Waar blijft de EU met een oplossing op langere termijn?
Oekraïense vluchtelingen zijn hier om te blijven

© Arne Gillis

© Arne Gillis
Donald Trump mag dan beweren dat hij met één druk op de knop vrede in Oekraïne kan afdwingen, de realiteit is anders. En dat beseffen de Oekraïners in ons land maar al te goed. Hun toekomst ligt nu hier, en daarom verlangen ze naar meer stabiliteit. Het is tijd voor een duurzaam perspectief.
Ivan moet even googelen omdat hij niet op het juiste woord kan komen. Zijn Engels is rudimentair, liet hij me eerder weten via WhatsApp, maar een basisgesprek lukt hem wel. ‘Ja ik ben hier alleen’, zegt hij. ‘Ik woon nu in Antwerpen.’
Ivan is zeventien. Hij komt uit Charkiv en is sinds september 2024 in België. Na zes maanden verblijf in Ariana, het centrum voor dringend onthaal in Brussel, verhuisde hij naar Antwerpen, waar hij lessen Nederlands volgt. Dat combineert hij met een opleiding psychologie, online, aan een Oekraïense universiteit.
Ivan kwam alleen, net als de 365 andere niet-begeleide Oekraïense minderjarigen die in 2024 naar België kwamen. Daarmee vormden de Oekraïners vorig jaar de vierde groep niet-begeleide minderjarigen, na de Eritreeërs, de Syriërs en de Afghanen. Best opvallend. Maar toch is dit een constante sinds de uitbraak van de oorlog in Oekraïne.
En alles wijst erop dat het aantal niet-begeleide minderjarige vluchtelingen zal toenemen, zegt Tine Claus, directeur van Vluchtelingenwerk Vlaanderen. ‘In amper twee maanden tijd zijn er dit jaar al 78 niet-begeleide minderjarigen in ons land aangekomen’, zegt ze. ‘Veel mensen willen hun zonen in veiligheid brengen en vragen me hoe die hier kunnen raken’, voegt van haar kant Olina Zavorina, medewerkster bij de Infolijn bij Vluchtelingenwerk, toe.
Het aantal niet-begeleide minderjarigen blijft toenemen, maar de voorzieningen zijn lang niet voldoende, zegt Claus. Het is vaak lang wachten op een plaats in een OKAN-klas, het onthaalonderwijs voor nieuwkomers, zeker wanneer de minderjarige in de loop van het schooljaar in België aankomt. ‘Eens ze zeventien-en-een-half zijn, kunnen deze jongeren niet meer toegelaten worden in een OKAN-klas. Dat is natuurlijk niet bevorderlijk voor hun integratie’, voegt ze eraan toe.
Een positieve evolutie vindt de directeur van Vluchtelingenwerk wel de oprichting van een speciale dienst die voogden toewijst aan minderjarige Oekraïners. ‘Omdat Oekraïense jongeren hier vaak familieleden hebben, werd niet meteen een voogd voor hen gezocht. Maar dat is sinds vorig jaar veranderd. De wachttijden zijn weliswaar verminderd, maar het kan nog steeds tot drie maanden duren vooraleer een voogd effectief wordt toegewezen.’
Duurzame vrede
Ondertussen is het duidelijk geworden dat vrede in Oekraïne niet voor morgen is. Zelfs VS-president Donald Trump moest intussen erkennen dat er voor een duurzame vrede meer nodig is dan zijn eigen persoon, zoals hij in het begin van zijn ambtstermijn liet uitschijnen. Niet dat veel mensen die laatste bewering geloofden, en al zeker de gevluchte Oekraïners in ons land niet.
Maar de hunkering naar vrede blijft groot. ‘Wie vrede bereikt of hoe die bereikt wordt, is de laatste van mijn zorgen. Als er maar vrede komt’, benadrukt Olina Zavorina. Maar de moeder van twee maakt zich geen illusies. ‘Zelfs als er morgen een overeenkomst met Rusland wordt afgesloten, dan nog is vrede bereiken een lang proces en is een eventuele terugkeer van Oekraïners naar hun land helemaal niet vanzelfsprekend.’
Hetzelfde geluid klinkt bij alle Oekraïners met wie we spreken. Er is momenteel geen perspectief op duurzame vrede, en de Oekraïners in België zijn druk bezig hun leven hier op te bouwen. Of om het in het politiek-sociaal jargon van ons land uit te drukken: ze zijn bezig zich te integreren. En daar willen ze alles voor doen.

Voor de Oekraïense studentes Polina, Ilona en Yuliia ligt de toekomst in België.
© Arne Gillis
Een tijdelijk statuut
Het uitgestrekte Jubelpark ligt op een tiental minuten loopafstand van de woning van Alina, een 42-jarige vrouw die samen met haar man en haar twee kinderen in het modieuze Sint-Lambrechts-Woluwe woont. Het weer is half grijs, half zonnig en het park vormt een verademing voor menig Brusselaar.
