Grande Hotel Afrika, Mozambiques witte olifant met negen levens

Reportage

Wit luxeresort is vandaag een kraakpand voor de allerarmsten

Grande Hotel Afrika, Mozambiques witte olifant met negen levens

Grande Hotel Afrika, Mozambiques witte olifant met negen levens
Grande Hotel Afrika, Mozambiques witte olifant met negen levens

Het Grande Hotel moest het koloniale kroonjuweel worden in de Portugese kolonie Mozambique. Maar het witte luxeresort van toen flopte en is vandaag een kraakpand voor de allerarmsten. Als het Grand Hotel Europa drijft op nostalgie naar een groots verleden, dan wordt dit Grande Hotel Afrika gedreven door de onverwoestbare veerkracht van zijn bewoners. Inchecken doe je wel op eigen verantwoordelijkheid en risico.

Weinig plekken oefenen zo’n aantrekkingskracht uit op de toevallige passant als het Grande Hotel in de tweede stad van Mozambique, Beira. Het komt door de bomen, dwars door het dak, die amper rijmen met de nog zichtbare grandeur van het art-decogebouw. Door de rookpluimpjes, die her en der naar boven kringelen door ramen zonder vensters. De volkse bedrijvigheid botst er met het parfum van klatergoud dat nog subtiel rondwaart, zo eigen aan de glimmende aura van vijfsterrenhotels. Je wordt er haast naar binnen gezogen. Langs de damp van de eetkraampjes in de schaduw van de monumentale ingang.

Binnen rest nog maar weinig van de oude pracht. Vloeren van schimmelend beton, gapende liftschachten en een put van vijftig meter lang, halfvol stinkend water. Aan de tags van een graffiticrew te zien opereert er een “shit gang” in het gebouw. Waar het daglicht niet reikt, is het aardedonker. Een groepje schoolkinderen laveert onbewogen door de duistere gangen. Langs hopen afval, opgetast tussen het massieve, kale beton. Langs de wassende vrouwen en keuvelende mannen.

© Arne Gillis

© Arne Gillis

Ooit moest het Grande Hotel het paradepaardje worden van het Portugese fascistische regime in zijn Afrikaanse kolonie. Toen het in 1955 de deuren opende, gold het als Afrika’s meest verfijnde vijfsterrenhotel. Waar nu de gammele eetkraampjes staan, liep ooit Hollywoodster Kim Novak over de rode loper, haar deugddoende vakantie tegemoet.

De droom barstte in slow motion

Toen bedekten het fijnste marmer en parket het beton. Elke liftschacht had haar eigen liftjongen. Getooid met pet en kostuum gingen die op en neer tussen de vier verdiepingen, naar de 116 suites waarin de hotelgasten het zich gemakkelijk konden maken. Naar de dinerzaal met driehonderd stoelen, naar de cinema of de balzaal. De stinkende put was in z’n vorige leven het enige Olympische zwembad van Mozambique, omzoomd door bloemen en een biljartlaken van een gazon. In het Grande Hotel stond op luxe geen limiet.

De droom barstte in slow motion. Het Grande Hotel had bij de bouw drie keer meer gekost dan oorspronkelijk begroot. Het nieuwe bleek er ook al snel af te zijn voor het beoogde cliënteel: Portugese kolonisten en de witte bovenklasse uit buurlanden Rhodesië en Zuid-Afrika. Die verkozen wittere stranden en blauwer water boven het bruine zeesop dat doorgaans de hielen likt van het Grande Hotel.

Uiteindelijk bezweek de droom onder het gewicht van zijn eigen ego. In 1963 gingen de boeken van het hotel toe: de onderhoudskosten bleken te hoog. In geen enkel van de negen operationele jaren was er ook maar één cent winst gemaakt. De komende twaalf jaar zou het hotel nog tweemaal gebruikt worden voor exclusieve evenementen.

Gevangenen en vluchtelingen

Een afgang voor de kolonisten was het. Daarvoor bestaat een speciale uitdrukking: een witte olifant of elefante branco. Een geldverslindend project zonder praktische meerwaarde.

© Arne Gillis

© Arne Gillis

Het Grande Hotel dreigde het schoolvoorbeeld van zo’n witte olifant te worden, maar dat was buiten de Mozambikanen gerekend. Toen die in 1975 de Portugese kolonisten eruit hadden getrapt, gaf de burgeroorlog die volgde een nieuwe impuls aan het gebouw. Lokale bonzen van de Frelimoregeringspartij betrokken de suites. Een deel van het gebouw werd ingezet als militaire basis. In de ondergrondse kelders verdwenen de gevangengenomen dissidenten van het nieuwbakken revolutionaire regime.

Sindsdien ging het razendsnel bergaf. Begin jaren tachtig was het Grande Hotel een verlaten plek, die eenzaam strijd leverde tegen de oprukkende natuur.

