IPS / The Conversation / Nicholas Farrelly & Adam Simpson
Groeiend verzet in Myanmar door internationale gemeenschap genegeerd
“‘‘Waarom we Oekraïne wel ter hulp snellen en Myanmar niet’’
Twee jaar na de staatsgreep in februari 2021 wordt het groeiende verzet in Myanmar nog altijd grotendeels genegeerd op het internationale toneel. Het contrast met Oekraïne kan niet groter zijn, schrijven hoogleraars Nicholas Farrelly en Adam Simpson.
Protest tegen de militaire coup in Myanmar, februari 2021.
Ninjastrikers / Wikimedia Commons (CC BY-SA 4.0)
De democratische oppositie wordt geleid door de Nationale Eenheidsregering (NUG), maar bestaat uit een waaier aan groepen, milities en individuen. Ze heeft aanzienlijke successen geboekt op het slagveld, maar ze slaagt er niet in om internationaal naambekendheid op te bouwen.
En vooral: de smeekbeden van de oppositie om wapens uit het Westen, in de strijd tegen een steeds brutaler optreden door de militaire junta, vallen in dovemansoren.
Het verschil met de reactie van het Westen op de Russische invasie in Oekraïne kan niet groter zijn. Hoewel er natuurlijk verschillen zijn tussen de twee conflicten, is het toch opvallend hoeveel aandacht Oekraïne krijgt in de internationale gemeenschap, terwijl Myanmar nagenoeg volledig wordt genegeerd.
Geen charismatisch figuur
Dat heeft deels te maken met de zichtbaarheid van een centrale, iconische leider. Nu de afgezette Aung San Suu Kyi en andere publieke figuren opgesloten zitten, heeft het verzet van Myanmar geen herkenbaar bekend gezicht meer.
De NUG heeft wel een waarnemend president, Duwa Lashi La, die af en toe op YouTube en sociale media verschijnt. Maar hoewel hij een sterke reputatie heeft in de provincie Kachin in het noorden van het land, wordt hij nauwelijks herkend op het mondiale of zelfs nationale toneel.
Oekraïne beheerst het digitale slagveld.
Dat is helemaal anders bij Volodymyr Zelenski, die zich transformeerde van president tot charismatische oorlogsleider en zo een enorm wereldwijd profiel opbouwde. Zelenski hield zorgvuldig geschreven speeches voor buitenlandse parlementen en opzwepende toespraken tot zowel het Oekraïense volk als belangrijke internationale bijeenkomsten.
Zijn voortdurende inspanningen om de aandacht weer te richten op de volgende fase van de strijd in Oekraïne hebben zijn volk geïnspireerd en de Oekraïense vlag tot een krachtig symbool gemaakt van verzet tegen tirannie.
Geen duidelijk verhaal
Oekraïne beheerst ook het digitale slagveld. De leiders hebben het verhaal vereenvoudigd en zorgvuldig geboetseerd tot een strijd tussen “goed” en “kwaad”, waardoor westerse democratieën gedwongen worden zowel symbolische als materiële steun te bieden.
De complexiteit in Myanmar – onder meer etnisch, taalkundig, geografisch, ideologisch en historisch – maakt zo’n verhaal veel moeilijker te brengen en vol te houden.
De genocide op de Rohingya in 2017, onder het bewind van de regering onder Suu Kyi, vertroebelde het verhaal van de Nobelprijswinnaar die het opneemt tegen een meedogenloos leger.
De regering van Suu Kyi had geen toezicht of controle over het leger tijdens de bloedige zuivering, maar dat leek er nauwelijks toe te doen. Het besluit van Suu Kyi om de acties van het leger in 2019 koppig te verdedigen bij het Internationaal Gerechtshof leidde tot een dramatische verschuiving in de internationale opinie.
Nu Myanmar’s behandeling van de Rohingya nog steeds zo’n groot probleem is, is het onduidelijk of Suu Kyi - of haar democratisch gekozen regering - de sympathie en steun van het Westen verdient die ze ooit hebben ontvangen.
Geen nabijheid
Ook aardrijkskunde speelt mee. In de geopolitieke wereld is Myanmar bijna altijd een strategische bijzaak geweest voor het Westen.
In de geopolitieke wereld is Myanmar bijna altijd een strategische bijzaak geweest voor het Westen.
Oekraïne daarentegen is al een eeuw of langer een constante hotspot van strategische concurrentie, vooral in duels tussen westerse mogendheden en Moskou. De aanvallen op Oekraïne door een nucleair bewapend Rusland worden daarom door westerse mogendheden gezien als een geopolitieke dreiging van de eerste orde.