Het huis waar Alina woont, lijkt ingeklemd tussen de imposante en stijlvolle gebouwen van de wijk. Maar aan de namen op de bel zie je dat het pand wordt gedeeld door meerdere individuen of gezinnen. Alina woont op de eerste verdieping. De ruimte is krap, maar haar dankbaarheid is groot. ‘Ik kende België niet en had nooit gedacht dat ik op zoveel steun kon rekenen’, zegt ze.
Alsof ze mogelijke twijfels wil wegnemen, benadrukt ze herhaaldelijk dat ze de taal aan het leren is en dat ze alles wil doen om zich te integreren. Maar daarvoor is perspectief op een permanent verblijf nodig. Haar grootste zorg is om een plek te vinden voor haar autistische zoontje op een geschikte school. Hij staat nu op de wachtlijst.
Ook Irina, een ex-advocate die momenteel bij de VDAB als arbeidsbemiddelaar werkt, benadrukt haar integratiedrang. Irina is in België sinds de uitbraak van de oorlog. Haar tweede kindje is hier geboren. Hij begrijpt Oekraïens want dat is de thuistaal, zegt ze. Maar hij spreekt alleen Nederlands, de taal waarmee hij het vaakst in aanraking komt.
Alsof Irina haar goede wil extra wil benadrukken en me ervan wil overtuigen dat haar toekomst en die van haar gezin in België liggen, vertelt ze ook over haar dochter, een uitstekende schaatsster die ze graag voor België zou zien uitkomen op internationale competities. Maar dat vereist uiteraard ook perspectief op een permanent verblijf.
En dat is juist wat ontbreekt. Integratie vraagt om stabiliteit, en stabiliteit kan niet druppelsgewijs toegekend worden. Sinds de uitbraak van de oorlog werd aan de Oekraïners in de Europese Unie tijdelijke bescherming toegekend. In juni vorig jaar werd die opnieuw met een jaartje verlengd. ‘Dat is onhoudbaar’, zegt Vluchtelingenwerk-directeur Tine Claus. Daarom vraagt haar organisatie, samen met hulporganisatie Caritas en Orbit vzw, om een duurzaam statuut uit te werken dat de integratie van de Oekraïense vluchtelingen in onze samenleving bevordert.
‘We hebben duurzame toekomstperspectieven nodig die rekening houden met de geopolitieke context waarin we ons bevinden’, zegt Claus. ‘Een statuut dat op Europees niveau wordt afgesproken, om secundaire migratie te vermijden.’ Want als de Europese staten verschillende statuten invoeren, kan dat mensen ertoe dwingen om opnieuw te emigreren binnen de Europese Unie, naar het land waar ze betere vooruitzichten hebben.
(De reportage gaat door onder onze leestip)
Lees meer over de status van Oekraïense vluchtelingen
Empathie
Oekraïners werden heel goed ontvangen in België, dat vindt zowat iedereen met wie ik spreek. De snelheid waarmee een statuut werd uitgedokterd, de maatregelen en mogelijkheden die op poten werden gezet om deze nieuwkomers op te vangen én de inzet van de bevolking en de warmte waarmee veel landgenoten zich opstelden, waren voorbeeldig. Het verraste de gevluchte Oekraïners zelf, en daar zijn ze heel dankbaar voor.
Maar empathie kan ook snel verwateren. De oorlog is zijn vierde jaar ingegaan, en het draagvlak is niet meer wat het was. Organisaties als Vluchtelingenwerk, Caritas en Orbit waarschuwen vooral voor de beslissing van de Vlaamse regering om de subsidies voor opvang en begeleiding van Oekraïners stop te zetten tegen maart 2026.
Jongeren van hun kant ervaren de groeiende onverschilligheid in de houding van gewone mensen. Polina (20) en Yuliia (19), studentes politieke wetenschappen aan de VUB, konden na hun vlucht rekenen op de Belgische gastvrijheid. Allebei hebben ze na aankomst in gastgezinnen gewoond. Polina kwam via Portugal naar België, Yuliia werd samen met haar moeder opgevangen door Poolse vrienden van haar familie die in België wonen.
Na amper drie maanden moest Polina, die bij haar aankomst zeventien jaar oud was, naar een andere oplossing zoeken. ‘Ik werd eigenlijk buitengezet’, grinnikt ze. Maar daar heeft ze begrip voor. ‘Ik denk dat de mensen gewoon te moe waren om de hele tijd iemand bij zich te hebben. Ik verwijt hen niets. Integendeel, ik ben hen dankbaar’, zegt ze. Ook Yuliia moest het gastgezin verlaten.
