Kunst als hefboom voor maatschappelijke verandering in Congo

Kinshasa’s wandelende sculpturen: ‘Zonder kunst zou ik sterven’

© Marlies Geyskens

Falonne Mambu in haar kostuum ‘Femme Électrique’.

Slippers, flessendoppen of snoeren: je kunt het zo gek niet bedenken of de artiesten van Kinshasa maken er een kostuum van. Getooid in deze spectaculaire sculpturen trekken ze de straat op om maatschappelijke thema’s aan te kaarten. ‘Als je geen geld op tafel kan leggen, krijg je geen goede zorg en sterf je.’

In de bruisende wijk Nkulu, een doolhof van straten en steegjes waar de muziek luid boven het gebabbel van de inwoners uitstijgt, woont Flory Sinanduku. Een smalle gang in zijn huis die naar de living leidt, fungeert als atelier en barst van de creativiteit.

Zichtbaar trots gidst Sinanduku ons door de kleurrijke ruimte. Aan het einde van de gang springt een kunstwerk gemaakt van oude slippers in het oog. Die bestempelde hij met portretten van iconische figuren als Bob Marley en Albert Einstein.

Creaties gemaakt van gerecycleerde slippers zijn het handelsmerk van Sinanduku. In 2016 stampte hij met enkele vrienden een eigen collectief uit de grond: Farata. De naam betekent ‘feces’ in de lokale Congolese taal Lingala. Daarmee wil hij de nadruk leggen op het proces waarbij allerhande materialen hergebruikt kunnen worden.

Sinanduku: ‘In de landbouw gebruikt men mest om de grond vruchtbaarder te maken. Op die grond groeien dan gewassen die mensen en dieren kunnen eten. Uiteindelijk blijft er na de vertering van het voedsel de stoelgang over. Die kan dan opnieuw gebruikt worden in de landbouw. Het is als het ware een kringloop van recyclage.’

Het is precies die recyclage die Sinanduku ook toepast in zijn werk: van spuiten tot slippers en van blisterverpakkingen tot zijn eigen bloed.

© Marlies Geyskens

Flory Sinanduku gebruikt slippers die hij op straat vond om kunstwerken te maken.

Gezondheidszorg

In Sinanduku’s artistieke oeuvre nemen kostuums een belangrijke plaats in. Die hebben stuk voor stuk een eigen boodschap. Wellicht zijn belangrijkste kostuum is gemaakt van oude spuiten. Die staan onmiskenbaar symbool voor de slachtoffers van de gebrekkige Congolese gezondheidszorg. Ook Sinanduku’s moeder werd het slachtoffer van dat systeem, door een tekort aan financiële middelen en sociale opvangnetten.

‘Als je geen geld op tafel kan leggen, ontvang je geen adequate behandeling en sterf je.’

Een ziekenhuisopname in Kinshasa is duur. Onder andere omdat de meeste ziekenhuizen aangewezen zijn op eigen financiering. Bij een gecompliceerde bevalling of keizersnede bijvoorbeeld, kan de rekening oplopen tot 300 euro. Dat is een groot bedrag voor een bevolking waarvan velen nog geen twee euro per dag verdienen. 

‘Als je geen geld op tafel kan leggen, ontvang je geen adequate behandeling en sterf je. Een goede gezondheidszorg is een privilege dat momenteel alleen voor de rijken is weggelegd.’ De boodschap is vooral gericht aan de overheid, die volgens Sinanduku dringend iets moet ondernemen om de gezondheidszorg betaalbaar te maken voor iedereen.

Het is om dezelfde reden dat Sinanduku stopte met bloed geven. ‘Als je bloed doneert, krijg je enkele voedingsmiddelen toegestopt als wederdienst. Achteraf verkopen ze dat bloed veel te duur in het ziekenhuis. Patiënten die het dringend nodig hebben, kunnen het niet betalen. Daardoor komt hulp meestal te laat.’

Als statement maakt hij nu schilderijen met zijn eigen bloed. In zijn living prijkt aan een muur een uit bloed vervaardigde Patrice Lumumba, de allereerste premier van het onafhankelijke Congo.

