In 2050 kijken we zo terug op onze tijd

Het was een tijd die hoop kende maar op een bepaald moment vond men die hoop te veeleisend en te vermoeiend.  Daarom koos men in het algemeen voor de berusting, schrijft de Portugese socioloog Boaventura de Sousa Santos. Toch ziet hij verzet en is er toekomst. Vanuit die toekomst kijkt hij terug op vandaag. 

  • CC Ligt Brigading (CC BY-NC 2.0)  CC Ligt Brigading (CC BY-NC 2.0)

Als men op een dag de tijd wil karakteriseren waarin wij nu leven, dan zal het meest ontstellende kenmerk zijn dat dit een tijd was waarin men leefde alsof er geen vóór of geen na was, waarbij oorzakelijkheid werd vervangen door gelijktijdigheid, de geschiedenis door het nieuws, de herinnering door de stilte, de toekomst door het verleden en het probleem door de oplossing.

Op die manier konden de wreedheden toegeschreven worden aan de slachtoffers, werden de aanvallers gedecoreerd voor hun moed in de strijd tegen de uitwassen van hun eigen agressie, werden de dieven rechters, konden de grote beleidsmakers een morele verantwoordelijkheid aan de dag leggen die minuscuul was in verhouding tot de enorme consequenties van hun beslissingen.

Nieuwspraak

Het was een tijd waar excessen beleefd werden als schaarste; snelheid was nooit snel genoeg. Er werd van alles kapot gemaakt onder het mom van de noodzaak om iets nieuws te maken. Goud was het fundament van alles, maar een fundament, gebouwd op lucht.

‘Ongelijkheid werd beschouwd als een verdienste; sociale ellende noemde men een politiek van bezuinigen, mensenrechten werden niet meer dan hypocrisie’

Iedereen was ondernemer, tot het tegendeel was bewezen. Maar het bewijs van dat tegendeel werd verhinderd door de bewijzen van het voordeel.
Er waren wel mensen die zich niet wilden aanpassen, maar die waren nauwelijks nog te onderscheiden van de aangepasten.

De concentratiekampen van de heterodoxie waren immers volledig verspreid over de stad, de bars, de disco’s en op Facebook. De publieke opinie werd weinig meer dan de particuliere opinie van hen die de macht hadden om die te propageren.

De belediging groeide uit tot het meest effectieve middel om zich als onwetende intellectueel te meten met de wijze. 

Men ontwikkelde zelfs een manier waarop verpakkingen hun eigen producten uitvonden, tot er buiten de verpakkingen zelfs geen producten meer overbleven. Daardoor verwerden landschappen tot toeristische pakketten en namen bronnen de gedaante aan van een fles. De namen van de dingen veranderden, om de dingen die ze wezenlijk waren, te vergeten.

Op die manier ging men ongelijkheid beschouwen als een verdienste; sociale ellende noemde men een politiek van bezuinigen, mensenrechten werden niet meer dan hypocrisie.

Een toevallig schilderij

Uit de hand gelopen burgeroorlogen noemde men “humanitaire interventie” en lage intensiteitsoorlog noemde men “democratie”. Oorlog zelf werd vrede genoemd, om hem eindeloos te kunnen laten doorgaan. Guernica werd niet meer dan een toevallige schilderij van Picasso, om de toekomst van het eeuwige heden niet in het gedrang te brengen. 

‘Al snel slaagde men er in om van catastrofes entertainment te maken’

Het was een tijdperk dat begon met een catastrofe, maar er al snel in slaagde om van die catastrofes entertainment te maken. Wanneer er dan echt een catastrofe uitbrak, leek het niet meer dan het begin van een nieuwe tv-serie.

Alle tijden kennen spanningen, maar deze tijd functioneerde in permanent onevenwicht, zowel op collectief als op het individueel vlak.
Deugden werden gecultiveerd als gebreken en gebreken als deugden. Wanneer iemand zijn morele kwaliteiten wilde versterken, werd dit niet gezien als een criterium van diens eigen verdienste maar enkel als een weerspiegeling van de degradatie of de afbraak van de kwaliteiten van de andere.

