Elke oliedruppel telt in de Amazone

Reportage

Brazilië moet besluiten over ‘onbenutte hulpbronnen’

Elke oliedruppel telt in de Amazone

Oliewinning in de monding van de Amazone hangt als een donkere wolk over de komende klimaattop, die over precies een maand plaatsvindt. MO* trok alvast naar de Braziliaanse gaststad, Belém, geklemd tussen een zee van groen en een zee van blauw.

Het 17de-eeuwse Portugese fort van Belém biedt in één oogopslag een beeld van de oude en nieuwe stad. Houten boten varen af en aan. De opvallend blauwe Ver-o-Peso-hal ver­koopt vis, de markt ernaast alle moge­lijke vruchten, noten en kruiden uit het Amazonewoud. Monumentale bel­le-époquepanden staan in schril con­trast met anonieme torenflats die de hemel doorboren en sloppenwijken die tot aan de waterrand reiken.

‘Belém was altijd een rivier- en handelsstad’, zegt urbaniste Ana Claudia Cardoso. ‘Uit de hele regio kwamen producten hier op de markt voor lokale consumptie en export. Dat veranderde in de jaren ’50, toen het wegennetwerk het noorden van Brazilië bereikte. Belém keerde de rivier haar rug toe en werd een markt voor goedkope producten uit het industriële zuiden.’

Woonden er in de jaren ’50 nog zo’n 250.000 mensen, dan is dat inmiddels het tienvoudige. Volgens het Braziliaanse Instituut voor Geografie en Statistiek (IBGE) woont 60 procent van hen in baixados: laaggelegen, dichtbevolkte, arme wijken met onvol­doende publieke voorzieningen.

Belém staat bekend als de ‘hoofd­stad van de Amazone’. De stad wordt omringd door 42 eilanden en ligt zo’n honderd kilometer landinwaarts van de Atlantische Oceaan. Ze ligt als het ware ingeklemd tussen een zee van groen en een zee van blauw. Hier vindt in november de volgende VN-klimaat-top (COP30) plaats. Na de klimaatcon­ferenties in Dubai (in 2023) en Bakoe (2024), twee steden die sterk gelinkt worden met olie, heerste onder mili­euactivisten hoop door de keuze voor Belém. Als geen ander zou deze stad de aandacht kunnen vestigen op het behoud en herstel van het Amazoneregenwoud.

De Amazone is er onder de huidige Braziliaanse president Lula da Silva een stuk beter aan toe dan onder zijn voorganger Jair Bolsonaro. De ontbos­sing is flink verminderd, al ging vorig jaar nog altijd 6288 vierkante kilometer tegen de vlakte. Maar in februari zorgde diezelfde Lula voor een flinke domper op de vreugde toen hij zei: ‘Ik wil olie-exploratie in de monding van de Amazone. We hebben olie nodig voor de energietransitie, die veel geld kost.’

Dat was een heel ander geluid dan wat Lula op de klimaattop in Dubai had laten horen. Toen beklaagde hij zich over ‘het trage tempo van de globale decarbonisatie’ en zei hij te streven naar een economie die ‘minder afhan­kelijk is van fossiele brandstoffen.’

De prioriteiten liggen inmiddels dui­delijk elders. Het Braziliaanse Petroleumagentschap (ANP) gaat de exploratierechten veilen voor 172 olie- en gasvelden, met een oppervlakte van 156.000 vierkante kilometer. De meeste daarvan bevinden zich voor de kust, 47 daarvan om en nabij de Amazonemonding. 

Blok 59

Het is al decennialang een heet hangij­zer: de exploratie en exploitatie van olie- en gasreserves in de zogenaamde Margem Equatorial. Dat is een lap Atlantische Oceaan van zo’n 2200 vierkante kilometer bij de Amazonerivier. Op dit moment blijven nog 25 concessies voor exploratie over. Die zijn vooral eigendom van het Braziliaanse staatsbedrijf Petrobas. Zes zijn in handen van Shell, dat Lula vorig jaar opriep snel te beslissen over de ‘onbenutte hulpbronnen’.

