Venezuela: land van twee waarheden
De droom van Chavez barst
Marianne Cap en Roel Nollet
16 mei 2018
Venezuela: land van twee waarheden. Links en rechts. Chavismo en oppositie. Het land zit al jaren in een neerwaartse spiraal. De inflatie swingt de pan uit. De droom van Chavez vertoont barsten. Is dit het einde van het revolutionair gedachtegoed? Of een complot tegen de welvaart van het land?
Venezuela: land van twee waarheden. Links en rechts. Chavismo en oppositie. Het land zit al jaren in een neerwaartse spiraal. De inflatie swingt de pan uit. De droom van Chavez vertoont barsten. Is dit het einde van het revolutionair gedachtengoed? Of een complot tegen de welvaart van het land? Voor de meest kwetsbaren maakt het geen verschil: ze sterven van de honger.
© Marianne Cap en Roel Nollet
Wanneer de eerste protesten tegen het regime uitbreken in Venezuela, werkt Marianne Cap in een tehuis voor jongens met een moeilijke thuissituatie. Samen met collega Irislis A Cova en reportagemaker Roel Nollet gaat ze vier jaar later op zoek naar de jongens van toen. Een reis door een land in crisis aan de vooravond van de verkiezingen.
We leven niet, we overleven
‘We leven niet, we overleven’, zegt Mariza. De jonge moeder woont met haar zes kinderen in de sloppenwijken van Caracas, de hoofdstad van Venezuela. ‘Ik werk me te pletter om eten op tafel te krijgen voor mijn kinderen, maar soms heb ik alleen maar zin om te huilen. En er is geen enkele politieke partij die me komt helpen.’
De toestand in Venezuela wordt steeds erger. Door de daling van de olieprijs en torenhoge overheidsschulden zijn de winkelrekken leeg. De inflatie is hoog en de criminaliteit tiert welig. De hoofdstad Caracas prijkt op de oneervolle eerste plaats van meest gevaarlijke steden ter wereld. Nergens is de crisis zo voelbaar als hier, in de sloppenwijken.
Domingo heeft ons hier naartoe gebracht. De jonge pater draagt een joggingbroek en een t-shirt. Hij drinkt graag rum. Maar elke ochtend om zeven uur horen we hem samen met zijn confraters zingen in de kapel van de Salvatorianen. Onderweg waarschuwt hij ons voor de bendes in de wijken. Zelf werd hij een keer gegijzeld. Hij kreeg een revolver tegen zijn slaap. Maar daar praat hij niet graag over. ‘Zag je dat?’ vraagt hij, terwijl we een rond punt oprijden. Hij wijst naar een motorrijder die we passeren. Zijn passagier draagt een wapen. Zomaar, in het zicht. ‘Ze bestelen mensen om die wapens te kunnen kopen. En de politie heeft hier niets te zeggen.’
Ik ontmoette Domingo vier jaar geleden. Toen verbleef ik in een Don Boscotehuis in Merida, in de Andes. Ik werkte er samen met een aantal jongens tussen acht en veertien jaar aan een sociaal-artistieke documentaire.
Toen al kwamen duizenden mensen op straat om te protesteren tegen het regime van Maduro. ‘Ik blijf hier tot Maduro ontslag neemt’, hoor ik een betoger nog zeggen wanneer hij zijn positie op het bezette kruispunt opnieuw inneemt. Het was het credo van heel wat jongeren.
We zijn vier jaar later. En Maduro is nog steeds aan de macht.
© Marianne Cap en Roel Nollet
We zijn arm, maar we zijn rijk
‘Ik geloof niet meer in de liefde’, zegt Nixon, één van de jongens uit het tehuis. We komen hem op straat tegen. Hij is ondertussen 16 en werkt in een garage. ‘Ze hebben mijn moeder op straat neergeschoten.’ Elke dag worden er in Venezuela 80 mensen vermoord. Dat zijn er 30.000 per jaar. Niet moeilijk als er zoveel gewapende bendes rondlopen.
Aan de kant van de weg zien we een man eten zoeken in het vuilnis. Hij kijkt op en zoekt verder.
‘Chavez heeft in het begin veel goeie dingen gedaan, het geld afgenomen van het grote kapitaal en aan het volk gegeven’, vindt een man die voor de oppositie stemt. ‘Maar nu maken ze het volk kapot. Ons land produceert zelf niks. Natuurlijk hebben we geen voedsel. Ze hebben alle producenten weggejaagd en hun land verkocht.’
De protesten van de oppositie worden heviger, maar ondanks alles blijven nog heel veel mensen geloven in de Bolivariaanse revolutie, die door Hugo Chavez werd gestart. Venezuela heeft één van de grootste olie- en gasvoorraden van de wereld. Chavez wilde die oliedollars omzetten in sociale projecten.
