Een laatste eerbetoon aan de anonieme doden

Reportage

Vrijwilligers geven overleden migranten op de Balkanroute waardig afscheid

Een laatste eerbetoon aan de anonieme doden

Tekst en beeld: Tessa Kraan

07 mei 202514 min leestijd

Vorig jaar stierven er 38 migranten op de Westelijke Balkanroute, voornamelijk door gevaarlijk vervoer en verdrinking. Wanneer ze gevonden worden, is niet altijd duidelijk wie ze zijn of waar ze vandaan komen. Vrijwilligers geven hen een waardige laatste rustplaats en proberen contact te leggen met nabestaanden.

Aan de rand van de Bosnische stad Tuzla baant Nihad Suljić zich een weg, de heuvel op richting een kleine begraafplaats. Er liggen drie vluchtelingen begraven. Bij elk graf richt hij zijn handpalmen naar de lucht in een islamitische gebedshouding. Hij bidt voor de doden die hij nooit heeft gekend.

‘Dat is Jawed’, zegt hij, wijzend naar een massieve witte steen. ‘Hij probeerde met zijn broer Kroatië binnen te komen. Jawed verdronk in de rivier.’ Zijn broer overleefde en is nu in België. Er was niemand om Jawed te begraven, daarom deed Suljić dat, met de hulp van de grassrootsorganisatie SOS Balkanroute.

Vóór 2022 werd deze begraafplaats alleen gebruikt voor vluchtelingen die in Bosnië geboren waren. Jawed is de eerste van Afghaanse afkomst die hier begraven ligt. Twee verse heuvels aarde en houten grafmarkeringen getuigen van het recente overlijden van twee andere jongens: de neven Ammar Mustafa (20) en Mohammed Abdulwahed (15). Ze verdronken in augustus in de rivier de Drina, die de grens vormt tussen Servië en Bosnië, toen hun boot kapseisde dicht bij de Servische oever. Twaalf mensen verdronken, waaronder een koppel en hun baby.

Naamloze doden

Bosnië en Herzegovina maakt deel uit van de zogenaamde Westelijke Balkanroute, die sinds 2015 voor veel migranten de route naar West-Europa is. In de beginjaren konden ze simpelweg de grensposten passeren of namen ze internationale bussen en treinen naar hun eindbestemming. Maar de laatste jaren zijn veel grenzen zwaar beveiligd, aangemoedigd en gefinancierd door de Europese Unie.

Kroatië ligt aan de buitengrens van de Europese Unie en wordt bewaakt met warmtecamera's, drones en een brute politiemacht. Het is al lang een publiek geheim dat het land extreem geweld gebruikt om vluchtelingen af te schrikken en hen vervolgens terugstuurt naar Bosnië. Zo documenteert het Border Violence Monitor Network al jarenlang structureel talloze gevallen van geweld, illegale opsluiting en gedwongen verplaatsing van mensen die grenzen proberen over te steken. Onder andere MO*, de Britse krant The Guardian en de Duitse krant Der Spiegel deden veelvuldig verslag van gewelddadige push-backs door Kroatische grenswachten.

Door die geweldstoename aan de Europese grenzen zoeken vluchtelingen alternatieve routes, maar die zijn niet zelden dodelijk. Op de Westelijke Balkanroute vielen vorig jaar 38 doden, blijkt uit cijfers van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM).

De meesten van hen kwamen om het leven bij ongelukken die te maken hadden met gevaarlijk vervoer. Zo viel iemand in Albanië in een ravijn en werd iemand in Servië aangereden door een auto. De op één na meest voorkomende doodsoorzaak was verdrinking. In 2024 overleefden 14 mensen als gevolg daarvan de reis niet. Het jaar voordien stierven er 47 mensen op de Westelijke Balkanroute, waarvan 3 door verdrinking, aldus de IOM.

Deze cijfers geven slechts een fractie van het werkelijke aantal doden weer, zo bewijst het aantal grafstenen op de begraafplaats van Bijeljina, in het noordoosten van Bosnië en Herzegovina. Twaalf stenen in nette rijen, waarvan er acht in 2023 bijkwamen. Allemaal verdronken, bevestigt Suljić, die betrokken was bij de begrafenissen van alle migranten die hier liggen.