De strijd tussen voor- en tegen­standers spitst zich vooral toe op Blok 59. Petrobas heeft een concessie op dat veld, dat zo’n 160 kilometer voor de noordelijke kuststaat Amapá ligt. Het probeert al jaren een milieuver­gunning te krijgen om op zo’n 3000 meter diepte naar olie te boren. Maar het Braziliaanse Instituut voor Milieu en Hernieuwbare Natuurlijke Hulpbronnen (IBAMA) weigerde dat keer op keer. Met name het noodplan om flora en fauna bij een ongeval te redden, vormde een obstakel.

In februari publiceerden 29 IBAMA-experts een open brief waarin ze oproepen om exploratie en exploi­tatie in de monding van de Amazone niet toe te staan. Te gevaarlijk. Toch ging IBAMA op 19 mei van dit jaar overstag. Onder enorme druk van Lula, zijn ministers, Petrobas en verte­genwoordigers van de Braziliaanse kuststaten Amapá en Pará. IBAMA-directeur Rodrigo Agostinho negeerde daarmee het advies van zijn eigen experts en keurde het noodplan goed.

De monding van de Amazone is een kraamkamer voor vis. Alleen al in de deelstaat Pará zijn naar schatting 60.000 families afhankelijk van de vis­vangst. Langs de kust van de deelstaat Amapá ligt het grootste mangrovebos ter wereld. Verder werd in 2016 voor de kust een duizend kilometer lang koraalrif ontdekt, dat nog grotendeels onbekend is voor de wetenschap.

Open deur

‘Het is nu aan Petrobras om in een simulatie te laten zien dat het nood­plan werkt’, zei Suely Araujo, beleidsexperte voor The Climate Observatory, een samenwerkingsverband van 133 milieuorganisaties die zich inzetten voor een koolstofvrij en duurzaam Brazilië. ‘Dat is, vrees ik, een formaliteit’, voegt ze daaraan toe. ‘Ik denk dat IBAMA eind augustus een vergunning zal verstrekken, wat de deur wagenwijd openzet voor groot­schalige exploratie en exploitatie in de monding van de Amazone.’

Araujo was van 2016 tot 2019 zelf hoofd van IBAMA. In die functie wei­gerde ze in 2018 een milieuvergunning aan het Franse energiebedrijf Total (TotalEnergies), dat in vijf blokken wilde proefboren in de Margem Equatorial. ‘Ik weigerde Total om dezelfde redenen waarvoor IBAMA geen vergunning wilde geven aan Petrobas’, zegt Araujo. ‘We hebben het over een zeer kwetsbaar, afgele­gen gebied met een rijke biodiversi­teit, dat gekenmerkt wordt door ster­ke winden en een krachtige stroming. Bij een ongeval bereikt een olievlek binnen twee uur de kust van Frans-Guyana.’

Voor Araujo kwam Lula’s enthousias­me voor olie- en gaswinning in de Amazone niet als een verrassing. Hij was altijd al een voorstander van olie-inkomsten gebruiken om de gezondheidszorg, onderwijs en huis­vesting mee te subsidiëren, stelt ze. ‘Het is nu slechts urgenter omdat hij er slecht voorstaat in de peilingen. Bovendien werd Brazilië eerder dit jaar lid van de OPEC, de Organisatie van Olie-Exporterende Landen.’

Volgens de Energy Information Administration produceerde Brazilië in 2024 zo’n 3,6 miljoen vaten olie per dag. Het is daarmee de negende groot­ste producent ter wereld. Doel is op te klimmen naar de vierde plaats op de ranglijst. Daar staat momenteel Canada, met een productie van 5,5 miljoen vaten per dag.

Petrobas maakt er geen geheim van dat oliewinning in de diepzee een pri­oriteit is. In zijn 2050 Business Plan streeft het op lange termijn naar ‘ener­gietransitie’ en ‘nuluitstoot’, maar stelt het ook: ‘Als we nu stoppen met olie produceren, zouden we geen schonere energie hebben maar slechts een minder welvarend land. En dus: elke druppel olie telt.’