© Azgard Itembo

Het kostuum gemaakt van spuiten die symbool staan voor de slechte gezondheidszorg in Kinshasa. Het werd ondertussen verkocht aan het Nationaal Museum van Wereldculturen in Amsterdam.

Van het atelier naar de straat

Behalve recyclage is toegankelijkheid heel belangrijk voor het collectief Farata. Sinanduku vindt dat iedereen de kans moet krijgen om kunst en cultuur te consumeren. Met zijn creaties wil hij de Congolese cultuur dichter bij de mensen brengen die de financiële middelen niet hebben om een duur museumticket te betalen.

Daarom trekt hij met Farata regelmatig de straat op om zijn kostuums te tonen. ‘We wandelen een groot stuk door een of meerdere wijken van Kinshasa. Er is altijd iemand met een megafoon die meestapt en uitlegt waarvoor de kostuums symbool staan. De omstanders zijn in eerste instantie vaak bang, omdat ze niet weten wat ze zien. Een goede communicatie is dus nodig.’

Sinanduku wil op die manier ook de mogelijkheid creëren om met de lokale bevolking in dialoog te gaan, en zo de kennis over bepaalde maatschappelijk thema’s vergroten.

Sindaku vertelt dat het tijdens de regering-Joseph Kabila (2001 tot 2019) niet gemakkelijk was om met kunst in het openbaar te komen. Die duldde geen straatartiesten die commentaar hadden op haar beleid. ‘Meerderen zijn toen opgepakt en in de gevangenis beland. Onder de huidige president Tshisekedi is de situatie verbeterd.’

Stoppen is alleszins geen optie voor Sinanduku. Vastberaden vertelt hij over hoe hij zijn werk wil blijven doen totdat er effectief dingen veranderen. ‘En ik geloof erin dat dit ook effectief zal gebeuren.’

Elektrische vrouw

Kostuums maken en de straat op trekken is intussen een ding geworden in Kinshasa. Sinds 2015 organiseert het artistieke project KinAct jaarlijks een festival voor nationale en internationale artiesten. Tijdens het festival wandelen kunstenaars een week lang door verschillende wijken van Kinshasa om kunst tot bij de man van de straat te brengen.

Naast straatoptredens kunnen ook kinderen zich onderdompelen in verschillende kunstvormen, waaronder theater, schilderen en poëzie. Eddy Ekete was een van de initiatiefnemers van het festival. Ekete is eveneens een van de oprichters van het collectief Ndaku Ya La Vie Est Belle (Het Huis van Het Mooie Leven), gelegen in de levendige en kleurrijke Matonge-wijk van Kinshasa.

Ndaku Ya huist tientallen kostuums, die netjes onder een afdak hangen op enkele meters van de ingangspoort. Ze werden door de jaren heen gemaakt door verschillende artiesten die deel uitmaken van het collectief. Gerecycleerde flessen en radio- en auto-onderdelen: niets te gek of er wordt een kostuum van gemaakt.

Ook Falonne Mambu behoort tot het collectief en maakte er haar eigen kostuum. Ze is activist, feminist, muzikant, schilder en performer. Mambu heeft een eigen atelier in het huis van Ndaku Ya, een kleine kamer vol schilderijen en verfborstels.

© Marlies Geyskens

Met haar kostuum wil Falonne Mumba aandacht vestigen op slachtoffers van seksueel geweld.

Na enkele seconden parelen de zweetdruppels al op ons voorhoofd. In een namiddagzon, met temperaturen tot 35 graden, is binnen schilderen niet de meest aangename bezigheid. Mambu is dan ook een nachtraaf. Ze is vaak tot in de vroege uurtjes creatief bezig. Het kostuumatelier is gelukkig in open lucht en biedt meer mogelijkheden om overdag te werken.

‘Ik probeer met mijn kunst een tussenpersoon te zijn, om ook het verhaal van anderen te delen.’

Femme Électrique, Mambu’s indrukwekkende kostuum, bestaat uit gekleurde en gerecycleerde elektriciteitsdraden. Het is een duidelijke boodschap aan de overheid om iets te doen aan de elektriciteitsproblematiek en het tekort aan straatverlichting in Kinshasa.