Als zodanig hebben de VS alleen al in 2022 voor in totaal 50 miljard dollar aan hulp toegezegd aan Oekraïne, waarvan ongeveer de helft militaire hulp.
Maar Myanmar is geopolitiek veel minder belangrijk. Het grootste deel van de internationale gemeenschap (inclusief de ASEAN, de regionale Alliantie van Zuidoost-Aziatische Staten) is daardoor niet enthousiast om het verzet militair te steunen.
Historisch gezien zijn de wapens voor het verzet in Myanmar vooral binnengesmokkeld via buurlanden Thailand en India. Maar tegenwoordig zijn de leiders in Bangkok en New Delhi er niet erg happig op om te verstrikt te raken in de puinhoop van Myanmar. Ze hebben ook hun eigen opstandelingen om in de gaten te houden.
Als er tegenwoordig al wapens en materieel in Myanmar binnensijpelen, dan worden ze heel stilletjes verplaatst, met zoveel ontkenning als mogelijk. Omdat er geen westerse regering is die het verzet openlijk van wapens voorziet, nemen de strijders hun toevlucht tot crowdfunding om wapens aan te kopen, en gebruiken ze explosieven die in elkaar zijn gezet met oud metaal.
Intussen bouwt de militaire junta een enorm arsenaal aan wapens op, via aankopen uit Rusland en China of in eigen land gemaakt met behulp van voorraden van bedrijven in landen als de VS, Japan en Frankrijk.
Ook wat betreft internationale rechtbanken speelt geopolitiek mogelijk een rol. Bij het Internationaal Strafhof in Den Haag lopen twee parallelle genocidezaken met betrekking tot Myanmar en Oekraïne. De Oekraïne-zaak, die nog geen 12 maanden oud is, telt formele interventies gekregen van bijna alle westerse staten: 33 in totaal.
In de Myanmar-zaak daarentegen, die al in 2019 werd gelanceerd, is nog geen enkel land formeel tussenbeide gekomen, hoewel verschillende landen al hadden aangegeven dat te zullen doen.
Een kans om de democratie te steunen
Een andere reden voor de voorzichtige internationale houding met betrekking tot het conflict in Myanmar, is de verwachting, met name binnen de ASEAN, dat de coupplegers uiteindelijk genoeg terrein zullen behouden, en zo aan de macht zullen kunnen blijven.
Het verzet in Myanmar heeft steun nodig, zowel op het slagveld als bij burgerlijke inspanningen voor de heropbouw van een getraumatiseerde samenleving.
Maar we moeten ons afvragen of die inschatting juist is. Begin 2023, na twee jaar protest en geweld, ziet de junta er vooral kwetsbaar uit. Zo zijn er binnen de ASEAN invloedrijke stemmen, met name uit Maleisië en Indonesië, die zich erg kritisch uitlaten over het leger in Myanmar.
Ze zijn het blijkbaar zat dat de reputatie van de hele regio wordt aangetast door het wanbeheer van Myanmar door de junta. En ze zijn zich er waarschijnlijk ook van bewust dat het verzet aanzienlijke terreinwinst boekt, en die kan consolideren.
Die omstandigheden moeten de internationale gemeenschap overtuigen om sneller in actie te schieten om de toekomst van Myanmar na het einde van deze oorlog vorm te geven. Dat betekent een drastische beperking van het vermogen van het leger om internationale legitimiteit te verwerven, de inspanningen opvoeren om de generaals wapens en financiële middelen te ontzeggen, en steun geven voor de vervolging van oorlogsmisdaden door internationale rechtbanken.
Tegelijkertijd heeft het verzet in Myanmar steun nodig – zowel op het slagveld als bij burgerlijke inspanningen voor de heropbouw van een getraumatiseerde samenleving.
De invasie van Oekraïne heeft voor het eerst in vele jaren duidelijk aangetoond dat westerse militaire macht met succes kan worden gebruikt om een belegerde democratie te ondersteunen. Als zelfs maar een klein deel van de steun aan Oekraïne naar de verzetsstrijders van Myanmar zou gaan, zouden ze de kans krijgen om op een dag een bloeiende democratische staat op te bouwen in het hart van Azië.
Nicholas Farrelly, is hoogleraar Sociologie aan de Universiteit Tasmanië - Adam Simpson is hoogleraar Geopolitiek aan de Universiteit Zuid-Australië. Deze opiniebijdrage is oorspronkelijk verschenen bij IPS-partner The Conversation.