Dossier: 

In Maputo speculeert de middenklasse op de stad van de toekomst

De overtocht van Maputo, de hoofdstad van Mozambique, naar Catembe duurt hooguit vijftien minuten. De zon steekt, maar het stalen dak en de wanden van ons ferrybootje beschermen tegen zonnebrand. Uit de ronde patrijspoorten ebt de skyline van Maputo weg. Een paradijselijk strand doemt op. En toch lijkt iedereen op deze ferryboot getroffen door doffe ellende.

  • © Stefaan Anrys © Stefaan Anrys
  • © Stefaan Anrys © Stefaan Anrys
  • © Stefaan Anrys © Stefaan Anrys
  • © Stefaan Anrys © Stefaan Anrys
  • © Stefaan Anrys © Stefaan Anrys
  • © Stefaan Anrys Een Mozambikaan bezit nooit de grond zelf, wel de constructie die erop zijn opgetrokken: een huis, een winkel, een kantoorgebouw. © Stefaan Anrys

Ik zit op een van de twee kleine ferrybootjes die dagelijkspendelen tussen Maputo en Catembe, een landelijk gebied ten zuiden van de hoofdstad. Catembe ligt binnen schootsafstand van de hoofdstad en is er alleen door een nauwe baai van gescheiden. Bij aankomst doemt een paradijselijk strand voor me op.

Volgens stadsplanners is dit dé plek voor een uitbreiding van Maputo. Betar, een Portugees consultancybedrijf, mocht al een stedenbouwkundig plan uittekenen en naar we vernemen komt er in de wijk Chamissava op Catembe zelfs een nieuw parlementsgebouw. In afwachting daarvan zouden percelen in de buurt reeds als zoete broodjes over de toonbank gaan. Zelfs de dochter van Mozambiques vorige president, Armando Guebuza, zou er zich 16 hectare hebben aangeschaft.

Het idee om Catembe en Maputo via een brug met elkaar te verbinden leefde al onder de Portugese kolonisator. Pas onlangs, en dan nog dankzij Chinees geld, kwam er schot in de zaak.

Onder toezicht van Maputo-Sul, een Mozambikaans staatsbedrijf, bouwt China Road and Bridge Corporation (CRBC) nu een brug. Als alles volgens plan verloopt, zullen beide oevers tegen eind 2017 verbonden zijn. De kostprijs is intussen opgelopen tot zo’n 600 miljoen dollar. Het geld komt van een lening die de Mozambikaanse president wist los te peuteren bij de Chinese EximBank. Eerst was een Portugese aannemer aangezocht, Mota-Engil, maar die moest de opdracht laten schieten vanwege de bankencrisis.

De tolbrug – het tolgeld moet de investering deels helpen terugverdienen – zal Catembe integreren in het hoofdstedelijk gebied en Maputo verbinden met zuidelijker gelegen plaatsen in Mozambique, zoals het toeristische Ponta do Ouro, alsook de Zuid-Afrikaanse havenstad Durban. Die wegverbinding zou de regionale handel en het buitenlands toerisme moeten aanzwengelen.

Staatsgrond

Pieter, een oud-strijder van de Mozambikaanse onafhankelijkheidsstrijd die rond 1978 op Catembe kwam wonen en nu een stalletje heeft met levensmiddelen en andere dagelijkse benodigdheden, kijkt hoopvol naar de brug die nu aan de horizon verrijst. Hij sleept een stoel bij uit de schaduwrijke loods waarin houten werktuigen liggen, onder een dikke laag stof. Met een doek klopt hij het zitvlak en de rug van mijn stoel schoon. ‘A ponte é uma árvore que dá sombra para muitos, begint hij bedachtzaam. Deze brug is een boom die velen schaduw geeft.

Op Catembe zijn er weliswaar scholen en zelfs een hulppost, maar de enige dokter daar zit liever in zijn ziekenhuis in de hoofdstad, waarvan hij directeur is.

Wat bij aankomst een paradijselijk oord leek, verschiet plots van uitzicht, als een kameleon onder ander gebladerte. Omdat de ferryboten bij slecht weer niet uitvaren en sowieso ’s avonds om 23 uur stoppen, zitten wij in noodgevallen muurvast, zegt Pieter. ‘Iemand die ’s nachts zwaar ziek wordt, haalt het meestal niet.’ Op Catembe zijn er weliswaar scholen en zelfs een hulppost, maar de enige dokter daar zit liever in zijn ziekenhuis in de hoofdstad, waarvan hij directeur is. ‘Onze mensen sterven in onze armen’, zucht de oude man.