Vanaf 19 uur is het immers al donker in de Congolese hoofdstad. ‘Voor vrouwen, kinderen én mannen is het niet veilig om zich laat op de avond of in de vroege ochtend op straat te begeven. Ze kunnen het slachtoffer worden van (seksueel) geweld of ontvoeringen’, vertelt Mambu. 

Toch hebben velen geen andere keuze, zegt ze. ‘Wie een familie te voeden heeft, moet vaak vroeg opstaan om eten te vinden of andere benodigdheden die ze kunnen verkopen.’

Kunst als spreekbuis

Wanneer ze haar kostuum draagt en de straat optrekt, creëert Mambu een ander lichaam voor zichzelf dat niemand kan misbruiken. Zelf ooit het slachtoffer van seksueel geweld, vond ze een spreekbuis en een vorm van therapie in haar kunstwerken.

Het was voor haar een manier om wat er in haar hoofd omging te vertalen. Om voor het eerst te kunnen spreken over een gebeurtenis die ze lang had verzwegen. ‘Ik zie mezelf niet meer als slachtoffer, maar als overlever. Ik probeer nu met mijn kunst een tussenpersoon te zijn, om ook het verhaal van anderen te delen’, vertelt Mambu.

© Marlies Geyskens

 

Mambu is klein en tenger. Ze praat met een ongelofelijke zachtheid en puurheid in haar stem. Maar wanneer ze vertelt over haar ervaringen en de boodschap die ze wil overbrengen met haar kostuum, heeft ze een aura van kracht en vastberadenheid om zich heen. Ze wil met haar kostuum de stilte, schaamte en het taboe over seksueel geweld doorbreken.

Behalve kostuums maakt ze ook schilderijen van naakte vrouwen die slachtoffers van seksueel geweld voorstellen. ‘Ik wil hun de schoonheid van hun lichaam opnieuw laten ervaren. Want die kunnen ze vaak zelf niet meer zien. Ik wil ook de stem zijn die zij niet kunnen of willen laten horen.’

Poppen met een stem

In het district Limete richtte Shaka Fumu Kabaka in 2022 het collectief Astropotes op. Hij heeft een aanstekelijke, parelwitte glimlach en straalt een charisma uit waar je niet anders kan dan een beetje geïntimideerd door te zijn.

Hij groeide op in Kisangani, een stad in het noordoosten van de Democratische Republiek Congo. Daar maakte hij in juni 2000 als twaalfjarige de zesdaagse oorlog tussen Oeganda en Rwanda mee. Die maakte deel uit van de tweede Congo-oorlog (1998-2003), waarbij verschillende buurlanden van Congo betrokken waren, zoals Rwanda, Oeganda en Burundi.

© Marlies Geyskens

Shaka Fumu Kabaka van het collectief in Limete.

‘Kunst is mijn leven, mijn zijn, mijn stem. Vanaf het moment dat ik ervan word losgekoppeld, sterf ik.’

Volgens een rapport van het Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Mensenrechten uit 2010 vielen er tijdens de zesdaagse oorlog in Kisangani tussen de 240 en 760 doden. Duizenden Congolezen sloegen op de vlucht, onder wie ook Kabaka.

Hij belandde in Kinshasa, waar kunst een manier werd om met de oorlogsgruwel om te gaan. ‘Kunst is onlosmakelijk met mij verbonden, al van toen ik klein was’, vertelt hij. ‘Ze is mijn leven, mijn zijn, mijn stem. Vanaf het moment dat ik word losgekoppeld van kunst, sterf ik.’

De ogen van Kabaka huizen verdriet en kracht als hij vertelt over zijn bekendste kostuum: Zes dagen van tranen. Het staat symbool voor de slachtoffers van de zesdaagse oorlog en wil de Congolezen in Kinshasa blijvend geïnformeerd te houden over het geweld van toen, maar ook over de oorlog die nu nog steeds woedt in Oost-Congo. 

Een jaar lang verzamelde Kabaka de poppenhoofden die hij vond op straat tussen het afval. ‘Het is het allereerste kostuum dat ik ooit maakte en tegelijk het moederkostuum van het collectief, omdat het mijn verhaal en strijd vertelt. Als ik mijn kostuum aanheb, vertegenwoordig ik alle slachtoffers van de oorlog.’

