Katerina Sviderska en Leandre Benoit
‘Een natuurlijke bondgenoot voor Europa’
“‘‘Vormt de overwinning van Carney in Canada de basis voor een nieuwe as met Europa?’’
Enkele maanden geleden nog stonden de Canadese Conservatieven op kop in de peilingen, met dank aan een wereldwijde rechts-radicale golf. Maar de overwinning van liberaal Mark Carney maakt Canada tot een belangrijk liberaal ankerpunt in de wereld, en een natuurlijke bondgenoot voor Europa, schrijven politicologen Katerina Sviderska en Leandre Benoit.
De overwinning van Carney zal niet alleen de binnenlandse koers van Canada bepalen, maar heeft ook belangrijke gevolgen voor internationale partnerschappen, in een wereld van toenemende geopolitieke onzekerheid.
Verschillende Europese landen en met name de VS stevenen af op isolationisme en autoritarisme, kijken nadrukkelijk naar het oosten of flirten zelfs met Rusland. Groot is het contrast met de herverkiezing van de liberalen in Canada, die het land positioneren als een belangrijke bondgenoot voor de Europese Unie. Carneys centristische en pro-Europese houding biedt stabiliteit en is een opluchting voor de Europeanen.
Van defensie tot handel en klimaat: Canada en de EU delen sterke economische en strategische banden. Onder de nieuwe liberale regering zullen die banden sterker worden en de partijen bieden wat ze het meest nodig hebben: een betrouwbare, gelijkgestemde partner in tijden van transatlantische onvoorspelbaarheid. Wat betekent Carneys overwinning specifiek voor de relatie tussen Canada en de EU?
Handel als anker
De verkiezing van Carney is een nieuwe impuls voor de samenwerking tussen Canada en de EU. Zijn “blauw liberalisme” brengt Canada ideologisch dichter bij de huidige Europese leiders – van Emmanuel Macrons centristische Frankrijk tot de Duitse coalitie onder leiding van de CDU. Dat biedt een vruchtbare bodem voor een pragmatische samenwerking.
Handel blijft het fundament van de relatie tussen Canada en de EU, en beide partijen zouden daarop verder moeten bouwen. De kern van dat partnerschap is het Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA) – dat de handel tussen de EU en Canada met 65 procent heeft doen toenemen sinds 2017.
Europees president António Costa noemde CETA ‘een succesverhaal dat helder bewijst dat handelsovereenkomsten duidelijk beter zijn dan handelstarieven’.
Nu de VS ook economisch steeds meer richting nationalisme evolueren, is CETA meer geworden dan een handelsovereenkomst: het groeit uit tot een strategisch anker in de wereldwijde liberale orde. Het akkoord versterken en consolideren zal waarschijnlijk een van de eerste prioriteiten zijn van de nieuwe Canadese regering. Zo kan Canada zich positioneren als een ambitieuze partner, klaar om nieuwe kansen te grijpen nu Europese landen hun afhankelijkheid van de Amerikaanse markt proberen te verminderen.
Klimaat en energie
Ook op het vlak van klimaat en energie zijn er nieuwe kansen. Zowel Canada als de EU kampen met het spanningsveld tussen ambitieuze klimaatdoelen en de druk daarvan op hun economie en inflatie. Na de afschaffing van de Canadese CO2-belasting op zijn eerste dag in functie, heeft Carney al gezinspeeld op een meer pragmatisch milieustandpunt.
Hoewel Carney heeft beloofd om belangrijke klimaatdoelen te handhaven – waaronder het uitstootplafond voor olie en gas – zou de Canadese regering haar energiebeleid kunnen bijstellen, rekening houdend met het klimaatbeleid van sommige Europese bondgenoten.
Die zich ontwikkelende transatlantische consensus – minder focus op ambitieuze klimaatdoelen, meer op de economische haalbaarheid ervan – effent de weg voor nauwere samenwerking op basis van een gemeenschappelijk doel: het economische concurrentievermogen versterken met behoud van geloofwaardigheid op het gebied van milieubeleid.
Zowel Carney als de EU zien investeren in nieuwe technologieën daarbij als de weg vooruit.
En nu Europa zijn groene agenda versterkt en nieuwe regels rond duurzaamheid oplegt, komen alleen landen met strenge milieunormen in aanmerking als partners op lange termijn. Als Canada zijn klimaatbeleid op koers kan houden, is het land goed gepositioneerd om een cruciale partner te worden in de groene transitie van Europa.
Defensie
Ook op het vlak van defensie kan er nauwer samengewerkt worden. De nieuwe regering in Canada wil eindelijk de NAVO-norm halen om 2 % van het bbp aan defensie te besteden – een jarenlange belofte die eerdere regeringen niet hebben kunnen houden.
Dat is niet alleen een signaal richting de NAVO, maar wijst ook op een breder besef dat liberale democratieën bereid moeten zijn zichzelf te verdedigen. Nergens is dat dringender dan in Oekraïne, het epicentrum van de geopolitieke storm in Europa.
Canada is uitgegroeid tot een van de meest betrouwbare steunpilaren van Oekraïne sinds het begin van de Russische invasie, en sluit zich zo aan bij Europese landen als Frankrijk, Polen, de Baltische staten en in toenemende mate ook Duitsland.
Maar het strijdtoneel strekt zich tot ver buiten Oekraïne uit. Hybride oorlogsvoering – cyberaanvallen, desinformatiecampagnes en buitenlandse inmenging in democratische processen – is nu overal mogelijk. Het meest recente Canadese National Cyber Threat Assessment identificeert cyberoperaties in opdracht van staten, met name Rusland en China, als een van de ernstigste bedreigingen voor de democratische stabiliteit.
Door de samenwerking op het vlak van defensie te versterken, hoopt Ottawa op een sterkere positie in die strijd. De vraag is niet langer of er moet worden ingegrepen, maar hoe leiderschap eruit kan zien in een tijdperk van gelaagde en steeds complexer wordende dreigingen vanuit rivalen als Rusland en China – en vanuit de VS, historisch een Canadese bondgenoot.
Onder Carneys leiderschap zal Canada waarschijnlijk een pragmatisch en wereldwijd geëngageerd liberalisme nastreven dat definitief is afgestemd op Europa. Nu Canada en de EU allebei op zoek zijn naar betrouwbare bondgenoten om de storm te doorstaan, zou deze vernieuwde westerse alliantie zich kunnen consolideren rond Ottawa en Brussel – verankerd in gedeelde democratische waarden en pragmatisch leiderschap.
Katerina Sviderska is promovendus (PhD) in Slavische Studies aan de Universiteit van Cambridge, Leandre Benoit is politicoloog aan de Universiteit van Oxford.
De auteurs schrijven dit in eigen naam. Dit artikel staat los van de MO*redactie en is oorspronkelijk verschenen bij IPS-partner The Conversation.