Ik begrijp dat wie honger heeft of ziek is, niet geniet van de schuimende golven op het strand. Er is hier trouwens totaal niets te doen, alvast niet voor jonge werklustige inwoners. Ooit werd er veel vis gevangen, onder meer door immigranten uit Goa in India, maar nu liggen visvangst en landbouw op apegapen. Studenten moeten naar de hoofdstad, ambtenaren evengoed en wie goederen wil kopen of verkopen voor redelijke prijzen, verkiest de hoofdstad, waar de keuze groter is en de prijzen lager.

Het heien van de eerste pijlers in de baai van Maputo heeft echter de relatieve rust verstoord én de kooplust van kapitaalkrachtige stadsbewoners aangewakkerd.

‘Sinds de brug vaste vorm begon aan te nemen, zijn mensen uit Maputo massaal grond gaan kopen’, zegt João, een Catembaan die zelf al zowat tien percelen wist te verpatsen. Hij werkt in de stad bij een overheidsdienst en op verzoek van zijn baas hielp hij collega’s aan een lap grond in Catembe. Omdat hij hier is opgegroeid en er nog steeds woont, kent hij genoeg donos of grondbezitters die maar wat graag willen verkopen. Hemzelf heeft het handeltje niet rijk gemaakt. Hij woont met zijn familie nog altijd in een rieten huis, een zogeheten caniço.

De transacties waaraan João meewerkt, zijn echter volstrekt illegaal, want in Mozambique mag grond niet verkocht worden. Dat is een overblijfsel van Mozambiques socialistische verleden, toen het marxistische Frelimo na de burgeroorlog en de onafhankelijkheid in 1975 de nieuwe regeringspartij werd en alle grond – plus tal van Portugese koloniale bezittingen – nationaliseerde.

In Mozambique behoort ook vandaag nog alle grond toe aan de staat, die “gebruikers” het recht geeft om erop te bouwen, handel te drijven of gewassen te telen. Privé-eigendom bestaat in de regel niet. Iedereen kan wel een stuk land aanvragen bij de overheid, met opgave van een aanvaardbare reden, of aanspraak maken op een titel, zo hij kan aantonen de lap al jaren in gebruik te hebben. Een Mozambikaan bezit echter nooit de grond zelf, wel de constructies die erop zijn opgetrokken: een huis, een winkel, een kantoorgebouw.

© Stefaan Anrys

Een Mozambikaan bezit nooit de grond zelf, wel de constructie die erop zijn opgetrokken: een huis, een winkel, een kantoorgebouw.

Corrupte ambtenaren

© Stefaan Anrys

Hotel met zicht op zee.

Die bizarre situatie heeft niet kunnen verhinderen dat er fors gespeculeerd wordt in Catembe. Christa, een expat, was er als de kippen bij. Omdat zij weet had van de plannen in Catembe, kocht zij al in 2012 een stuk grond. ‘Het was een perceel van 20 bij 30 meter. Ik heb daarvoor toen 370.000 meticais betaald. De lokale munt was nog dubbel zoveel waard als vandaag. Voor één euro kreeg je toen maar 30 meticais. Omgerekend was die grond dus een goede 12.000 euro waard. Allesbehalve goedkoop.’

De tussenpersoon die Christa aan haar lapje hielp, is Armando. Hij is een oud-journalist en gebruikt zijn connecties om kopers en verkopers te koppelen. Over zijn handeltje met Christa is Armando best tevreden. ‘12.000 euro was een schappelijke prijs voor een perceel met zicht op zee, op Matola en op de Avenida Eduardo Mondlane.’

‘Ik durf er gif op in te nemen dat percelen met zicht op zee allemaal ingenomen zullen worden door hotels, residenties, bedrijven en ngo’s.’

Volgens Armando is de speculatiezucht pas echt begonnen in 2014, toen met de bouw van de brug werd gestart. ‘Vandaag gaat er geen week voorbij of er wordt wel iets verkocht. Vooral aan de kust is de grond veel waard. Eigenlijk weten wij weinig over de plannen met Catembe, behalve dat er in Chamissava een parlementsgebouw komt. De overheid schermt alle informatie af. Maar ik durf er gif op in te nemen dat percelen met zicht op zee allemaal ingenomen zullen worden door hotels, residenties, bedrijven en ngo’s.’

Zelfs overheidsambtenaren werken mee aan de verkoop van percelen en bezegelen zelfs transacties. ‘Als je de secretário de bairro of de chefe de quarteirão aan boord krijgt, heb je achteraf geen problemen’, grijnst Armando. Deze twee functies zijn weliswaar de onderste sport in de stedelijke overheidsadministratie, maar toch beschikken zij over veel macht bij het toewijzen van grondstukken. En naar we vernemen krijgen zij voor deze “notariële” akten zelfs geld toegestopt, wat helemaal onwettig is.

