Colombia ziet kansen in teelt van medicinale cannabis

Wat de legalisering van cannabis doet met een land in conflict

© Arne Gillis

Op bezoek bij cannabisbedrijf Clever Leaves. ‘Marihuana is nauw verbonden met de pijnlijke geschiedenis van ons land. Dat beeld zijn wij aan het veranderen.’

MO*journalist Arne Gillis ging in Colombia praten met een cannabis-CEO, een verdreven inheemse gemeenschap en een wietsmokkelaar met pensioen. Want in 2016 kwam er een omslag in de politieke oorlog tegen drugs: dat jaar werd de teelt van medicinale cannabis gelegaliseerd.

‘Buenos días’, groet de politiecommandant van Pesca, een dorpje in het Colombiaanse departement Boyacá. Andrés Fajardo groet vriendelijk terug, waarop de commandant en de CEO wat aan het keuvelen slaan.

We bevinden ons op de plantages van Fajardo’s bedrijf Clever Leaves, te midden van duizenden manshoge wietplanten. 18 hectare cannabis, zo ver het oog reikt, in elke richting. De zware, zoete geur van de wietbloemen komt in vlagen door het gesprek gewaaid.

Tot vijf jaar geleden zou de commandant hier niet zijn blijven staan keuvelen. Hij zou ijlings naar zijn kazerne gespurt zijn om een arsenaal aan man- en vuurkracht op te trommelen. Dan zou hij de hele plantage in de as hebben gelegd en Andrés Fajardo voor jaren in de gevangenis hebben gedraaid. Dat, of Fajardo zou jaren later in een anoniem graf teruggevonden zijn met een kogel in het hoofd.

Dit is Colombia, een land dat tot op vandaag gebukt gaat onder drugsgerelateerd geweld. Decennialang werd de huidige business van Fajardo gecontroleerd door gewapende bewegingen. Die bewegingen – paramilitairen, guerrilla en criminele bendes – zijn de hoofdrolspelers in de burgeroorlog die tot op vandaag verder woedt. De opbrengsten van zowel de cocaplant als de marihuanaplant hielpen een conflict financieren dat 220.000 levens eiste en miljoenen Colombianen op de vlucht deed slaan.

Honderden miljarden

Maar de tijden zijn toch veranderd.

In 2016 keurde het Colombiaanse parlement Wet 1787 goed, op initiatief van toenmalig president Juan Manuel Santos. Wet 1787 moest niets minder dan de loop van de geschiedenis veranderen. Vanaf juli van dat jaar werden de teelt en de verkoop van medicinale cannabis gereguleerd.

Daarmee voegde Colombia zich bij een reeks van zo’n dozijn landen die uiteenlopende reguleringen opzetten om de voordelen te verkennen van cannabis als geneeskrachtige plant.

Niet zelden kwam die verandering er na een verwoestende war on drugs op eigen bodem. Ook, en vooral zo, in Colombia. De recente geschiedenis is er gemarkeerd door drugstrafiek en bijhorend geweld.

In de jaren ‘60 en ‘70 stond Colombia te boek als ’s werelds belangrijkste leverancier van marihuana. De wietsoorten Santa Marta Gold en Red Point hadden een ronduit legendarische faam. Met de opkomst van cocaïne verdween cannabis als smokkelwaar wat naar de achtergrond. Vooral omwille van het verschil in volume met cocaïne: een paar koffertjes coke leveren al snel evenveel op als een vrachtschip wiet.

Maar het geweld door de trafiek groeide jaar na jaar, en raakte meer en meer verwikkeld met de burgeroorlog, die op zijn beurt in de jaren ‘60 ontstond uit onvrede over ongelijkheid en de toegang tot landbouwgrond. In de hallucinante drugsopbrengsten zag de guerrilla een efficiënte manier om zijn politieke project te financieren. De drugskartels gingen zich dan weer bewapenen ter verdediging tegen afpersing en kidnapping.

Medicinale cannabis werd plotsklaps de kip met de gouden eieren.

Het strikte antidrugsbeleid van Colombia, grotendeels afgedwongen door de Verenigde Staten, deed de druk op de ketel toenemen. Het zorgde voor verschrikkelijke uitwassen vanuit alle hoeken. Zowel het leger, de guerrilla, de kartels als paramilitaire organisaties zijn zo verantwoordelijk voor miljoenen ontheemden en honderdduizenden doden.