De houten grafmarkeringen werden een paar maanden geleden vervangen door massieve granieten grafstenen, op initiatief van Suljić en SOS Balkanroute. Ze staan in sober contrast met de weelderig versierde graven op de achtergrond. Hier liggen geen bloemen, linten of foto's van de overledenen naast de stenen. Niets getuigt van het verlies van de nabestaanden. Alle grafstenen zijn gegraveerd met twee vette letters: ‘N.N.’ Dat staat voor ‘No Name’. Dit zijn de anonieme doden van de Balkanroute, waarvan de nabestaanden het lot van hun dierbaren misschien nooit zullen kennen.

Naamloze graven van migranten in Bihać, in het noordwesten van Bosnië.

Geen databank van vermisten

Er is geen internationale, centrale databank van vermiste personen op de vlucht. Het Rode Kruis probeert als politiek neutraal platform via Restoring Family Links vermiste personen die door oorlog, natuurrampen en de daaropvolgende vlucht van elkaar gescheiden zijn geraakt weer met elkaar in contact te brengen. Om mensen op te sporen, gebruikt het zijn internationale netwerk. In elk land is er een Rode Kruisafdeling die zich hiermee bezighoudt en die daarvoor een beroep doet op lokale vrijwilligers. ‘Weten waar je familieleden zijn is een internationaal humanitair recht dat beschreven is in de Conventie van Genève’, zegt Marijke Peys, verantwoordelijke voor Restoring Family Links bij Rode Kruis-Vlaanderen. Overheden zijn verantwoordelijk voor het garanderen van dat recht.

Maar de werkelijkheid is dat vluchtelingen op doorreis vaak niet prioritair zijn en dat er weinig middelen voor worden vrijgemaakt. In Bosnië is bijvoorbeeld geen enkele organisatie verantwoordelijk voor de identificatie van de overleden migranten. Het Rode Kruis doet dienst als een orgaan dat landen helpt hun verplichtingen op dat vlak wel na te komen, maar in de praktijk blijkt dat niet gemakkelijk. ‘In 2023 werden in België 400 dossiers geopend’, zegt Peys. ‘113 mensen konden met onze hulp worden herenigd. Wereldwijd werden er dit jaar 65.000 dossiers geopend, waarvan een kwart positief werd afgesloten.’

‘Er zijn helaas ook veel mensen die we niet kunnen vinden. Het merendeel van die onopgeloste dossiers betreft mensen die vermist zijn geraakt op de migratieroute. Tijdens de reis is het niet altijd evident om contact te houden met familie, en vaak is er geen eindbestemming afgesproken. Ook mensen die op zee verdronken, zijn vaak nooit meer terug te vinden.’

Toch onderstreept Peys het belang van de inspanning: ‘Restoring Family Links is al sinds 1870 een belangrijk onderdeel van het Rode Kruis. Op dit moment helpen we vooral mensen uit gebieden waar internet nog niet is ingeburgerd of waar de communicatie verstoord is door de situatie ter plaatse. Het gaat ook vaak over mensen die minder geletterd zijn of die niet over de nodige digitale vaardigheden beschikken.’

De middelen waarover Rode Kruis-Vlaanderen beschikt, zijn relatief beperkt om de veelheid aan dossiers op te volgen. ‘Het is een tijdrovend en vaak moeilijk proces. Maar zelfs als er maar één succesverhaal per jaar is, is het nog steeds de moeite waard.’

Vrijwilligers springen bij

Slechts een klein aantal vermisten wordt gelokaliseerd. Ondanks de inspanningen van het Rode Kruis worden er jaarlijks tientallen mensen begraven onder een anonieme grafsteen op de Balkanroute. Een los collectief van activisten uit Bosnië, Kroatië en Servië, waaronder Nihad Suljić, begon in 2019 met een Facebookgroep, ‘Dead and Missing in the Balkans’, om informatie over vermissingen te centraliseren.
Veel van de leden deden al vrijwilligerswerk voor migranten in hun regio en waren daarom al bekende en vertrouwde contactpersonen binnen de vluchtelingengemeenschap. Ze werden vaak benaderd door families met vragen over vermiste personen die voor het laatst in hun regio waren gezien.