De Periode van Drie Machten

Men geloofde dat de duisternis het licht bracht en niet omgekeerd. Drie machten lieten tegelijkertijd hun invloed gelden: het kapitalisme, het kolonialisme en het patriarchaat. Geen van de drie was democratisch van aard en alle drie werden ze gediend door verschillende sub-machten: religieuze machten, de macht van de media, etnisch-culturele,  regionale en generationele tegenstellingen.

Hoewel geen van deze drie krachten democratisch werken, zijn ze vreemd genoeg wel de steunpilaar van de reëel bestaande democratie. Ze waren zo sterk, dat men bijna onmogelijk over één van de drie kritisch kon spreken zonder de toorn van censuur, de demonisering van de heterodoxie, of de stigmatisering van een andere kijk als reactie te krijgen.

‘De arbeidsrechten werden afgeschilderd als weinig meer dan excuses om niet te hoeven werken.’

Kapitalisme, gebaseerd op ongelijke ruil tussen zogezegd gelijke mensen, vermomde zich zo goed dat de naam nagenoeg in onbruik geraakte. De arbeidsrechten werden afgeschilderd als weinig meer dan excuses om niet te hoeven werken.

Het kolonialisme, dat gebaseerd was op discriminatie van mensen die gelijk zijn maar anders, moest worden geaccepteerd als iets dat zo natuurlijk was als een esthetische voorkeur. De vermeende slachtoffers van racisme en discriminatie waren eerst en vooral zelf provocateurs in plaats van slachtoffers.

Het patriarchaat, dat uitging van de dominantie over de vrouw en de stigmatisering van niet-heteroseksuele geaardheden, diende aanvaard te worden als een natuurlijke morele voorkeur van iedereen. Aan vrouwen, homoseksuelen en transseksuelen, diende men grenzen op te leggen wanneer zij zich niet wisten te conformeren aan de bestaande orde.

Het nieuwe extremisme

Nooit werden algemene, universele wetten zo vaak straffeloos overtreden en zo selectief en streng toegepast, met bovendien een opgeblazen schijn van respect voor de wet. Nooit waren het dictaat van de wet enerzijds en de norm van systematische wetteloosheid zo intens met elkaar verweven. Het was heel normal om grondwetten te ontmantelen, in naam van dit soort wetmatigheden.

‘Hoop stierf in huiselijk geweld, in de gedempte woede die er binnenskamers leefde, in de wachtkamers van de ziekenhuizen, de gevangenissen, en in angstbestrijdende middelen en anti-depressiva.’

Het meest radicale extremisme was immobilisme en stagnatie. De vraatzucht van beelden en geluiden creërde statische draaikolken. Men leefde geobsedeerd door de tijd en door het gebrek aan tijd. Het was een tijd die hoop kende, maar die op een gegeven moment deze hoop te veeleisend en vermoeiend vond en in het algemeen de voorkeur gaf aan de berusting.

Zij die zich bij dergelijke berusting niet wilden neerleggen, moesten emigreren. Drie bestemmingen werden gekozen: sommigen gingen naar een buitenland waar de economische compensatie voor de berusting beter was en daarom verward werd met hoop.

Anderen bleven in eigen land, waar er hoop leefde in de straten van verontwaardiging. Maar vaak stierf die in huiselijk geweld, in de gedempte woede die er binnenskamers leefde, in de wachtkamers van de ziekenhuizen, de gevangenissen, en in angstbestrijdende middelen en anti-depressiva. Een derde groep pendelde tussen binnen en buiten, afwachtend waar de hoop en het gebrek daaraan elkaar afwisselden zoals het groene en rode licht van de verkeerslichten.

Alles leek op de rand van de grote explosie, maar nooit ontplofte het omdat de ontploffingen voortdurend aanhielden. En wie door die ontploffingen getroffen werd, was dood, of arm, of onderontwikkeld, oud, achterlijk, onwetend, lui, waardeloos, gek. Kortom: wegwerpmensen. Het was de overgrote meerderheid, maar een verraderlijke optische illusie maakte hen onzichtbaar.