© Marlies Geyskens

Links: poppenkostuum Matshozi Six Jours. Rechts: kostuum Manipulation, vervaardigd uit gerecycleerde afstandsbedieningen. Kabaka wil hiermee de manipulatie door politici en de media aankaarten.

10.000 ton afval

Het atelier van Kabaka bruist en ligt vol plastic flessen en doppen die hij vond op straat. Elk kostuum van het collectief heeft een eigen verhaal en is gemaakt van gerecycleerd materiaal. Naast het individuele verhaal, wil Kabaka ook een overkoepelende boodschap meegeven: doe eens wat aan de hoeveelheid afval die op straat en in de goot ligt.

‘Overal in Kinshasa ligt afval. Dat wordt door de regen meegesleurd en het vervuilt onze straten en rivieren.

Vervuiling is een groot probleem in de Congolese hoofdstad. Volgens de commissaris-generaal voor Milieu en Ontwikkeling, Laetitia Bena Kabamba, produceert Kinshasa 10.000 ton afval per dag. Dat is afkomstig van huishoudens, bedrijven en industrieën. Slechts een klein deel daarvan wordt opgehaald door afvalwerkingsdiensten.

Het afval komt terecht op straat, in rivieren en in goten. Tijdens het regenseizoen bemoeilijkt dat de doorgang van water, wat grote overstromingen met zich meebrengt. Ter vergelijking: in België wordt er per dag gemiddeld 12.000 ton afval geproduceerd op een oppervlakte die twee derde groter is dan Kinshasa.

Net als Flory Sinanduku en Falonne Mambu, trekt ook Kabaka af en toe met zijn collectief door verschillende (buiten)wijken van Kinshasa. Volgens hem is er dringend een mentaliteitsverandering nodig. ‘Overal ligt er afval. Dat wordt door de regen meegesleurd en het vervuilt onze straten en rivieren. De boodschap is gericht aan de lokale bevolking, want het zijn zij die het afval op straat gooien. Maar ze is ook gericht aan de overheid, die meer moet doen om het afvalbeheer te controleren.’

© Marlies Geyskens

Het atelier van collectief Astropotes.

Met fonkelende pretogen vertelt Kabaka over zijn ervaringen tijdens straatoptredens. Hij wil graag emoties opwekken bij de lokale bevolking. Welke emoties dat zijn, doet er niet toe. ‘De reacties van de Congolezen zijn gemengd: sommigen vinden het bizar of zijn onder de indruk, anderen zijn geïnteresseerd en willen meer weten. Nog anderen zijn bang omdat ze niet weten wie er in het kostuum zit.’

Ik ben proMO*

 

Steun ons unieke non-profit mediaproject en word proMO*.

Je ontvangt ons magazine en geniet van een pak andere voordelen

Je maakt MO* mee mogelijk en steunt ons in onze missie.

Voor € 4,60/maand of € 60/jaar.

Ik word proMO*

Het collectief organiseert ook workshops voor kinderen en jongeren. Die mogen dan zelf kostuums en andere kunstwerken maken. Het doel is om hen onder andere gevoelig te maken voor de gigantische afvalberg. ‘Jongeren zijn onze toekomst, het is belangrijk om nu in hen te investeren. Zo kan de boodschap van generatie op generatie worden doorgegeven.’

Kabaka werkt momenteel aan het project Mutu Fulu. Hij beoogt een soort carnaval zoals in Rio de Janeiro, waarop nationale en internationale kunstenaars zullen samenkomen om de afvalproblematiek aan te kaarten. Zowel in Congo, maar ook elders in de wereld.

Mutu betekent hoofd in het Lingala en Fulu vuilnisbak. ‘Een verbetering van onze situatie kan namelijk alleen gebeuren als de mentaliteit van de Congolezen verandert. En die verandering begint in het hoofd’, besluit Kabaka.

© Shaka Fumu Kabaka

Ook kinderen en jongeren worden betrokken in het collectief en mogen kostuums maken om mee de straat op te trekken.


 

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.