In de groep worden nieuwsberichten over gevonden lichamen afgewisseld met opsporingsberichten: ‘Mijn broer Bilal, 28 jaar oud, Syriër, verdween op 30 februari 2024. (naam en datum gewijzigd om privacyredenen, red.) Samen met drie andere personen stak hij de rivier Kolpa (Kupa) over tussen Kroatië en Slovenië. Sindsdien hebben we niets meer van hem gehoord.’

‘We willen interactie creëren,’ zegt Marijana Hameršak uit Zagreb, die regelmatig berichten plaatst in de groep. 'Ik stel bijkomende vragen over de kleding die hij droeg en waar hij voor het laatst gesignaleerd werd. Het doel is dat we de beschikbare informatie bij elkaar brengen en zo proberen profielen met elkaar te verbinden. We gaan langs bij mortuaria en politiebureaus, soms samen met familieleden. Hoe ik betrokken ben, hangt af van de behoeften van de familie. Soms ben ik alleen vertaalster, andere keren doe ik papierwerk of bemiddel ik.’

Veel nabestaanden van vermisten weten zelf de weg naar de officiële instanties wel te vinden. Maar zonder de Facebookgroep zouden er ook veel verdwijningen ongedocumenteerd blijven, zegt Hameršak. ‘Veel mensen met wie ik in contact sta, hebben ook al contact opgenomen met de lokale politie of met internationale organisaties. Maar het komt voor dat vluchtelingen zich niet tot de politie durven wenden uit angst om zelf vervolgd te worden. Wanneer iemand zoek raakt bij het oversteken van een grensrivier is de kans groot dat mensen dat niet bij de politie melden. Deze gevallen worden dus mogelijk nooit gedocumenteerd.’

Volgens Hameršak is het ontstaan van zo'n lokaal initiatief meer een natuurwet dan een uitzondering: ‘Bij gebrek aan inzet van een overheid of een andere centrale instantie springen mensen op natuurlijke wijze in dat gat, met de middelen die ze ter beschikking hebben.’

Op Facebook zijn er tientallen pagina's te vinden die voornamelijk zijn opgezet door nabestaanden van scheeps- of verkeersrampen met vluchtelingen. Gambiaanse nabestaanden gebruikten in 2019 een Facebookgroep om snel informatie te delen over het lot van opvarenden van een boot die zonk voor de kust van Mauritanië. En op een pagina over een scheepsramp die het leven kostte aan ten minste 300 mensen in 2013 worden nog steeds nieuwsberichten gedeeld over de nasleep van de ramp. ‘Op meer plaatsen met een hoog aantal vluchtelingendoden zie je dat mensen Facebook gebruiken om snel informatie te delen waar grotere organisaties nog geen toegang toe hebben.’

DNA-matching

Ondanks de inspanningen van vrijwilligers blijven de meeste vluchtelingenslachtoffers ongeïdentificeerd. Mogelijk biedt een toekomstige samenwerking tussen de mensen van de Facebookgroep en de Inter-nationale Commissie voor Vermiste Personen (ICVP) een antwoord aan nabestaanden, denkt Suljić. Samen gaan ze faciliteren wat geen enkele andere organisatie tot nu toe heeft gedaan: DNA proberen matchen.

Het is gebruikelijk dat justitie een botstaal neemt van een onbekend lichaam voordat het begraven wordt. ‘Dit moet een aantal jaar bewaard worden als bewijsmateriaal bij een eventueel onderzoek. De verantwoordelijke patholoog heeft op eigen initiatief besloten om de stalen veel langer te bewaren dan die wettelijke minimumperiode’, zegt Suljić. ‘Het DNA van die stalen zal binnenkort naar de ICVP worden gestuurd. Zij voegen het dan toe aan een database, die gebruikt kan worden om verwanten aan elkaar te koppelen. ’

Om het DNA te kunnen matchen, is natuurlijk een staal van een verwant persoon nodig. ‘Ik heb dagelijks contact met bezorgde families die ons vinden via de Facebook-groep. Zij zouden dan een DNA-test in hun land kunnen doen en die resultaten naar de ICVP sturen, waar ze vergeleken worden.’