Net dat maakt de wet van 2016 zo speciaal. Voor het eerst sinds decennia begon de Colombiaanse regering anders naar drugs te kijken. Waar voordien de focus lag op verbod en militaire aanvallen tegen overtreders, zag de regering plots in dat het land wel eens een gouden zaak kon doen met de legalisering. De cijfers liegen er alvast niet om. De groeiprognoses voor de markt van medicinale wiet lopen tot in de honderden miljarden dollars tegen 2025.

Medicinale cannabis werd plotsklaps de kip met de gouden eieren, en niet alleen voor de economie of voor de volksgezondheid. Wet 1787 moest een factor worden in de heropbouw van Colombia, dat door zoveel drugsgeweld was getroffen. Een ‘andere visie op drugs’ werd expliciet opgenomen in het vredesakkoord met de FARC-guerrilla.

Daarnaast voorziet Wet 1787 ook in een legaal alternatief voor families die voordien betrokken waren bij de illegale drugsteelt. Al is het niet duidelijk in welke mate die clausule haar weg naar de praktijk gevonden heeft.

Licenties

Verschillende ondernemers aarzelden niet om in het gat te springen. Het ministerie van Gezondheid en Justitie reikte tot nu toe al zo’n 120 licenties uit. Wie zich bij die ondernemers een stel hippies in kleurige hangbroeken voorstelt, komt bedrogen uit. Andrés Fajardo van Clever Leaves studeerde bijvoorbeeld aan prestigieuze universiteiten, zowel in Colombia als in de Verenigde Staten.

Fajardo rook onmiddellijk het potentieel van de nieuwe wet. Samen met collega-ondernemer Gustavo Escobar dokterde hij een businessplan uit, voor een van de eerste Colombiaanse ondernemingen in de sector van de medicinale cannabis. Luttele weken later sprong Julian Wilches mee op de kar, de voormalige directeur van het Colombiaanse drugsbeleid. Het team trok kapitaal aan, ontwikkelde zich verder, fuseerde met een ander bedrijf en bereikte eind 2020 de Amerikaanse aandelenbeurs Nasdaq, een unicum.

‘We buigen iets dat ons zoveel schade heeft toegebracht langzaamaan om naar iets positiefs.’
Andrés Fajardo,
CEO van Clever Leaves

Vandaag is Clever Leaves het enige Colombiaanse cannabisbedrijf dat zijn producten naar Europa mag uitvoeren. De Europese importlicentie geldt zowat als de heilige graal in het wereldje. Het Colombiaanse bedrijf heeft fysieke vertakkingen in Portugal, Duitsland en de Verenigde Staten, alles in overeenstemming met de lokale wetgeving. Daar komt gerust wat pragmatisme bij kijken. Zo is de verkoop van droge wietbloemen vooralsnog verboden in Colombia, dus besteedt Clever Leaves die taak uit aan het Portugese dochterfiliaal.

Fajardo is er zichtbaar trots op. Als Colombiaanse staatsburger beseft hij als geen ander tot welke ellende drugs heeft geleid. Flanerend tussen zijn cannabisvelden vertelt hij over zijn visie. ‘De Colombiaanse marihuana is wereldwijd bekend, maar is ook nauw verbonden met de pijnlijke geschiedenis van dit land. Dat beeld zijn wij aan het veranderen, en het is aan het lukken. Zo buigen we iets dat ons zoveel schade heeft toegebracht langzaamaan om naar iets positiefs.’

© Reuters / Luisa Gonzalez

Medicinale cannabis is voor Colombia plotsklaps de kip met de gouden eieren. Voor de economie én voor de heropbouw na het conflict.

Clever Leaves stelt intussen meer dan 350 mensen tewerk, waarvan 70% vrouwen.

Eén van hen is Carolina Silva (22). Ze studeert psychologie en komt uit Pesca. Ze geeft toe dat ze cannabis vroeger vooral associeerde met straatgeweld en banditisme. ‘Maar sinds ik hier werk, heb ik de andere kant van de medaille leren kennen. Hoeveel mensen zijn er wel niet ziek die geholpen kunnen worden met onze producten? Het zou niet slim zijn om vast te blijven houden aan het negatieve imago dat deze plant al zo lang heeft. Want dat is maar één aspect van het verhaal.’

Uien

Een rijke regio is het niet, deze streek in het departement Boyacá. Historisch gezien worden er vooral uien geteeld.

De dorpen ogen wat uitgeblust, hun inwoners lijken vooral tot het oudere leeftijdssegment te behoren. En toch is dit de perfecte plek voor de teelt van medicinale cannabis. ‘Pesca is landbouwgebied. Voor de teelt van cannabis ligt het op de perfecte hoogte, met voldoende zon.’

