Diverse auteurs
“‘Turtelboom moet opsluitingsbeleid humaniseren’
'In het opiniestuk “De burger heeft toch recht op de waarheid?” (DS 22 juni) reageert de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) heftig op ons rapport over de gesloten centra voor vreemdelingen. We betreuren dat het debat afgeleid wordt van de kern van de zaak. Onze boodschap is: de regering en minister Turtelboom beweren dat ze de gesloten centra “humaniseren”, maar die humanisering is een illusie als het opsluitingsbeleid niet wezenlijk verandert.'
Dat stellen Vluchtelingenwerk Vlaanderen, Amnesty International, Ciré en JRS Belgium.
Het Belgische opsluitingsbeleid staat nog ver van de internationale verplichting van staten om vreemdelingen slechts in allerlaatste instantie administratief op te sluiten. We hadden liever een reactie gekregen van de minister en politici, de eigenlijke verantwoordelijken van dit beleid. Gezien de reactie van DVZ (lees de reactie op de site van De Standaard) voelen we ons geroepen om onze standpunten te verduidelijken.
Quasi systematische opsluiting
De DVZ zegt dat iedere vreemdeling de kans krijgt om vrijwillig het grondgebied te verlaten. Nochtans tonen de cijfers van de DVZ een andere realiteit: in 2008 werden 455 asielzoekers, die België terugstuurt naar een andere EU lidstaat, opgesloten vanaf hun allereerste aanmelding bij de DVZ. 90% van de asielzoekers die België naar een ander EU land wil terugsturen, wordt opgesloten. Dit wil zeggen dat de opsluiting quasi systematisch gebeurt.
Het kan ook anders. Het pilootproject met de open terugkeerhuizen voor de “vasthouding” van gezinnen met kinderen biedt een alternatief. Het is spijtig dat de DVZ nergens erkent dat wij dit initiatief positief hebben onthaald. De regering investeert 1 miljoen euro in de humanisering van de gesloten centra.
Dit aanzienlijke bedrag kan nochtans ook worden besteed aan het ontwikkelen van dergelijke alternatieve maatregelen. Want net zomin als kinderen, horen zieken, mensen met psychiatrische problemen en asielzoekers op zoek naar bescherming, thuis in een gesloten centrum. De minister vindt het nochtans geen probleem dat dergelijke kwetsbare mensen soms zinloos lang opgesloten blijven.
Opsluiting van gezinnen
De DVZ beweert in het opiniestuk dat er geen gezinnen meer worden opgesloten. Dat is niet juist. Ook na de lancering van het alternatief voor de opsluiting van gezinnen bevinden er zich op sommige momenten nog steeds kinderen in het gesloten centrum 127bis, een centrum waar geregeld spanningen de kop opsteken. Spanningen zijn inherent aan de gesloten centra.
Dat maakt het werk van het personeel heel moeilijk. Dat erkennen wij. Maar kinderen zijn er getuige van en raken getraumatiseerd. Bernard De Vos, afgevaardigde van de Franstalige gemeenschap voor de rechten van het kind, stelt dat “de opsluiting van kinderen in dergelijke ‘kruitvaten’ getuigt van gewetenloosheid en absolute nalatigheid”.
Overdrachten naar Griekenland
Wij klagen ook aan dat België asielzoekers naar Griekenland doorstuurt. Dat is niet humaan. Niet alleen omdat de asielzoekers dat zelf vinden, maar ook omdat de VN en allerlei andere instanties aangeven dat ze daar geen bescherming krijgen. De situatie op het terrein is er ronduit schrijnend. De overgrote meerderheid van de asielzoekers blijft er op straat zonder enige sociale bijstand, en wordt er uiteindelijk geweigerd. In Griekenland werden in 2008 11.850 asielaanvragen ingediend.
Slechts 30 asielzoekers kregen in eerste instantie een positieve beslissing (bron : Eurostat). In een officiële brief roept de VN Vluchtelingenorganisatie UNHCR België op de overdrachten van asielzoekers naar Griekenland te stoppen en zelf deze asielverzoeken te behandelen. Dat is wettelijk perfect mogelijk volgens de zogenaamde “soevereiniteitsclausule”.
België negeert dit en stemt zich tevreden met de vaststelling dat Griekenland “sedert maart 2009 alle Europese richtlijnen heeft omgezet”. Dat is een ingesteldheid die erg ver van de harde praktijk verwijderd is. Op het terrein in Griekenland verandert er immers niets. Een humanisering zou betekenen dat België het gezaghebbend advies van de officiële VN Vluchtelingenorganisatie zou volgen.
Onze werkwijze en onze rol
De lezer heeft recht op de waarheid, uiteraard. Juist daarom bezoeken wij de gesloten centra, om ervoor te zorgen dat niet alleen wat de overheid als dé Waarheid wil voorstellen, naar buiten komt. Om de verregaande impact van het opsluitingsbeleid op de levens van vreemdelingen te illustreren, hebben we hen aan het woord gelaten. Hun stem blijft te vaak achterwege in het debat over het opsluitingsbeleid. Maar onze methode is niet om van het aanvoelen van de vreemdeling de objectieve norm te maken, zoals de DVZ beweert. We toetsen dit aan de versie van ambtenaren en derden en aan (inter)nationale wetgeving.
De verhalen werden opgetekend door verschillende van onze bezoekers die elke week langs gaan in de gesloten centra. De bezoekers zijn eerst met hun bezorgdheden naar de sociaal assistenten in het gesloten centrum gestapt. In sommige gesloten centra wordt het ons niet toegestaan om rechtstreeks met hen te overleggen. Toch ondernemen de bezoekers telkens opnieuw pogingen om de cases te bespreken, eerst met het personeel, vervolgens met de directie van de centra, uiteindelijk met de DVZ.