Het staatsbedrijf boekte vorig jaar nog een omzet van meer dan 91 miljard dollar. Petrobras wil tot 2050 77 miljard euro investeren in olie-ex­ploratie en -productie, waarvan 7,2 miljard dollar vóór 2030. Met dat laatste bedrag wil het 51 nieuwe bron­nen boren, waarvan 15 in de Margem Equatorial.

Een boorplatform van staatsoliebedrijf Petrobras nabij Rio de Janeiro. Olie-exploratie is volgens president Lula nodig voor de energietransitie.

Groen Fonds

‘Het debat over oliewinning in Brazilië is als een wedstrijd tussen Flamengo en Fluminense: je bent óf voor de een, óf voor de ander’, zegt André Guimarãez, directeur van het Amazon Environmental Research Institute (IPAM) in Brasilia, verwijzend naar de Braziliaanse voetbalklassieker. ‘Ik hoop dat er tussen die twee extremen ruimte kan zijn voor een alternatief. Vooral nu die olie zich bevindt in de monding van de Amazone, in een land dat nu de klimaattop huisvest.’

Guimarãez is hoofdauteur van het essay Green royalties. Keeping offshore Amazon free of oil dat in april ver­scheen in het wetenschappelijk tijd­schrift Perspectives in Ecology and Conservation. Daarin betoogt hij dat Brazilië het soevereine recht op olie-exploratie en exploitatie kan opgeven als olieroyalties vervangen worden door green royalties, ter com­pensatie van de gemiste olie-inkom­sten.

‘Pará en Amapá hebben beide een relatief arme bevolking met veel ruim­te voor verbetering op het gebied van onderwijs en huisvesting’, vertelt hij. ‘In beide staten is er een enorme poli­tieke druk om naar olie te boren. Politici en een aanzienlijk deel van het middenveld zien oliewinning als een soort van toverstok. In zo’n context is het te makkelijk om te roepen dat de olie in de grond moet blijven. Vergeet niet dat buurlanden als Guyana en Suriname al olie zijn beginnen op te pompen. Om niet-boren te belonen, stellen wij voor om een groen trust­fonds te creëren.’

Guimarãez stelt voor dat dat trust­fonds een waarde van zo’n 20 miljard dollar bedraagt. Daarbij gaat hij uit van reserves in de Margem Equatorial ter grootte van 10 miljard olievaten, een levensduur van 27 jaar, een olieprijs van 67 dollar per vat en een historisch gemiddeld royaltytarief van 15 pro­cent. Met een vast rentetarief van 11,25 procent zou dat Pará en Amapá jaar­lijks 2,2 miljard dollar opleveren. Wil de nationale regering ook profiteren, dan zal het fonds iets meer dan 30 miljard dollar moeten bedragen. Het voordeel van een trustfonds is dat het in principe oneindig is. Het geld staat vast en de rente daarop blijft komen. De olie- en gasbronnen daarentegen zijn op een bepaald moment leeg.

20 tot 30 miljard dollar lijkt veel. Maar ter vergelijking: Brazilië lanceer­de onlangs Plano Safra, een fonds om de landbouw te stimuleren, ter waarde van zo’n 80 miljard dollar, met een looptijd van een jaar. De ironie wil dat landbouw een van de belangrijkste oorzaken is van ontbossing. Anderzijds werd het budget dat IBAMA krijgt om de natuur te beschermen onlangs bepaald op 130 miljoen euro. Het is duidelijk waar de prioriteiten liggen.

‘Nu is de vraag natuurlijk: wie betaalt voor zo’n groen trustfonds?’, aldus Guimarãez. ‘En, eerlijk gezegd, dat weet ik niet. Donors, Saudi-Arabië, staatsinvesteringsfondsen of oliemaat­schappijen. Voor hun reputatie, om koolstofuitstoot te compenseren of om financiële redenen. Want als het juist aangewend wordt, kan een groen fonds ook rendement opleveren.’