Een andere parameter is de sociale samenhang en veiligheid in Pesca. Het is al 15 jaar geleden dat hier nog iemand vermoord werd’, klinkt het bij Fajardo. Dat er een kazerne van het leger op wandelafstand ligt, lijkt mooi meegenomen.

Mambe

Ja, de dagen rollen vredig en veilig verder in Pesca. De omzet en winstmarges van bedrijven als Clever Leaves zijn intussen enorm. Maar ondanks het positieve verhaal van bedrijfsleiders als Fajardo, en de werkgelegenheid die zij creëeren, is niet iedereen in Colombia even opgetogen over de commercialisering van cannabis.

In San Cristobál, een volkswijk van de hoofdstad Bogotá, verzamelen leden van de inheemse Tubú-gemeenschap zich in het huis van Imika Tariru. 14 jaar geleden kwamen deze mensen aan in de hoofdstad, op de vlucht voor geweld in hun leefgebied in het departement Vaupés. Dit departement geldt als zowat het meest geïsoleerde van heel Colombia.

‘Coca en cannabis hebben gediend als brandstof voor het conflict dat ons verjaagd heeft.’
Imika Tariru, lid van de Tubú-gemeenschap

De isolatie maakte het gebied in de loop der jaren ideaal voor de illegale kweek van coca en wiet, in de eerste plaats voor de FARC-guerrilla. De inkomsten van de drugs uit deze planten wakkerden het geweld aan, dat al snel oversloeg naar de inheemse gemeenschappen die al eeuwenlang in het gebied woonden. Maar groepen als de Tubú gebruiken deze planten al lange tijd in hun traditionele ceremonieën.

Imika Tariru is intussen 64 jaar en probeert een oplossing te vinden voor zijn gemeenschap. ‘We voelen ons in de hoofdstad niet thuis. Wij willen terugkeren naar de jungle.’ Met de financiële hulp van een ngo zou er een oplossing voorhanden zijn: een verhuis naar de regio rond Cali, aan de andere kant van het land. In het huis van Tariru wordt vanavond beslist over de wenselijkheid van dat plan.

© Arne Gillis

Er zijn ook bedenkingen bij de commercialisering van cannabis. ‘Ze ontdoen de plant van haar geschiedenis.’

Zulke beslissingen worden doorgaans genomen met een zogenaamde mambe, een traditie van spreken en redeneren waar vele soorten planten aan te pas komen. Niet in het minst: tabak, coca en cannabis. Het fijne, groenige mengsel wordt in de kaak bewaard of rechtstreeks in de neus geblazen met een pijpje. Een ronduit duizelingwekkende ervaring.

Tot diep in de nacht gaan de gesprekken door. Dat Bogotá in lockdown is wegens de stijgende coronacijfers lijkt van geen tel. Uiteindelijk komen de verzamelde Tubú niet tot een beslissing over hun toekomstige woonplaats. Maar de mambe is desalniettemin een succes geweest. ‘Zulke beslissingen laten zich niet afdwingen in één nacht.’Ondertussen wordt er gediscussieerd; het mengtaaltje tussen de taal van de Tubú en het Spaans is moeilijk te volgen. De Tubú hebben een uitgesproken praatcultuur. Het valt op dat mensen gemakkelijk een half uur aan het woord zijn. Zelfs tijdens de pauzes die vallen worden ze niet onderbroken.

Ik vraag Imika of hij akkoord gaat met de commercialisering van cannabis door bedrijven als Clever Leaves. Hij is opgetogen dat de plant uit het verdomhoekje raakt, maar toch is hij niet eenduidig positief. ‘Cannabis behoort hen niet toe, degenen die er alleen winst uit willen kloppen. Ze nemen die plant en ontdoen haar van haar geschiedenis.’

Voor Imika is niet alleen het doel – in zijn ogen geldgewin – van de cannabisbedrijven verkeerd, maar ook de werkwijze. ‘Cannabis werkt alleen als je die aanvult met de eigenschappen van andere planten. Anders is het gebruik ervan zinloos, en zelfs gevaarlijk.’ Waarop hij een bruggetje legt naar de recente geschiedenis van zijn volk en land.

‘De redenen die jij noemt voor de Colombiaanse burgeroorlog: wij hebben dat allemaal echt beleefd. Coca en cannabis hebben gediend als brandstof voor het conflict dat ons verjaagd heeft, door mensen die er alleen dat deeltje van gebruikten dat hen uitkwam. Sta mij dus toe om mijn bedenkingen te hebben bij bedrijven die in dezelfde logica werken – ook al is het nu toegestaan door de wet.’

