Ik droom dat mijn jongste broer sterven gaat

‘Ik droom dat mijn jongste broer sterven gaat. Hij is er nog altijd, maar iedereen weet dat hij spoedig zal doodgaan.’ Wat voor Stefaan Anrys een nare droom was, is dagelijkse kost voor de inwoners van Mecuburi in Mozambique. Een fragment uit zijn dagboek uit Mozambique.

We zijn nog kinderen en hij speelt als was er niets aan de hand. Toch weet iedereen wat er komt, ook hij. Zo nu en dan grijpt hij me stevig vast en moeten we allebei hard wenen. Tot onze borstspieren pijn doen. Zoals alle broers, hebben we vaak ruzie. Nooit kon ik vermoeden dat ik hem zo graag zag.

Busje vertrekt zo

Bij het ochtendkrieken word ik gewekt door tjirpende vogels en kinderstemmen die door het open raam klateren. Gisteren ben ik toegekomen op deze missiepost van Mecuburi, na een vier uur lange rit vanuit de provinciale hoofdstad Nampula. De reis per chapa of openbaar vervoer was een hel.

Stelt u zich een klein busje voor met twintig zitplaatsen. Het is negen uur ’s ochtends en de chauffeur laat u tot elf uur wachten tot er dubbel zoveel passagiers komen opdagen als er stoelen zijn.

Dan stouwt hij de laatste inzittenden tussen de diepgevroren vis uit Namibië –want delicatessen uit Mozambique zijn niet bestemd voor de eigen bevolking, maar voor export– bakken bier en met duct-tape gedichte kartonnen dozen.

Niemand kan nog bewegen, behalve om door de schuifraampjes te reiken naar gekoelde flesjes, koekjes en tandpasta die straatventers aanprijzen met uitgestoken armen. Na een uur wachten moet je dringend plassen, maar je wil de bus niet missen dus hou je je kranig en je hoopt dat de dreumes naast jou hetzelfde doet.

Zo’n rit in een chapa heeft niets avontuurlijk of romantisch. Vergeet het. Het is een aanfluiting van jewelste in een land dat steenkool en gas genoeg heeft om zijn bevolking naar een hoger niveau van welstand te tillen.

Dat partijkopstukken op kap van die toekomstige gasontginning heel onlangs enkele miljardenleningen aangingen –en bij die deals zonder twijfel hopen smeergeld opstreken– smaakt des te bitterder.

Vooral als je een hele dag verliest op hobbelige wegen, in een gevaarlijke en naar vis stinkende bus, en net levensmiddelen hebt ingekocht die door de strapatsen van de eigen politici dubbel zoveel kosten als het jaar voordien. Een zak aardappelen kost nu 450 meticais, tegenover 200 meticais in 2015.

Mensen met een missie

In Mercuburi, onze eindbestemming, is de situatie nog veel schrijnender. De inwoners leven er van de spreekwoordelijke dollar per dag. Mijn nachtmerrie komt zonder meer voort uit de nachtelijke conversaties die ik had bij aankomst op de missiepost.

‘Mensen sterven bij bosjes en meestal weten ze niet waarom’, zegt vader Vanderlei, een van de drie Braziliaanse missionarissen die de post en de nabijgelegen landbouwschool uitbaten, samen met de energieke Edina en steun van ondermeer de ngo Disop.

‘Een medische diagnose is de uitzondering op de regel’. Zelf is de voormalige marathonloper helemaal uitgeleefd door de weerkerende malaria-kuren waardoor hij allergisch werd aan medicatie en node terug moet naar Brazilië, zijn land van herkomst.

‘Mozambique had malaria allang kunnen uitroeien, maar het is voor velen voordeliger om de gedoneerde medicijnen te verkopen.’

Vanderlei’s huid is bruin en taai als leer. Hij komt uit het zuiden van Brazilië en zegt in tegenstelling tot zijn praatzieke confraters niet veel, terwijl hij het lekkere varkensvlees binnenwerkt. Gaucho’s zijn vleeseters.

‘Mozambique had malaria allang kunnen uitroeien, maar het is voor velen voordeliger om de gedoneerde medicijnen te verkopen.’

‘Zelfs vitaminen worden achterovergeslagen voor ze de hulpposten bereiken, waarvoor ze bedoeld zijn’.

Mecuburi is een district van ruim 7200 vierkante km en heeft slechts één apotheek voor de naar schatting 180.000 inwoners.

