Duizenden mensen blijven sterven tijdens hun reis op zoek naar veiligheid
Anonieme doden: verdronken op weg naar Europa
Voor veel migranten is Europa de definitieve eindhalte op de zoektocht naar een betere thuis. Alleen al dit jaar kwamen opnieuw 237 mensen om terwijl ze de Middellandse Zee overstaken. Ula Idzikowska trok naar het Griekse eiland Lesbos en vertelt het verhaal van mensen die goed op weg zijn om vergeten te worden.
Het kerkhof in Komotini, in het noorden van Griekenland.
© Douglas F Herman / ReFOCUS Media Labs
De laatste zes jaar zijn minstens 20.000 mensen verdronken in de Middellandse Zee. Hun zoektocht naar een betere thuis eindigt op het Europese vasteland, vaak zelfs in een graf zonder naam. Terwijl hun familie van niets weet.
‘Wat kom je hier doen? Kijken? Maar geen foto’s, hé? Alleen kijken!’ Een van de werknemers van het kerkhof bij de Sint-Pantaleonkerk in Mytilini, Lesbos, wijst naar zijn oog. Alsof hij zijn boodschap extra kracht wilde geven.
Een groepje Griekse mannen blijft in de buurt terwijl ik tussen de anonieme graven van verdronken migranten rondloop. Stap ik op een rustplaats of op gewoon gras? Sommige graven zien er nog enigszins uit als graven: rechthoeken omgeven door witgekalkte stenen, schuin tegen de muur van de begraafplaats, ver uit het zicht. Van andere graven blijven alleen nog onopvallende uitstulpingen in de grond over. Er ligt een boeket rode rozen op een van de heuveltjes aarde. Ze zijn nog vers.
Het lukt zelden om het lichaam te identificeren. Mensen hebben vaak geen documenten bij zich, of lichamen spoelen pas dagen later aan.
De laatste zes jaar zijn ten minste 20.000 mensen verdronken in de Middellandse Zee, is de inschatting bij Missing Migrants Project van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). In werkelijkheid zijn er veel meer, aangezien de meeste vermisten nooit gevonden worden. ‘Ze zinken naar de zeebodem of spoelen aan bij de Turkse of Tunesische kust’, verduidelijkt Simon Robins, onderzoeker verbonden aan het Britse Centrum voor Toegepaste Mensenrechten.
‘De verschillende landen wisselen op dit moment geen informatie over verdronken migranten uit. We weten dus niet hoeveel slachtoffers buiten Europa worden gevonden.’
De stenen op het kerkhof van Mytilini vermelden geen naam. Het lukt namelijk zelden om het lichaam te identificeren. Mensen hebben vaak geen documenten bij zich. De familie zit soms in het land van herkomst en weet niet eens wat er gebeurd is. Soms verdrinken hele gezinnen in hetzelfde ongeval, waardoor niemand overblijft om de doden te identificeren. Vaak spoelen de lichamen dagen of zelfs weken na een schipbreuk aan. Ze zijn ondertussen zodanig ontbonden dat ze onherkenbaar zijn.
Op het kerkhof in Mytilini staat slechts één naam vermeld. In graf nummer 8 ligt Fahrin Sonea begraven. De datum: 29/10/2009. Zijn identificatienummer: 327/B/2009. Ik schrijf het op in mijn notitieboekje – ik hoop dat tenminste die ene persoon niet vergeten wordt.
Geschreeuw haalt me uit mijn gedachten: ‘Ik heb het al gezegd. Waarom schrijf je dit op?’ Ik durf niet te zeggen dat ik toch geen foto gemaakt heb, zoals eerder gevraagd. Een man hijgt in mijn gezicht, de honden blaffen. Ik heb hier niets te zoeken.
Turkije binnen handbereik
Vanuit de heuvel waarop het kerkhof ligt, kan je de kust van Turkije zien: slechts twintig kilometer verderop. Je zou er te voet naartoe kunnen gaan. In het noorden van Lesbos is de afstand nog kleiner: 5 zeemijlen, 10 kilometer. Daarom steken de meeste mensen daar de zee over.
De reis in een opblaasbare boot duurt tussen één en twee uur, maar kan ook langer worden als de zee woelig is. Dat gebeurt ook regelmatig, omdat het weer en de wind voortdurend veranderen. De golven in de buurt van Griekenland kunnen hoog zijn, terwijl aan de Turkse kant de zee kalm lijkt.