Met verschillende gevallen zijn we uiteindelijk met officiële brieven naar de directie en de DVZ gestapt. Wij komen hiermee naar buiten omdat de antwoorden die wij kregen, niet bevredigend waren, en weinig resultaat hadden op het terrein. Wij doen dat in samenwerkingsverband met verschillende belangrijke organisaties.
En onze inspanningen hebben impact. De minister nam uiteindelijk toch de beslissing om bepaalde kinderen niet langer op te sluiten, omdat dat schadelijk is voor hun ontwikkeling. Wij waren hierin zowel de waakhond als de motor voor verandering. Daarom is het jammer dat onze bekommernissen niet ernstig worden genomen.
Een ver doorgedreven “humanisering” vereist een echte ommekeer in het beleid en de sleutel daartoe ligt voornamelijk bij de minister. Zij moet een beleid uittekenen waarin veel meer alternatieven voor opsluiting worden toegepast. Dat is een beleidskeuze. En die keuze moeten we maken.
Ons doel is niet om iedereen in het land te laten blijven. Een terugkeerbeleid is noodzakelijk indien er werkelijk geen gegronde reden is voor verblijf, maar wel menselijker dan vandaag. Wij zijn ervan overtuigd dat het mogelijk is om een ander beleid te ontwikkelen dat uitgaat van de wil om de menselijke waardigheid onder alle omstandigheden te eerbiedigen.
Even voor de goede orde
De DVZ poogt frontaal onze geloofwaardigheid aan te vallen. Daarbij schuiven ze ons beweringen in de schoenen die wij in ons rapport nooit gemaakt hebben, blijkbaar om de aandacht van de kern van ons argument af te leiden:
Wij hebben niet beweerd dat er in 2008 4 mensen zijn overleden in de gesloten centra. Wij schreven in ons rapport “In iets meer dan een jaar tijd stierven in de gesloten centra vier personen”. Het eerste sterfgeval in de reeks dateert van september 2007. Wij stellen ons vragen bij 4 overlijdens op korte tijd.
De DVZ stelt onder de maand april dat wij laten uitschijnen dat een kind ziek werd door de vasthouding en bovendien niet medisch werd opgevolgd. Als men er ons rapport op naslaat, zal men merken dat wij net erkennen dat de dokter van het gesloten centrum had gevraagd om de uitwijzing te annuleren, zodat hij de nodige medische onderzoeken kon verrichten. Maar onze fundamentele vraag wordt ontweken: waarom wordt het gezin op 16 december 2007 dan toch naar het vliegveld gebracht? Waarom had het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dan gevraagd om de geplande uitwijzing uit te stellen?
De DVZ stelt ook dat wij hen verwijten dat een Congolese dame gedurende vijf maanden werd vastgehouden om dan medisch geregulariseerd te worden. Zij noemen dit een foute weergave van de feiten. Dat is inderdaad zo, en op die manier hebben wij deze case dan ook niet weergegeven in ons rapport. Wij hebben gezegd dat de betrokkene uiteindelijk na 5 maanden opsluiting werd vrijgelaten “omdat de DVZ van mening is dat ze kan worden geregulariseerd om medische redenen”. Dat vernamen wij van de directie van het gesloten centrum: “vrij omwille van kans op regularisatie op medische basis”.
Ook doet de DVZ in sommige gevallen uitschijnen dat onze stellingen onwaar zijn:
Wij stellen dat de DVZ personen langer dan 24 uur in een isolatiecel kan plaatsen. De DVZ zegt dat dat niet zo is. Plaatsing in de isolatiecel is strikt omkaderd en kan niet langer dan 24 uur. De DVZ kan echter ook iemand afzonderen in “aangepast regime” omwille van disciplinaire redenen. Hier speelt de DVZ een woordenspel: afzondering in “aangepast regime” bestaat in veel gevallen net in een plaatsing in de isolatieruimte, maar is niet zo strikt omkaderd.
De DVZ verwijst naar een Congolese geboorteakte om de repatriëring naar Congo te verantwoorden van een vrouw die heel haar leven in Oeganda had gewoond. De vrouw had nooit het doorlaatbewijs gezien dat de Congolese ambassade zou hebben afgeleverd. De Congolese immigratiedienst stuurt het vliegtuig terug naar België. Was er dan wel een geldig doorlaatbewijs voor Congo?
In één geval beschikken wij over andere feiten dan de DVZ: De DVZ stelt dat het Italiaanse Consulaat pas na een langere periode bevestigde dat Ali toegelaten werd tot Italië. Nochtans beschikken wij over een dringende (“urgentissimo”) fax van 5 december 2007 – dat is 8 dagen na Ali’s opsluiting – van de Immigratiedienst van Brescia naar het Italiaans consulaat in Brussel, met de gegevens van Ali’s geldige verblijfsvergunning, waarmee hij trouwens kon reizen binnen de Schengen-zone. Toch wordt hij pas op 28 februari vrijgelaten.
Het rapport is te downloaden op de site van Vluchtelingennetwerk (pdf)
Pieter De Gryse (Vluchtelingenwerk Vlaanderen), Eva Berghmans (Amnesty International Vlaanderen), Christophe Renders (Jesuit Refugee Service Belgium), Frédérique Mawet (CIRÉ)
Het rapport is te downloaden op de site van Vluchtelingennetwerk (pdf)