Herinneringen van een Colombiaanse wietkapitein

Ik ga op bezoek in het dorp van een oude kapitein in Acandí, vlak bij de grens met Panama. Decennia geleden verscheepte hij illegaal ladingen cannabis naar Curaçao. Maar de tijden zijn veranderd, en de regio waar hij woont wordt zwaar getroffen door de gevolgen van de drugshandel.

Victorio (schuilnaam) is een eind in de negentig, en woont in een hut aan het strand. De blauwe ogen in zijn zwarte gezicht hebben veel gezien. Er ligt een wazige film over, net als bij zoveel mensen van zijn leeftijd. Maar de duivelse pretlichtjes zijn nog goed te zien.

In het dorp vertelt hij graag over zijn leven in de internationale wiethandel, en eigenlijk aan eender wie die met een flesje rum komt opdagen. Maar aan journalisten heeft hij lak. Via een tussenpersoon slaag ik er toch in om hem mijn vragen te laten beantwoorden.

Als kapitein voerde hij heelder scheepsladingen cannabis uit, van Colombia naar Curaçao, van de jaren ‘50 tot diep in de jaren ‘70. Rond die periode begonnen Colombiaanse wietsoorten als Santa Marta Gold en Red Point furore te maken in de Caraïben en op de Amerikaanse markt. Curaçao, dat deel uitmaakt van de Nederlandse Caraïben, diende als de perfecte internationale draaischijf gezien de traditioneel lakse houding van de Nederlanders tegenover cannabis.

Victorio vertelt over hoe er in de bergen van Santa Marta grote drukpersen waren waarmee de cannabis in balen werd geperst. En eenmaal op zee? ‘Onze dekmantel was simpel: een vissersboot. En onderweg vingen we ook wel wat vis. Maar omdat we geen diepvriezers aan boord hadden, begon de vis al snel te rotten. De stank werd zo overweldigend dat het de cannabisgeur overstemde. Bij controles op zee zijn we nooit gesnapt.’

Bij een controle op Curaçao ging het wel een keer mis. ‘De chef van de politie stopte ons in de gevangenis en vroeg vijfduizend kilo wiet als borgsom.’ Dat werd geregeld, en uit het contact bloeide een mooie deal voor de smokkelaars. ‘De politiechef was zo tevreden dat we sindsdien onze cannabis in zijn loodsen moch-ten opslaan’, lacht Victorio.

Het klinkt haast gemoedelijk, en Victorio beseft donders goed dat de tijden veranderd zijn. ‘Akkoord, wij bromden ook wel eens een nachtje, hier en daar. Maar voor die dingen draaien ze je vandaag twintig jaar de gevangenis in.’

De enige reden dat Victorio over dit alles wil spreken, is zijn leeftijd. ‘Niemand gaat me nog komen lastigvallen.’ Maar de regio waar hij woont, Chocó, aan de Panamese grens, is zwaar getroffen door de effecten van de drugshandel. Ondanks de Ley del Silencio – een de facto omerta – zie je het drugsgeld haast vloeien. In het nabijgelegen, toeristische Capurganá worden er bij de vleet nieuwe gebouwen opgetrokken met meerdere verdiepingen. Vreemd, want door het coronavirus is het toerisme platgelegd en dat is zowat de enige legale inkomstenbron, waar de hele regio op steunt.

Door de veranderde drugspolitiek maakt vandaag niet langer marihuana maar cocaïne de bulk van de handel uit. En ook het geweld is explosief toegenomen sinds de hoogdagen van Victorio. In augustus 2020 coördineerde het Colombiaanse leger een aanval op een schuilplaats van de Clan del Golfo, een drugskartel in het grensgebied. Volgens krantenberichten kwamen vijf kartelleden om het leven.

Maar een inwoner van Capurganá, die anoniem wil blijven, bezocht de plaats van de aanval en herinnert zich iets anders. ‘Er lagen uiteengereten lichamen van minstens twintig personen.’


Maak je je zorgen over je eigen drugsconsumptie of die van naasten? Met vragen over o.a. drank, drugs kan je terecht bij de Druglijn op www.druglijn.be (mail/chat) of telefonisch via 078 15 10 20 (ma-vr, 10-20 uur). Op de website vind je ook informatie, een eerste advies of adressen voor hulp en preventie indien nodig.

Deze reportage werd geschreven voor het zomernummer van MO*magazine. Voor slechts 32 euro kan je hier een jaarabonnement nemen! Je kan ook proMO* worden voor slechts 4 euro per maand. Je krijgt dan ook ons magazine toegestuurd en je steunt daarmee ons journalistiek project. Opgelet: Knack-abonnees ontvangen MO* automatisch bij hun pakket.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.