‘Wij hebben zelden nog échte gesprekken met onze vrienden en familie’, zegt Irina. De jonge vrouw van 33 is net moeder geworden. ‘Het enige waar we over praten is waar we gas kunnen vinden, hoe lang de rijen zijn aan het tankstation en hoeveel een brood kost. Ik hoop dat de situatie verbetert, want ik wil niet heel mijn leven bij mijn ouders wonen. En ongewenst zwanger worden is in deze situatie al helemaal niet aan te raden.’
‘We gaan dit overwinnen’, zegt de moeder van Irina beslist. Ze is een hevige aanhangster van het regime. ‘We hebben problemen, maar we dromen! In volle crisis heeft Venezuela het beste woonbeleid van heel Latijns Amerika! Ze geven huizen aan de armen! We zijn arm, maar we zijn rijk. We hebben massa’s olie. Als we al onze olie aan de Amerikanen zouden geven, zou deze crisis onmiddellijk opgelost zijn, maar dat willen we niet.’
‘Wat heb jij het liefst? vraagt ze. Een merkbril of nationale soevereiniteit? Ik heb het liefst nationale soevereiniteit’, zegt ze zonder op antwoord te wachten. ‘Ik wil een vrij land dat eigenaar is van zijn natuurlijke rijkdommen.’
© Marianne Cap en Roel Nollet
Hay Punto?
De inflatie in Venezuela steeg het afgelopen jaar tot wel 9000%. Het hoogste percentage van de hele wereld. Het IMF schat dat dat cijfer volgend jaar nog oploopt tot bijna 14.000%.
Een bankbiljet is hier nog amper iets waard. Vier jaar geleden was een briefje van 100 bolivares het grootste dat je kon vinden. Nu zijn er al biljetten van 100.000 bolivares. Die hebben ze vorig jaar bijgedrukt. Het is gemakkelijker om je geld te wegen dan om het te tellen. Op de tafel voor ons liggen vijf stapels bankbiljetten van elk vijf centimeter dik. Samen zijn ze twee en halve euro waard. Hallucinant.
Aan de bank sta je uren in de rij voor cash geld. Aan de automaat kan je maximaal 30.000 bolivar afhalen. Daar koop je nog geen doos eieren mee. Wil je als handelaar iets verdienen, dan moet je ervoor zorgen dat je klanten met een bankkaart kunnen betalen. Overal waar dat kan hangen bordjes Si, hay punto. Kan dat niet? Dan druipen de klanten af. En dan nog maar te hopen dat de elektriciteit het doet, want anders werken die betaalterminals niet.
‘We staan overal in de rij’, zegt een taxichauffeur die aanschuift voor benzine. ‘We doen hier aan brandstoftoerisme.’ De man kan er nog hartelijk om lachen. Humor verzacht de pijn.
Venezuela haalt 95 procent van zijn inkomsten uit de export van olie, maar voor Venezolanen zélf is die olie niet overal beschikbaar. Het grootste deel verdwijnt naar het buitenland. En dus staan er urenlange files aan de tankstations.
© Marianne Cap en Roel Nollet
Exodus
Terwijl mensen zich blauw betalen aan voedsel, is benzine door de inflatie spotgoedkoop. En dat is interessant voor de buurlanden. Voor een volle tank betaal je amper één eurocent. Aan de grens met Colombia steken kleine bootjes op klaarlichte dag de rivier over. Aan boord: bidons gevuld met benzine. De politie kijkt van op de brug toe, maar geeft geen krimp. Iemand fluistert dat ze wel een stevige duit aan deze lucratieve handel zullen verdienen.
Per dag steken 50.000 mensen de grens met Colombia over op zoek naar voedsel en medicijnen. Velen van hen komen niet meer terug. Andere populaire bestemmingen zijn Chili en Peru.
We zijn onderweg naar de grens wanneer we op een wegversperring stoten. Een woedende menigte blokkeert de straat. Naast olie heeft Venezuela ook een grote gasreserve, maar de vrachtwagens met gasflessen laten soms weken op zich wachten. We stappen uit en zien drie gemotoriseerde politieagenten die door de wegversperring proberen te rijden. Ze krijgen onmiddellijk alles wat lelijk is naar hun hoofd geslingerd. Er worden extra auto’s in de barricade gereden: “Film dit!” roept iemand. Ze komen er niet door.
Voor de betogers is dit hun enige drukkingsmiddel. Als het moet, staan ze hier dagenlang. Enkel zieke mensen of noodgevallen worden doorgelaten. Daardoor staan er in het hele land kilometerslange files. De Venezolanen blijven er in de verzengende hitte opvallend rustig onder. Omrijden is geen optie, want dat kost extra benzine, en dus: geld.
© Marianne Cap en Roel Nollet
Carnet de la patria
Elke Venezolaan is het erover eens dat het land in een diepe crisis zit. En daar is niemand blij om. Voor rechts betekent dit het failliet van het revolutionair gedachtegoed. Voor links een bewijs van imperialistische complottheorieën tegen het land met een nefast gevolg voor de welvaart. In werkelijkheid is het de verdeeldheid in Venezuela die twijfel en onrust in de hand werkt, zeker bij de meest kwetsbaren, die niet gebaat zijn met politieke stemmingmakerij.