Omslagpunt

‘De huidige manier waarop het Braziliaanse Amazonegebied wordt ontwikkeld, is unsustainable’: onhoud­baar, niet-duurzaam, concludeert het World Resources Institute (WRI) in zijn rapport New Economy for the Brazilian Amazon. ‘Ze is gebaseerd op intensieve landbouw, veeteelt en mijnbouw, die ontbossing en uitstoot van broeikasgas­sen veroorzaken. Dit op extractie geba­seerde model heeft het ecosysteem tot de rand van de afgrond gebracht.’

De recorddroogte die het Amazonewoud vorig jaar teisterde, is een teken aan de wand. Beelden van drooggevallen rivieren, massale vis­sterfte en bosbranden gingen de hele wereld over. Het is een reëel gevaar dat het regenwoud een omslagpunt bereikt en verandert in een savanne.

‘Of je het nu wil of niet, de Braziliaanse landbouw kan niet zonder een gezonde Amazone’, stelt Guimarãez. ‘Het regenwoud genereert en verdeelt water. Zo’n 90 procent van de Braziliaanse landbouw behoeft mede daardoor geen irrigatie.’

De klimaattop staat dit najaar voor een keuze met grote gevolgen voor de Amazone.

Het is extra wrang dat het huidige ontwikkelingsmodel de bevolking van de Amazone weinig tot niets brengt. Het WRI concludeert in zijn rapport, waaraan 72 experts meewerkten, dat de regio meer importeert dan expor­teert en nog altijd tot de armste regio’s van het land behoort. Het kan anders. Technieken als bosbehoud, een over­gang naar koolstofarme landbouwme­thoden en het ‘versterken van de bio-economie’ zijn niet alleen beter voor het klimaat, Ze kunnen, zo con­cludeert het rapport, het Amazonebekken ook jaarlijks zo’n 8,3 miljard dollar opleveren.

Neem de açaibes, de palmboom­vrucht die de voorbije jaren ook de rest van de wereld veroverde. Brazilië is goed voor zo’n 85 procent van de wereldproductie en zag die de laatste 10 jaar van 40 naar 5363 ton stijgen. Paranoten en cacao zijn andere voor­beelden van hoogwaardige producten die het best gedijen in een bosrijke omgeving. Maar ze vormen slechts een schijntje van het potentieel van het regenwoud, dat zo’n 3000 eetbare vruchten voortbrengt.

Ook de jonge maar snel groeiende markt voor koolstofkredieten biedt economisch perspectief. Momenteel staan er 112 projecten in het Verra-register, dat koolstofkredieten regis­treert, en 50 daarvan zijn volledig goedgekeurd. Brazilië nam in decem­ber vorig jaar een wet aan om de han­del in koolstofkredieten te reguleren. Die handel kan volgens de regering-Lula jaarlijks zo’n 7 miljard opleveren. Een reden te meer om te denken in termen van bosbehoud en herstel.

De klimaattop staat dit najaar voor een keuze met grote gevolgen voor de Amazone. Het huidige ontwikkelings­model, gebaseerd op extractie, waar olieroyalties in thuishoren en met alle gevaren die bij diepzeeboren komen kijken? Of een overgang naar een duurzamer model gebaseerd op bos­behoud en boslandbouw, waarin green royalties een cruciale rol kunnen spelen? Kiest de top voor dat laatste, dan heeft het regenwoud nog een kans.

Deze reportage werd gemaakt voor MO*157, het herfstnummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.

Het geld van de wereld en hoe we dat besteden

Word proMO*

Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.

Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.

Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.

Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.

Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief

Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.

Per maand

€4,60

Betaal maandelijks via domiciliëring.

Meest gekozen

Per jaar

€60

Betaal jaarlijks via domiciliëring.

Voor één jaar

€65

Betaal voor één jaar.

Ben je al proMO*

Log dan hier in