Lesbos was al lang een halte voor migranten en vluchtelingen uit het Midden-Oosten op hun weg naar de rest van Europa. Maar de echte migratiepiek begon in 2015. Toen staken honderdduizenden mensen de zee over. De helft daarvan waren Syriërs. Een kwart kvan hen wam uit Afghanistan, 10 procent uit Irak.
Meer pogingen om de zee over te steken, dat betekende meer doden. De eilandbewoners zetten zich in om vluchtelingen te redden, maar desondanks haalden veel mensen de kust niet. Terwijl er in januari 2014 ten minste 12 mensen verdronken, waren dat er in januari 2015 275. Op het kerkhof van Mytilini was in 2015 al geen plaats meer voor hen. Daarom werd er in het najaar van 2015 een islamitische begraafplaats aangelegd in de buurt van Kato Tritos, veertien kilometer verderop.
De begraafplaats Kato Tritos op het Griekse eiland Lesbos.
© Douglas F Herman / ReFOCUS Media Labs
Wachten op telefoon
Farouks broer, Ghulam Nabi Pakar, was één van de eersten die er begraven werden. Pakar werkte als dierenarts in Herat, Afghanistan. Omdat hij bedreigd werd door de Taliban besloot hij met zijn vrouw, drie zonen en dochter op zoek te gaan naar een veiliger thuis in Europa.
Families gaan op eigen houtje op zoek naar hun naasten. Die zoektocht kan soms een leven lang duren.
Toen Ghulam de oversteek waagde, wachtte Farouk enkele uren op nieuws, maar zijn broer liet niets van zich horen. Hij belde de smokkelaar die de oversteek had geregeld. Die liet hem weten dat de boot onderweg gekapseisd was, maar dat de meeste passagiers gered waren. Farouk moest gewoon op een telefoontje van Ghulam wachten, zei hij.
Dat telefoontje zou nooit komen. Farouk zag op internet een foto van het dode lichaam van zijn broer, op een strand in Lesbos.
De zus van Farouk en Ghulam woonde toen al in Duitsland. Ze kwam naar Lesbos om het lichaam van haar overleden broer en zijn vrouw te identificeren. Eerder een uitzonderlijke situatie, want voor familie is het meestal onmogelijk om op zulke korte tijd de reis te maken, door visumbeperkingen en kosten.
In de meeste gevallen weten de familieleden van de verdronken vluchteling ook niet eens wat er is gebeurd. Zo zijn ze ‘gevangen in een limbo tussen verdriet en hoop’, staat te lezen in het rapport van de Internationale Organisatie voor Migratie. ‘Ze gaan op eigen houtje op zoek naar hun naasten. Deze zoektocht kan soms een leven lang duren.’
Rusteloos en/of naamloos begraven
Als de naaste nooit gevonden wordt, is het trauma van de families eindeloos. Ze kunnen het lichaam hun respect niet betuigen. In de Islam is dat cruciaal, verduidelijkt Ahmed Al-Dawoody, adviseur islamitische rechtsgeleerdheid voor het Internationaal Comité van het Rode Kruis (ICRC). ‘De menselijke waardigheid is voor gelovigen namelijk een recht dat door God wordt gegeven aan alle mensen als Gods plaatsvervangers op aarde’, schrijft hij in zijn verhandeling Respect for the dead under Islamic law.
Omdat een waardige begrafenis vaak moeilijk is, bijvoorbeeld bij gewapende conflicten, ander geweld of natuurrampen, ontwikkelden klassieke moslimjuristen voor die situaties islamitische wetten, schrijft Al-Dawoody ook. Enkele van de belangrijkste hiervan zijn: het zoeken naar en verzamelen van de doden, een snelle begrafenis voorzien of een begrafenis op zee.
Maar niemand gaat op zoek naar vermiste migranten en vluchtelingen die een dodelijke oversteek wagen. Als ze al gevonden worden, moeten ze sowieso na 45 dagen worden begraven. Zelfs als de identificatie niet lukt.
Soms belanden verdronken migranten in een massagraf, zoals in Sidiro aan de Grieks-Turkse grens. Daar zie je alleen nog maar een uitstulping in het landschap.