Drie Bovennatuurlijke Markten

Zo groot was de angst voor de hoop dat de hoop bang werd voor zichzelf en haar aanhangers in verwarring bracht. Na verloop van tijd, werd het volk zelf het grootste probleem door het simpele feit dat er te veel mensen waren. Alles draaide rond de grote vraag “wat te doen” met zoveel mensen die op geen enkele wijze bijdroegen tot het welzijn van de mensen die dat “verdienden”.

‘In die tijd werden de godsdiensten vermarkt en werd de markt een religie.’

Die gedachte werd zo ernstig genomen dat men zorgvuldig een definitieve oplossing voor de minder productieve — de ouderen — voorbereidde. Om geen milieucodes te schenden, werden de wegwerpmensen best biologisch afbreekbaar, aangezien het niet mogelijk was ze te elimineren. Het succes van deze oplossing was zo groot, dat ze nadien ook kon worden toegepast op andere wegwerppopulaties, zoals migranten.

De gelijktijdigheid van goden en mensen was een van de gemakkelijkste overwinningen van die tijd. Daartoe volstond het om de goden te vermarkten en te verkopen op de drie bestaande bovennatuurlijke markten:  die van het leven na de dood, de markt van het goede doel, en de oorlog.

Er waren vele godsdiensten, die allemaal de gebreken vertoonden die ze toeschreven aan de rivaliserende religies. En allemaal hadden ze gemeenschappelijk wat ze beweerden niet te hebben: de markt van emoties. In die tijd werden de godsdiensten vermarkt en werd de markt een religie.

Drie vormen van verzet

Vreemd dat een tijd die inzette als ware er enkel toekomst (alle voorgaande rampen en wreedheden waren immers het bewijs van de mogelijkheid van een toekomst zonder rampen of wreedheden) eindigde als een tijd zonder toekomst. Wanneer het bedenken van een toekomstperspectief te pijnlijk werd, werd het verleden de enige beschikbare tijd.

Geen enkele grote historische gebeurtenis is ooit gepland. Ook deze tijd eindigde als een verrassing voor iedereen.

‘Verzet had drie strategieën: zij die probeerden te verbeteren wat er was, zij die probeerden te breken met wat er was, zij die probeerden onafhankelijk te zijn van wat was.’

Hoewel algemeen werd aangenomen dat het algemeen belang nu eenmaal niet anders kon dan steunen op het welzijn en de luxe van enkelen en de ellende van de overgrote meerderheid, konden sommigen dergelijke normaliteit niet aanvaarden en kwamen in opstand. De rebellen konden worden onderverdeeld in drie strategieën: zij die probeerden te verbeteren wat er was, zij die probeerden te breken met wat er was, zij die probeerden onafhankelijk te zijn van wat was.

Vandaag, gezien vanop een afstand, is ondertussen duidelijk dat de drie strategieën samen gebruikt moesten worden, als ware het een taakverdeling in een complexe opdracht, een arbeidsverdeling van non-conformiteit. Maar toen was dit niet mogelijk omdat de rebellen niet zagen dat ze zelf een product waren van de samenleving waartegen ze vochten. Logischerwijze zou de eerste stap dus moeten zijn om te rebelleren tegen zichzelf, alvorens de maatschappij te willen veranderen.

Die blindheid zorgde ervoor dat men verdeeld geraakte over de punten die hen had moeten verenigen, en dat men zich verenigde rond zaken die hen hadden moeten verdelen. Daarom gebeurde wat gebeurde…

Hoe vreselijk dat alles wel was, is ingeschreven in de manier waarop we proberen om de wonden van het vlees en de geest te genezen, terwijl we ze telkens opnieuw weer herhalen.

Waarom blijven we dan zo halstarrig proberen? Omdat we opnieuw aan het leren zijn ons te voeden met het onkruid dat men in die tijd radicaal had proberen uit roeien met de meest krachtige en destructieve mentale herbiciden:  de utopie.

Met toestemming vertaald door Jonas Van Vossole en Alma De Walsche

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.