De regering organiseert sinds 2016 een voedselbedeling voor de armsten. De CLAP (Los Comités Locales de Abastercimiento y Producción), is een doos gevuld met ondermeer maïsmeel, rijst, spaghetti, tonijn, olie en mayonaise. Normaal komt die doos om de twee weken. Maar in realiteit moeten mensen er soms zelfs twee maanden op wachten. En dat is làng wanneer je honger hebt.
‘Dit is de enige hulp die er is’, vertelt een hevige Chavista-aanhanger, terwijl hij de vrachtwagen met nieuwe dozen openmaakt. Op zijn t-shirt staan de ogen van Chavez gedrukt. ‘Deze crisis wordt veroorzaakt door de imperialistische wereld. Gelukkig hebben we een sociale regering die ons helpt. ‘Viva Chavez! Que Viva!’ roepen de mensen op straat.’
Volgens tegenhangers van het regime maakt de CLAP de armen vooral afhankelijk van de overheid. Corruptie is wijdverspreid in Venezuela. ‘De dozen met voedsel worden door de distributieverantwoordelijken te duur aangerekend’, vertelt een vrouw die we op de markt tegenkomen. ‘Ze zijn niet volledig of ze gaan eerst naar de familieleden van de verantwoordelijken in plaats van naar de mensen die ze écht nodig hebben.’
De waarheid ligt waarschijnlijk, zoals zo vaak hier, ergens in het midden. Toch horen we dat de overheid misbruik maakt van de situatie. Eind 2016 lanceerde Maduro ook de Carnet de la patria, de kaart van het vaderland. Die moet er onder andere voor zorgen dat geregulariseerde producten bij de juiste mensen terecht komen en niet opgekocht worden door bachaqueros die ze aan woekerprijzen doorverkopen op de zwarte markt. Zonder die kaart geraak je niet aan de nodige medicijnen of kan je geen beroep doen op de CLAP. Wil je je paspoort vernieuwen? Ook dan heb je de carnet de la patria nodig.
Niemand is verplicht om de carnet de la patria aan te vragen, maar velen zien geen andere keuze. Zonder kaart: geen overheidssteun.
© Marianne Cap en Roel Nollet
‘De stemming is geheim’
Voor het verkiezingsbureau staat een tent met een Venezolaanse vlag. Aan een tafeltje schrijft een vrouw namen op. In de volkse wijken van Caracas wordt er vooral voor de huidige regering gestemd.
Om je stem te registreren vragen de verantwoordelijken in de tent naar je carnet de la patria. ‘Mogen die mensen dan nog wel voor een andere partij stemmen?’ vraag ik. ‘Ja hoor, de stemming is geheim’, klinkt het. ‘Maar niemand hier stemt op iemand anders. Er is hier maar één partij, en dat is die van de revolutie, zegt een man met een petje op. ‘Al de rest zijn zuurpruimen.’
In realiteit durven veel mensen niet anders. ‘Ik ben bang om mijn huis te verliezen’, zegt Carolina. De alleenstaande moeder met drie zonen was een overtuigd chavista. Ze werkt de klok rond om eten te kunnen kopen. ‘Dit huis heb ik van de overheid gekregen. Maar de crisis is nu zo onvoorspelbaar dat ik echt niet meer weet wat ik moet doen.’
Eten in ruil voor je stem. Het is zo oud als de straat. Wie ooit Daens zag, weet dat het nog niet zo lang geleden ook bij ons gebeurde.
© Marianne Cap en Roel Nollet
De geur van armoede
Begin februari kondigde Maduro nieuwe presidentsverkiezingen aan. Die zouden vervroegd plaatsvinden op 22 april. Hij is zelf kandidaat voor een nieuwe ambtstermijn van 6 jaar. Onder druk van de oppositie en het buitenland is de datum vier weken opgeschoven naar 20 mei. Voor velen ligt de uitslag van de verkiezingen nu al vast.
‘Het heeft geen zin dat ik ga stemmen, Maduro zal toch winnen. Want ook al zijn velen tegen het regime van Maduro, ze stemmen voor hem uit schrik dat ze anders hun uitkering of andere voordelen zullen verliezen’, zeg Mariza.
‘Dat hij maar eens naar hier komt, zodat hij de armoede hier kan zien en ruiken, zegt een man die voor de oppositie stemt. Nodig de presidenten van de andere Latijns-Amerikaanse landen ook maar uit. Zodat ze zien hoe verschrikkelijk het hier is.’
© Marianne Cap en Roel Nollet
“La puerta sin colores”, Een reportage van Marianne Cap en Roel Nollet, wordt zaterdag 19 mei om 20u10 uitgezonden in Vranckx op Canvas