Maar alweer vond het voormalige luxeresort een nieuwe adem. De burgeroorlog trok zware littekens over grote delen van Mozambique, maar de regio rond Beira werd een neutrale zone in die burgeroorlog. Dat gebeurde onder impuls van de net verkozen president Robert Mugabe in buurland Zimbabwe. Dat heeft zelf geen zeehaven, en Mugabe had de haven van Beira nodig om zijn eigen land te bevoorraden.

© Arne Gillis

© Arne Gillis

Mozambikanen uit het binnenland sloegen op de vlucht voor de gruwel en vonden hun weg naar het veilige Beira, waar ze al snel het leegstaande gebouw betrokken. Het gewezen luxeresort werd een geïmproviseerd vluchtelingenkamp.

Volgens een hardnekkige legende ging dat gepaard met wat aanpassingsproblemen. Verrukt door het uitzicht van de Indische Oceaan stortten inlandse paupers zich van de daken te pletter. Ze vatten het hoogteverschil tussen de verschillende verdiepingen niet.

In ieder geval realiseerden de vluchtelingen wat geen Portugese fascist voor mogelijk had gehouden: het hotel had zowaar zijn maximumcapaciteit bereikt. En het overtrof die al snel. Op de piek, begin de jaren 1990, woonden er zevenduizend mensen in het Grande Hotel.

Voor de rest van Beira zijn de inwoners van het Grande Hotel goeddeels bandieten, hoeren en druggebruikers.

Samen met de bevolkingsexplosie steeg ook de nood aan middelen. Met het parket, marmer, de zware gordijnen en elektriciteitsdraden wisten de nieuwe bewoners als eerste raad. Daarna verdween letterlijk alles wat niet vasthing. Het voormalige Grande Hotel werd in de loop van de jaren helemaal gestript. Per hapklare brok werd de buit vervolgens verpatst of opgestookt. Dat bracht in de magere oorlogsjaren tenminste wat op, en boven het vuur viel een potje te stoven.

Minutieus werd de plek ontdaan van riolering, elektriciteits- en watertoevoer. Dat bleef niet zonder gevolgen. Het Rode Kruis waarschuwde meermaals voor een zeer hoog risico op aids, cholera en schurft. Het droeg allemaal niet bij aan de reputatie van de voormalige vluchtelingen uit het binnenland. Voor de rest van Beira zijn de inwoners van het Grande Hotel goeddeels bandieten, hoeren en druggebruikers.

Bewoner Mauro Tratibo (20) vindt dat zwaar overdreven. Voor hem is het Grande Hotel zijn thuis, niet meer of minder. Zijn moeder werd er geboren. Nu ligt de vrouw languit op de grond in de ooit exclusieve suite met uitzicht op de Indische Oceaan, waarin Tratibo’s voltallige familie woont. Mauro’s zus gaat naar school, hijzelf wil aan de universiteit gaan studeren.

© Arne Gillis

© Arne Gillis

Plannen voor afbraak

De laatste klap kwam met cycloon Idai, die in maart 2019 in Beira aan land kwam. Door zijn locatie pal aan de kust ving het Grande Hotel de eerste, zwaarste klap op. Idai verwoestte negentig procent van havenstad Beira, maar het hotel bleef staan.

Al jaren koestert de gemeente de ambitie om het gebouw neer te halen, om zo het gebied commercieel te kunnen ontwikkelen. In dit scenario zouden de bewoners moeten verhuizen naar de nabijgelegen sloppenwijk Chipangara.

Maar het gebouw is eigendom van Grupo Entreposto, een conglomeraat met wortels in het koloniale bedrijf Companhia de Moçambique. De gemeente heeft dus weinig in de pap te brokken. Bovendien is de kans klein dat er vanuit Beira zelf voldoende fondsen gevonden worden om de site te ontwikkelen. Voor buitenlandse ontwikkelaars ligt de verwoesting die Cycloon Idai aanrichtte nog te vers in het geheugen. De plannen van de gemeente maken weinig indruk op Mauro. Het Grande Hotel heeft al genoeg watertjes doorzwommen. Ook zijn eigen afbraak zal het wel overleven, zo lijkt hij te denken.

Magic in a magical land’, blèrde Bob Dylan in 1976 in het refrein van zijn nummer Mozambique. Nee, iconen sterven niet.

In 2011 verscheen de documentaire Grande Hotel geregisseerd door Lotte Stoops. Bekijk hieronder de trailer.

Dit artikel werd geschreven voor het herfstnummer van MO*magazine. Voor slechts 32 euro kan je hier een jaarabonnement nemen! Je kan ook proMO* worden voor slechts 4 euro per maand. Je krijgt dan ook ons magazine toegestuurd en je steunt daarmee ons journalistiek project. Opgelet: Knack-abonnees ontvangen MO* automatisch bij hun pakket.