Gelukkig was er een alternatief en konden beide meisjes op internaat bij de VUB. De Brusselse universiteit had in 2022 naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne het zogenaamde InCampus-programma gelanceerd: een speciaal voorbereidingsprogramma, waarbij een twintigtal vluchtelingen gedurende één jaar een intensieve cursus Engels konden volgen. Daarbij kregen ze al twee cursussen uit hun toekomstige opleiding en bood de universiteit studiebegeleiding en psychologische ondersteuning aan. Zowel Polina als Yuliia maakten daar gebruik van.
‘Ik kwam in België aan in mei 2022. Toen was er veel hulp. Iedereen sprong voor je in de bres. Ik moest zelf niet veel doen om mijn verblijfsdocumenten in orde te brengen’, vertelt Polina. Maar dat is al lang niet meer het geval. Een jaar na de start van de oorlog begon de steun te verminderen, ook vanuit de overheid, meent de studente. ‘Alle voorzieningen zijn er nog, maar de mogelijkheden zijn beperkt geworden. Het is moeilijker geworden om gezinnen te vinden die bereid zijn om mensen op te vangen.’ Yuliia vult aan: ‘Wellicht zijn de mensen het moe om steeds te horen over een oorlog die zich ver van hen afspeelt en zijn ze zich opnieuw gaan focussen op hun eigen leven.’
Voor Ilona, een 20-jarige studente die dezelfde opleiding aan de VUB volgt, klinkt het herkenbaar. Ze zag één jaar na de uitbraak van de oorlog hoe de houding ten opzichte van de Oekraïners veranderde. ‘Mensen kwamen bij mijn moeder klagen over het feit dat België een alternatief moest zoeken om de energiebevoorrading te garanderen’, verwijst ze naar de maatregelen tegen Russisch aardgas. ‘Of over het feit dat ze door ons meer belastingen moesten betalen. Ze vroegen zich af of dit wel de moeite waard was.’
Ondertussen hoort Ilona dat soort commentaren niet meer, en dat is voor haar een opluchting. ‘Ze geven ons tenminste de schuld niet meer’, lacht ze. ‘Alhoewel…’, nuanceert ze onmiddellijk. ‘Het is momenteel een onstabiele fase. De visie van Donald Trump en zijn uitspraken over Oekraïne zaaien onzekerheid onder de Europeanen’, zegt ze. ‘Het feit dat Europa meer wil investeren in bewapening en zich verder wil militariseren wordt gezien als de schuld van Oekraïne en Rusland.’
Heropbouw
Wanneer de vrede terugkeert naar Oekraïne, is moeilijk te zeggen. Maar dat neemt niet weg dat het belangrijk is om nu al aan de heropbouw te denken, vindt Tine Claus. ‘Als we terugblikken op de jaren ’90, toen de oorlog in Joegoslavië eindigde, zien we dat 60 procent van de vluchtelingen die naar ons land kwamen, teruggekeerd zijn. Daarom is het belangrijk om nu te investeren in de heropbouw van Oekraïne. Dat moeten we samen doen. Veel mensen, zowel in Vlaanderen als in Oekraïne, anticiperen nu al en werken aan de toekomst. Ook de Europese Unie heeft hier een rol te spelen.’
De drie studentes politieke wetenschappen vinden het niet gemakkelijk om een oordeel te vellen over de huidige gang van zaken en de mogelijkheden om vrede te bereiken in hun land. ‘Wij leven uiteindelijk hier, in veiligheid. Het is aan de Oekraïners in Oekraïne te beslissen wat voor hen het beste is’, zegt Yuliia.
Het beste wat zij kunnen doen, is hun land van herkomst vanuit Europa dienen. ‘De toekomst ligt daar’, zegt Polina terwijl ze richting Schuman wijst, het metrostation in de wijk waar de Europese instellingen zijn gevestigd. Ze zou graag later van daaruit iets kunnen beteken voor haar land. Want hoop op een terugkeer heeft ze niet. ‘Ik kom uit een gebied dat Rusland nu bezet’, legt ze uit. Dat geldt ook voor de twee andere studentes. ‘Het maakt niet zoveel uit waar ik later zal werken. Het mag België zijn, maar het mag ook een ander land zijn’, zegt Yuliia. ‘Als ik maar voor mijn land van nut kan zijn.’
Iets waar de twintigjarige Polina zeker van is, is dat ze haar oude dag in Oekraïne wil doorbrengen. En daar in vrede sterven.
Word proMO*
Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.
Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.
Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.
Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.
Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief
Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.
Per maand
€4,60
Betaal maandelijks via domiciliëring.
Meest gekozen
Per jaar
€60
Betaal jaarlijks via domiciliëring.
Voor één jaar
€65
Betaal voor één jaar.
Ben je al proMO*
Log dan hier in