Veertig stalen wachten momenteel op goedkeuring van het plaatselijke instituut voor forensische geneeskunde om naar de ICVP in Den Haag te worden gestuurd. De hoop is dat een aantal grafstenen een naam kan krijgen, of dat overledenen naar hun dierbaren kunnen worden teruggestuurd.

Een WhatsApp-begrafenis

Voor Suljić is het vaste prik om een ronde te doen langs ziekenhuizen, mortuaria en politiebureaus in de regio wanneer hij hoort dat er een lichaam is aangespoeld. ‘Ik doe dit al vier jaar en heb goed contact met de verschillende instanties. We werken altijd goed samen.’

In het geval van de overleden neven Ammar en Mohammed, de twee jongens op de kleine begraafplaats in Tuzla, werd de identificatie gedaan door hun neef Ali Abdulwahed, die vanuit Zweden is afgereisd om zijn neven te zoeken. De man die hen op de vluchtelingenboot had gezet, informeerde de familie zelf over het ongeluk. ‘Mijn oom kreeg het telefoontje van de smokkelaar die vertelde dat de jongens vermist werden’, zegt Abdulwahed. Via bekenden in Zweden kreeg hij vervolgens Nihad Suljićs telefoonnummer. ‘Ik reisde meteen naar Bosnië omdat de moeders van Ammar en Mohammed, mijn tantes, zelf niet konden komen. Zij bevinden zich in een vluchtelingenkamp in Turkije en mogen de grens niet oversteken.’

Volgens Abdulwahed zou een begrafenis in Bosnië enkele duizenden euro's kosten. Een repatriëring naar een ander land zou nog veel meer kosten. ‘Nihad bood aan om de begrafenis te financieren en in Tuzla te houden, geheel volgens de islamitische traditie. Daar hebben we mee ingestemd.’

Vluchtelingenfamilies zijn vaak geografisch verscheurd, zoals de familie van Mohammed en Ammar. Hun moeders bevinden zich in Turkije, hun oom in Duitsland en neef Abdulwahed in Zweden. Aanwezigheid bij de begrafenis was dus niet vanzelfsprekend. ‘Ik mocht zelf niet langer afwezig zijn van mijn werk en de moeders kregen hun reispapieren niet in orde.’ Daardoor kon niemand van de familie de begrafenis bijwonen. ‘Dat was ongelooflijk pijnlijk voor iedereen’, zegt Abdulwahid.

Het afscheidsmoment werd daarom via een WhatsAppgroep van de familie live gestreamd. Moeilijk voor Abdulwahed en zijn familie, maar hij is ook dankbaar. ‘Onze zorgen werden weggenomen op het moment dat we dat het meest nodig hadden. En de jongens hebben een waardig afscheid. Dat is veel waard.’

De houten grafbordjes die nu de graven van Ammar en Mohammed markeren, worden binnenkort vervangen door granieten grafstenen. Niet alleen voor de waardigheid van de doden, maar ook als boodschap aan de toekomst. ‘Op een dag zullen mensen verantwoording moeten afleggen voor deze doden’, zegt Suljić, zichtbaar ontroerd.

‘De stenen bestaan voor de komende honderden jaren en zullen blijven getuigen van de misstanden die hier hebben plaatsgevonden. Deze mensen zochten veiligheid en een beter leven. De grafstenen symboliseren de vervlogen dromen van migranten. Dit zijn de schandstenen van Europa.’

Deze reportage werd geschreven voor MO*155, het lentenummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.

Word proMO*

Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.

Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.

Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.

Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.

Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief

Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.

Per maand

€4,60

Betaal maandelijks via domiciliëring.

Meest gekozen

Per jaar

€60

Betaal jaarlijks via domiciliëring.

Voor één jaar

€65

Betaal voor één jaar.

Ben je al proMO*

Log dan hier in