‘Voor mijn grond kreeg ik een compra/vende de um bem futuro afgeleverd, een koop/verkoop van een toekomstig goed,’ bevestigt Christa, ‘ondertekend door de chefe de quarteirão. Dat is geen echte bodemtitel, want die zijn er niet. Wel een soort verkoopbelofte tussen mij en de verkoper. De koop werd uiteindelijk bezegeld met een palha, een changana-ceremonie waarvoor wijn en kippen moeten worden gekocht. Achteraf zijn er wel problemen ontstaan, over wie nu eigenlijk het gebruiksrecht had en dus het recht om mij de grond te verkopen. Er werd een vergadering belegd met de chefe de quarteirão en ik werd aangemaand niet in persoon op te dagen, want dan zou het mij allemaal nog meer geld kosten. Alles is uiteindelijk wel goed gekomen.’

Armando: ‘Het klopt dat er achteraf onenigheid is gekomen tussen enkele buren, maar alles heeft toch zijn beslag gekregen. Christa heeft vandaag nog altijd haar stuk grond van 20 bij 30 meter. Juist omdat de wijksecretaris aanwezig was bij het sluiten van de koop.’

© Stefaan Anrys

Vangst van de dag

De meningen zijn verdeeld over de nieuwe tijdingen in Catembe. Een ingeweken hoteluitbater is wat blij met de speculatiezucht en de verhoopte opwaardering van zijn buurt. ‘Voor veel inwoners hier is dit dé kans om hun lapje grond, dat al lang niets meer opbrengt, te verzilveren.’

Soms echter bedonderen die lokale ambtenaren ongeletterde grondeigenaars, horen we. ‘Het gebeurt dat zij boeren laten geloven dat hun grond wordt onteigend door de staat, terwijl zij zelf een aanbod op zak hebben van een geïnteresseerde koper. En daarna de verkoopprijs zelf opstrijken.’ Ook Pieter, de oude veteraan, heeft weet van een verkoper die berooid is achtergebleven, omdat hij uitbetaald is in meticais en de lokale munt in één jaar tijd de helft van zijn waarde heeft verloren. ‘De man heeft enkel nog een boom om onder te zitten.’

‘Onze beleidsmakers zien alleen maar dingen, bruggen en wegen, infrastructuurwerken. De mens en onze identiteit laat ze koud.’

‘Er zijn geen brutos meer op Catembe’, sust Maimuna Ibrahimo, een van de bekendste leden van de Goa-gemeenschap in Charli, traditioneel een vissersgemeenschap. Ik ontmoet haar in een historisch restaurant waar wijlen Samora Machel nog af en toe aanliep, toen hij nog gewoon een verpleger was en nog niet Mozambiques eerste president. Maimuna spert met duim en wijsvinger haar ogen wijd open, als om te laten zien dat de inwoners van Catembe klaarwakker zijn als het op geld aankomt. ‘Zij laten zich niet vangen door ambtenaren of koopgrage stedelingen uit Maputo. De meesten kunnen je exact vertellen hoeveel hun grond waard is. Zelfs in dollars!’

En ze kijkt me aan als was ik de vangst van de dag.

Osvaldo Jaime Estuque Campanhia, een plaatselijke kunstenaar, exposeert in een hotel vlakbij zijn schilderij O Ponte. De brug verwijst naar op de aanlegsteiger van de ferryboten in Catembe, waar passagiers dagelijks in- en uitschepen. Het is vooral een vooruitblik naar de echte brug, zegt hij, die door de Chinezen wordt gebouwd. Osvaldo was aanvankelijk opgetogen over de veranderingen, maar lijkt vandaag vooral bezorgd.

‘Catembe was altijd een magische plek, met een orale cultuur. Hier wandelen vrouwen nog rond in capulanas., terwijl ook internet en digitale communicatie zijn doorgedrongen. Voor mij zijn moderniteit en traditie onlosmakelijk met elkaar verbonden. Eerst was ik van mening dat Maputo en Catembe zouden converseren als gelijken. Een gesprek dat zoete vruchten zou afwerpen. Vandaag ben ik bang dat één van de twee gewurgd zal worden. Onze beleidsmakers zien alleen maar dingen, bruggen en wegen, infrastructuurwerken. De mens en onze identiteit laat ze koud. Er zal nooit een museum, bibliotheek of cultureel centrum komen dat onze cultuur moet boekstaven. Daarom beeld ik de passagiers op de pier in Catembe af zonder gezicht. Zonder ogen. Zonder mond.’

De passagiers op de pier in Catembe zonder gezicht. Zonder ogen. Zonder mond.

Een bloco in de kaya

Al is Osvaldo’s vrees misschien terecht, de vraag blijft hoe snel die stad van de toekomst daadwerkelijk vorm zal aannemen. Op de Chinese brug na is het nieuwe stadsdeel nog een schim, een stad op papier. Rij je met een lokale taxi over de hobbelige zandwegen, samengeperst als sardientjes in een blik, dan vind je nog vooral rieten huizen en her en der een woning in blocos: bakstenen van met de hand samengeperst beton.

