoals Europa stellen hun eigen normen. Er is ook een verschil tussen rijke en arme landen in de mate waarin ze voorbereid zijn op ongelukken.
Het gevaar van bioterrorisme
Afgezien van de richtlijnen van de WHO is er geen globale wet, regelgeving of internationaal toezicht. Zelfs niet om basisvereisten verplicht te stellen, zoals onafhankelijke, externe inspecties. We weten ook niet hoeveel niveau 4-laboratoria er precies zijn in de wereld. Officieel zijn dat er 54, maar andere worden waarschijnlijk geheimgehouden omwille van nationale veiligheidsredenen.
Het feit dan militaire instellingen niet onder onafhankelijk toezicht vallen, vergroot het probleem nog. Een wereldwijde conventie verbiedt de creatie, het stockeren en het gebruik van biologische wapens, maar er zijn slechts beperkte engagementen inzake naleving van regels en controle daarop. Alle pogingen om een bindend controleprotocol op te stellen, zijn tot dusver mislukt.De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, die de conventie monitort, noteert een onrustwekkende tendens van landen die niet deelnemen aan vrijwillige controlemechanismen en een gebrek aan effectieve controles.
Hoe dan ook ontbreekt het veel landen aan de mogelijkheid om uitraken adequaat op te sporen. En waar het wel kan, zijn de onderzoeken vaak slecht gecoördineerd en inefficiënt. Dat algemene falen op het vlak van efficiënt toezicht maakt het risico op terrorisme onnodig groot.
Wereldwijd verdrag
Als de internationale gemeenschap het risico op biotechnologische ongelukken zo klein mogelijk wil houden, kan het Verdrag inzake Nucleaire Veiligheid tot voorbeeld dienen.
Die regels moeten van toepassing zijn op elke plek en elke instelling waar er een significant risico is van menselijke activiteit die met opzet, per ongeluk of door roekeloosheid tot een ziekte-uitbraak zou kunnen leiden.
Alle landen zouden transparanter moeten worden over hun bereidheid om zo’n regelgeving voor international orde te aanvaarden. Het is best mogelijk, zelfs waarschijnlijk, dat China zijn eigen controlesystemen moet verbeteren, maar dat geldt ook voor veel andere landen.
Alexander Gillespie is hoogleraar Recht aan de Universiteit van Waikato, Nieuw Zeeland. Dit opiniestuk verscheen oorspronkelijk bij IPS-partner The Conversation en werd vertaald door IPS.
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2834 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Nieuws
-
Interview
-
Opinie
-
Nieuws
-
Nieuws
-
Nieuws