Ook het kerkhof in Kato Tritos op Lesbos wordt overwoekerd. De plek is bovendien zodanig verstopt dat je er zo voorbij passeert. Er is geen bordje met aanwijzingen, je moet de precieze locatie tussen de velden kennen om er te raken. Het hek is op slot. De opschriften zijn na al die jaren verbleekt door de brandende zon.
Sommigen blijven lang in het water liggen. Een riem of een ring is de enige manier om hen te herkennen.
Toch gebeurt het dat sommige slachtoffers zelfs na jaren, als bij wonder, geïdentificeerd worden. Op basis van persoonlijke spullen. Daarom houdt Pavlidis Pavlos alle bezittingen van de overleden mensen bij. Hij is de hoofdschouwer van Evros, het grensgebied tussen Griekenland en Turkije.
Elk voorwerp is voorzien van een uniek identificatienummer van het slachtoffer. Een riem of een ring is soms de enige manier om mensen te herkennen die de oversteek waagt via de grensrivier Maritsa (ook gekend onder de Griekse naam Evros, red.). Zij die door de stroming worden meegesleept, blijven soms lang in het water liggen vóór ze gevonden worden. Dan is het lichaam al erg ontbonden. ‘De vissen knagen aan de doden. Sommige kinderen worden nooit gevonden. Hun lichamen zijn klein’, legt Pavlos uit.
Een graaf van een verdronken Syrische vluchteling op het kerkhof in Komotini, in het noorden van Griekenland.
© Douglas F Herman / ReFOCUS Media Labs
Geweld aan de Turks-Griekse grens
Sinds de Turkse president Recep Tayyip Erdoğan de grenzen tussen Turkije en Griekenland enkele dagen opengooide, eind februari, probeerden duizenden mensen Turkije te verlaten. Zowel via de zee als over land. Wie erin slaagde om de overkant van de Maritsa te bereiken, werd brutaal tegengehouden door de Griekse politie.
Begin maart interviewden twee onderzoekers van mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch 21 asielzoekers en migranten (17 mannen en 4 vrouwen), over wat ze meemaakten aan de Griekse kant van de rivier. Deze getuigenissen bevestigden patronen die Human Rights Watch al in 2008 en 2018 documenteerde.
De organisatie is niet de enige die berichten over wantoestanden ontvangt. Het Europees Comité ter Voorkoming van Foltering (CPT), van de Raad van Europa, zei in 2018 dat het ‘verschillende consistente en geloofwaardige beschuldigingen had ontvangen over het terugdringen per boot van Griekenland naar Turkije aan de Evros-riviergrens door gemaskerde Griekse politie en grenswachten of (para-) militaire commando’s.’
En in november 2018 riep de mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa Griekenland op om beschuldigingen van Griekse misstanden aan de Turkse grens te onderzoeken. Dat moest gebeuren in het licht van informatie die wees op ‘een gevestigde praktijk’.
Aandacht van politiek en publiek
Migranten en vluchtelingen worden nog steeds als een bedreiging gezien en worden gecriminaliseerd.
Dit jaar kwamen al 237 mensen om tijdens hun oversteek van de Middellandse Zee. 64 daarvan vielen op de oostelijke route, van Turkije naar Griekenland, waaronder een vierjarig Syrisch jongetje.
Vijf jaar geleden spoelde het dode lichaam van het driejarige Koerdische Aylan Kurdi aan op een Turks strand. De foto van het jongetje bereikte toen twintig miljoen mensen. In 2015 ging de aandacht van de media in grote mate naar de “migrantencrisis”. Maar dat ene beeld had een bijzondere impact. Het lokte niet alleen een massareactie op social media uit, maar zorgde er ook voor dat de giften voor goede doelen die vluchtelingen steunen, omhoog schoten.
Een jaar later was de belangstelling van de meeste mensen al afgenomen. En nu, nog eens vier jaar later, blijft het immigratie- en asielbeleid in heel Europa hard en restrictief. Migranten en vluchtelingen worden nog steeds gezien als een bedreiging en worden gecriminaliseerd. Veilige routes naar Europa creëren is niet aan de orde.
Het aantal graven zal enkel groeien.
De begraafplaats Kato Tritos op het Griekse eiland Lesbos.
© Douglas F Herman / ReFOCUS Media Labs