‘Zoals de kaarten nu liggen, vrees ik dat het even chaotisch wordt als Maputo: een stad zonder straten, zonder voorzieningen, zonder elektriciteit.’

Prof. João Teodósio Tique, de decaan van de faculteit Architectuur in Maputo, gelooft niet dat het plan van het Portugese Betar ooit werkelijkheid wordt. ‘Plancultuur staat niet in het woordenboek van onze regeringspartij’, zegt de man achter de stadsplanning van Maputo. ‘Mijn eigen plan is meer min dan meer uitgevoerd. Hoe komt dat? Deze regering is simpelweg niet bereid om de nodige menselijke middelen vrij te maken. Wat baat een mooi plan als niemand in staat of bereid is het te implementeren? Bovendien zit de wettelijke basis niet goed. Wijksecretariaten kennen percelen toe, terwijl een ander bestuurlijk niveau moet waken over de stadsplanning. Dat gaat natuurlijk niet. Geef mij één architect. Voorzie Catembe van een minimale structuur en bevoegdheden en zorg ervoor dat ons rechtsapparaat eventuele inbreuken daadwerkelijk bestraft. Dan zou Catembe iets kunnen worden. Zoals de kaarten nu liggen, vrees ik dat het even chaotisch wordt als Maputo: een stad zonder straten, zonder voorzieningen, zonder elektriciteit. En achteraf zal probleem na probleem opgelost moeten worden, wat natuurlijk veel duurder zal uitpakken.’

Volgens Tique is het genoemde stedenbouwkundige plan trouwens niet eens afgestemd op de lokale noden. ‘Mozambikanen wonen niet graag in een torenflat, in een predio. Liefst van al bouwen ze hun eigen huis, bloco per bloco, bij voorkeur op de plek waar ze geboren zijn of hun wortels hebben.’

Dat klopt ook. Mozambikanen beschouwen de plek waar ze geboren zijn en/of familie hebben nog dikwijls als hun echte kaya, wat in de lokale taal, Changana, “thuis” betekent. En wanneer hun kaya ver buiten Maputo ligt, zijn ze niet van zins om veel te investeren in een verkaveling of vastgoedproject. ‘Als ze dat al zouden willen, hebben ze daar vaak niet eens het geld voor! Wie heeft er in Maputo elke maand voldoende inkomen om een woonkrediet af te lossen, ambtenaren en expats niet te na gesproken?! Nee hoor. Dit plan draait vierkant.’

© Stefaan Anrys

Stad voor de middenklasse

Misschien wordt Catembe inderdaad vooral een plek voor rijken en voor middenklassers met voldoende kredietwaardigheid. Goedkoop wonen zal het sowieso niet zijn, want voorlopig moeten alle bouwmaterialen per schip worden aangevoerd. En dat kost een fortuin, verzekert Christa. ‘Had ik een stenen muur willen optrekken, dan zou me dat 20.000 dollar gekost hebben. Toen ik daarvoor echter materiaal begon aan te slepen, bleken mijn werktuigen al na korte tijd spoorloos verdwenen. Ik ben die grond eerlijk gezegd stilaan zat. Wie mij 12.000 euro geeft, mag hem hebben.’

Toch is het voor haar en middenklassers nog altijd eenvoudiger hier een thuis te vinden dan een vergelijkbare plek in hartje Maputo. Om daar een beter pand te bemachtigen moet je van goeden huize zijn, weet ook Morten Nielsen, die jarenlang onderzoek deed naar huisvesting in Maputo. In zijn artikel Who Plans the African City? A Case Study of Maputo lezen we dat wie politieke invloed heeft, in Maputo makkelijk staatsgrond op de kop kan tikken om daarop een villa of kantoor neer te zetten. De middenklasse valt uit de boot.

‘Middenklassers uit de stad hebben zelden de politieke invloed om een stuk grond voor zichzelf te bemachtigen via de formele kanalen en ze schrikken er ook voor terug om zich op informele wijze land toe te eigenen in de almaar uitdijende periferie.’ Zij willen of durven met andere woorden niet wat de allerarmsten doen, namelijk illegaal een lap grond bezetten en er een caniço of golfplaten huis optrekken.

Dit artikel werd geschreven voor het herfstnummer van MO*magazine. Voor slechts €20 kan u hier een jaarabonnement nemen!

Catembe, met zijn braakliggende bouwkavels en schimmige onderhandse transacties, zou deze groep stedelingen dus eindelijk uitzicht kunnen geven op “het recht op de stad”. Al blijft het afwachten of die stad er buiten de grenzen van hun perceel echt aanlokkelijk zal uitzien.

Sommige namen in dit artikel zijn om privacy- en veiligheidsredenen veranderd.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.