De hulppost in Mecuburi heeft te weinig medicijnen en wie met symptomen van malaria komt aanzetten, vertrekt meestal huiswaarts met nutteloze antibiotica. Je broers ’s ochtends in de ogen kijken en een week later moeten begraven, is dus dagelijkse kost.

Digitale verhalenvertellers doorbreken taboes

Ik vecht tegen het cynisme en trek me op aan de gedreven leerkrachten van de landbouwscholen die ik daags voordien in Nampula ontmoette. Op hun vraag was de Belgische vzw Comundos daar (en eerder in Maputo) neergestreken om leraars van scholen uit de streek op te leiden tot digitale verhalenvertellers.

In vier dagen moesten die in staat zijn om aan de hand van een digitale slideshow met beeld en geluid een verhaal te vertellen dat hen na aan het hart lag.

Die kennis zouden ze nadien doorgeven aan hun leerlingen of inzetten om zelf lesmateriaal te maken, dat zelfs over de grenzen kon gedeeld worden.

Een knap staaltje burgerjournalistiek, broodnodig in een land dat de media streng censureert, en tevens een opstap naar digital literacy, in een omgeving waar zelfs het hout ontbreekt om scholieren lessenaars en stoelen te verschaffen.

Bart Vetsuypens van Comundos begeestert zijn leerkrachten met zachte overredingskracht: ‘Een workshop digital storytelling in een land waar 70 pct van de bevolking geen toegang heeft tot elektriciteit en 60 pct analfabeet is, is logistiek niet simpel.

Veel computers in Nampula misten toetsen, klavieren en luidsprekers die niet meer werkten, maar iedereen hielp elkaar. Het grote verschil met België is dat deelnemers in Mozambique niet lang moesten nadenken over hun onderwerp.

Veel verhalen gingen over kinderzwangerschappen, een enkeling had het over seksueel misbruik door leerkrachten of over illegale activiteiten die brood op de plank brengen. Anderen vertelden over de export van grondstoffen zonder return voor de gemeenschap of over illegale houtontginning’.

Ze brengen verhalen over kinderzwangerschappen, over seksueel misbruik door leerkrachten of over illegale activiteiten

Vetsuypens: ‘Het milieu is een aandachtspunt in vele verhalen. Op het platteland kookt men nog zoals in de middeleeuwen, met drie stenen onder de pot en takken als brandstof.

Andere deelnemers beschreven de organische landbouw of het gebrek aan secundaire scholen in landelijke gebieden, waardoor veel jongeren afhaken.

De verhalen geven een goed zicht op wat mensen bezig houdt. Spijtig dat onze cursisten zelden internettoegang hebben, tenzij via hun gsm.’

Terug naar school

Terwijl ik na het ontwaken door de grote boerderij van de paters struin, dreunen in een klein klasje leerlingen het alfabet op.

Op het bord schrijft een tiener de letters van het alfabet. Ze is toegelaten tot deze missieschool, uitgebaat door paters maar bemand door staatsleerkrachten, zoals overal in Mozambique.

Vanderlei legt achteraf uit waarom de middelbare scholieren nog moeten leren lezen en schrijven.

‘In veel basisscholen geven leerkrachten één dag op zeven les. De rest van de tijd laten ze de kinderen spelen, in de klas of op de koer. Iedereen wordt doorgelaten, maar velen blijven analfabeet.

‘In veel basisscholen geven leerkrachten één dag op zeven les, iedereen wordt doorgelaten, maar velen blijven analfabeet’

Dus moeten wij ze in allerijl bijscholen, zodat ze straks meekunnen met de andere scholieren van de landbouwschool’.

Het mooie aan dit pedagogisch concept is dat de leerlingen afwisselend les krijgen en daarna de lessen in praktijk brengen, thuis, op het eigen land.

Wanneer ik doorpraat met enkelen van hen, blijkt hoeveel ze van het landbouwbedrijf van vaderlief afweten, soms meer dan de leerkrachten zelf.

En bij navraag over de handarbeid die ze al van prille leeftijd uitvoeren, sta ik versteld van hun uithoudingsvermogen en werkkracht.

Zelf zie ik mij nog geen tachtig kilometer afleggen met de fiets langs mulle zandwegen om mij na het weekend te begeven naar mijn landbouwgrond, waar ik de week labeurend zal door brengen.

Het werkritme mag dan wel trager zijn dan elders, de geleverde fysieke inspanning is hier vaak groter. Net als de uitdagingen waarvoor de Mozambikanen staan.

 

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.