“Langzame steden”: gericht op burgers, milieu en duurzaamheid

Reportage

Baanbreker

“Langzame steden”: gericht op burgers, milieu en duurzaamheid

“Langzame steden”: gericht op burgers, milieu en duurzaamheid
“Langzame steden”: gericht op burgers, milieu en duurzaamheid

Roxane Hoedemakers

25 oktober 2015

De levenskwaliteit van de burgers verbeteren, dat is het kernconcept van een “slowcity”. Maar daarvoor moeten burgers, producenten en politici op dezelfde lijn staan. Via ecologische, lokale en op burgers gerichte initiatieven ontwikkelde onder andere het Waalse Opzullik zich als zo’n “langzame stad”.

In Wallonië werd in 2008 de eerste Belgische “Cittaslow” opgericht. Opzullik, of in het Frans ‘Silly’, dat 8.200 inwoners telt, haalde het concept van deze langzame steden uit Italië, waar al tal van gemeenten zijn mee gestapt in het project.

De Slow-filosofie

Er zijn verschillende categorieën met een aantal voorwaarden, waaronder milieu en energie, lokale productie en landbouw, gastvrijheid, toerisme, infrastructuur, nieuwe technologie, burgerparticipatie en – hoe kan het ook anders – traagheid, die centraal staan.

Alles staat in het teken om de levenskwaliteit van de bevolking te verbeteren.

‘Maar het belangrijkste’, zegt Sabine Storme, coördinatrice van het Cittaslow-concept in Opzullik, ‘is dat de politiek mee is met het “Slow-denken”. Want als de politiek er niet achter staat, dan kan je er niet eens aan beginnen.’

Culturele uitwisselingen, schoolprojecten, gezond en lokaal geproduceerd voedsel, natuur, het behouden van de biodiversiteit, oude tradities,… alles staat in het teken om de levenskwaliteit van de bevolking te verbeteren.

© Roxane Hoedemakers

De scholen in Opzullik organiseren regelmatig projecten om de kinderen de Slowcity-filosofie bij te leren. Hier trokken ze met paard en kar naar een Z.I.T.

© Roxane Hoedemakers

‘Nog niet iedereen uit de gemeente is op de hoogte’, antwoordt Storme op de vraag of iedereen  weet dat ze in een “Slowcity” leven, ‘maar we doen er alles aan om alle mensen hierbij te betrekken. Vooral de oudere inwoners zijn nog niet helemaal mee, de kinderen die hier school lopen daarentegen worden voortdurend meegetrokken in een of ander project.’

Slow-projecten

In Opzullik vind je tal van projecten die verder bouwen op het “Cittaslow”-gedachtegoed. Een Z.I.T. of Zone d’Immersion Temporaire, bijvoorbeeld, is een natuurlijke, tijdelijke opslagplaats waar het te veel aan water wordt opgevangen bij hevige regen, om overstromingen te voorkomen. In Opzullik vind je er vier.

© Roxane Hoedemakers

Een Z.I.T. is een natuurlijk gebied dat het water opvangt bij hevige regen, zodat de dorpen in de vallei niet overstromen. Momenteel staat ze leeg omdat er niet veel neerslag is gevallen. Links: Sabine Storme, rechts Philippe Vilcot

© Roxane Hoedemakers

‘Dit is een perfect voorbeeld van een initiatief dat zowel gericht is op de levenskwaliteit van de burgers, het in standhouden en versterken van de biodiversiteit en het bijbrengen van informatie en kennis’, vertelt Philippe Vilcot, die verantwoordelijk is in de gemeente voor alles wat met milieu te maken heeft.

‘Het zorgt ervoor dat de dorpen die in de vallei liggen niet overstromen, er ontstaat een gebied waar verschillende dieren en insecten zich hebben gevestigd waardoor er nog meer biodiversiteit is dan ervoor, en je vindt er overal panelen met de nodige uitleg.’

Slow food

Het hele concept van deze “Slowcities” komt voort uit de Slow Food-beweging. Die is voornamelijk gericht op het gebruik van streekproducten, het behoud van de biodiversiteit en het verbeteren van de levenskwaliteit via de smaak. Drie woorden zijn daarbij belangrijk: ‘bon, propre et juste’, het moet goed van smaak zijn, op een milieuvriendelijke wijze worden geproduceerd en rechtvaardig zijn.

Met de Slowcity wordt dit concept opengetrokken naar bredere levensaspecten.

Belgische Slowcities

In België zijn er ondertussen zes dorpen en gemeenten die zijn mee gestapt in de Cittaslow-beweging, allemaal liggen ze in Wallonië. ‘We hebben plannen om een Belgisch Slowcity-netwerk uit te bouwen’, zegt Storme, ‘daardoor zouden we onderling activiteiten kunnen organiseren, ideeën kunnen uitwisselen en samen sterker in onze schoenen kunnen staan waardoor ook anderen misschien zin krijgen om toe te treden. Binnenkort mogen we trouwens de eerste Vlaamse gemeente, Maaseik, omarmen in onze beweging van “langzame steden”.’

Opzullik werd genomineerd voor de Prijs van de Toekomstige Generaties en eindigde bij de laatste veertien finalisten