Of de wolf hier kan blijven, hangt minder af van zijn gedrag dan van het onze

Reportage

Tussen mythe, macht en maatschappelijke breuklijnen

Of de wolf hier kan blijven, hangt minder af van zijn gedrag dan van het onze

Johannes De Bruycker

10 november 202512 min leestijd

Na een eeuw afwezigheid sluipt de wolf opnieuw door onze landschappen. In bossen en weilanden wordt zijn terugkeer toegejuicht, op boerderijen en in parlementen groeit de weerstand. Van Yellowstone tot Limburg is de wolf uitgegroeid tot meer dan een roofdier: hij is een breekpunt in het debat over natuur, macht en samenleven.

Een ijskoude ochtend in Yellowstone, vlak na zonsopgang. Entre chien et loup, zoals dat heet. De zon komt op boven Lamar Valley. De wereld is stil, begraven onder een verse laag sneeuw. In de verte bewegen vage silhouetten over het witte landschap. Iemand heft zijn verrekijker, maar zucht wanneer het slechts een coyote blijkt.

‘In de meeste nationale parken in de Verenigde Staten blijven wolven onzichtbaar’, fluistert Rick McIntyre, de notoire wolvenonderzoeker van het Nationale Park. ‘Ze verschuilen zich in de bossen, ver van mensen. Maar Yellowstone is anders. Hier is het landschap open en tonen de wolven zich.’

Toen in 1995 drie roedels grijze wolven uit Canada in Yellowstone losgelaten werden, was McIntyre erbij. Protestborden en rangers met geweren verwelkomden de vrachtwagens. Boeren en jagers hadden openlijk gedreigd het project te saboteren.

‘We wisten dat dit om meer ging dan biologie’, zegt de wolvenonderzoeker. ‘We introduceerden geen dier, we activeerden een idee.’ Sindsdien woont McIntyre in een houten hut aan de rand van het park, waar hij elke dag wolven observeert.

Een wolf verandert een landschap niet alleen door zijn prooi te vangen, maar louter door zijn aanwezigheid. Hij creëert wat biologen een ‘landschap van angst’ noemen. De aanwezigheid van de wolf verandert het gedrag van andere diersoorten, en zo verandert hij het landschap.

Toen de laatste wolf in Yellowstone 1926 werd gestroopt, viel het ecosysteem uit elkaar. De populatie elanden schoot omhoog, wilgen verdwenen, bevers vertrokken en rivieren werden onstuimiger.

Maar ondertussen is Yellowstone het langstlopende experiment in het herintroduceren van een toproofdier. Door de herintroductie van de wolf in 1995 herleefde het systeem: elanden vermeden kwetsbare gebieden, wilgen groeiden opnieuw, bevers keerden terug en rivieren stabiliseerden.

Die verandering op andere niveaus van de voedselketen, ook wel bekend als een ‘trofische cascade, toont het ecologische belang van wolven. Deze vorm van natuurbehoud waarbij de menselijke aanwezigheid wordt afgebouwd en de natuur zichzelf kan herstellen, kostte miljoenen, maar het park werd een lesboek: over ecologie, angst en herstel.

‘Eeuwenlang zagen we de wolf als monster’, zegt McIntyre. ‘Maar steeds vaker zien we hem nu ook als spiegel. Van wat we kwijt zijn: de wildernis.’

‘Eeuwenlang zagen we de wolf als monster’, zegt wolvenonderzoeker Rick McIntyre. ‘Maar steeds vaker zien we hem nu ook als spiegel. Van wat we kwijt zijn: de wildernis.’

Pony Dolly

In 1890, zo wil het verhaal, schoot koning Leopold II de laatste wolf van België neer. Wat volgde, was een eeuw zonder het roofdier en zonder vragen. Pas in 2018, toen opnieuw een wolf de Belgische grens overstak, keerde het dier terug. Eerst één. Toen meer. Vandaag leven er opnieuw verschillende roedels in ons land. En met elke nieuwe pup neemt ook het protest toe.

Sinds 2012 is de wolvenpopulatie in de Europese Unie gegroeid van 12.000 tot meer dan 21.500 dieren. Jaarlijks worden in Europa naar schatting 56.000 landbouwdieren, vooral schapen, door wolven gedood. Op EU-niveau gaat het om amper drie dieren per wolf per jaar, op een totaal van 279 miljoen landbouwdieren. De schade is reëel, maar vaak geconcentreerd in specifieke regio’s, en dus des te gevoeliger.

In Oudsbergen, de gemeente waar de eerste welpen in België werden geboren, stapten in september 2025 meer dan honderd mensen mee in een mars tegen de wolf. Boeren vreesden voor hun vee. Buurtbewoners lieten hun honden niet meer los.

De polarisatie nam snel toe. Elders in Europa escaleerde het verzet: kadavers in Hamburg, schapen bij de Eiffeltoren, afgehakte wolvenkoppen in het Spaanse Ponga.

Het debat werd in september 2023 plots persoonlijk én politiek, toen Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen publiek het incident met haar pony Dolly deelde. Dolly werd op amper honderd meter van haar buitenverblijf in Nedersaksen in haar eigen weide doodgebeten door een wolf.

In een schriftelijke verklaring noemde Von der Leyen het voorval ‘hartverscheurend’ en benadrukte ze ‘dat de concentratie van wolven in bepaalde Europese regio’s een reëel gevaar vormt voor vee, en mogelijk ook voor mensen.’

Acht maanden later stemde het Europees Parlement voor een statusverlaging van de wolf: van ‘strictly protected’ naar ‘protected’. In juni 2025 keurde ook de Raad van de EU het voorstel definitief goed, waarmee de wolf officieel een minder streng beschermde diersoort werd.

Volgens de Commissie moet de nieuwe status meer ruimte geven aan lidstaten om populaties lokaal te beheren, maar critici spreken van een politieke toegeving aan rurale druk, zonder wetenschappelijke grondslag.

De Large Carnivore Initiative for Europe (LCIE), waarvan eerder nog advies werd ingeroepen om de bescherming te behouden, waarschuwde dat zijn eigen rapport ‘gepolitiseerd en verkeerd geïnterpreteerd’ werd. Er waren volgens het initiatief geen wezenlijke veranderingen in wolvenaantallen of dreigingen – en dus ook geen wetenschappelijke reden tot versoepeling van de bescherming.

De wolf is daarmee niet alleen juridisch, maar ook symbolisch een grensgeval geworden: tussen bescherming en bestrijding, en tussen ecologisch herstel en opgekropte weerstand. Wat begon als een succesverhaal van natuurherstel, is een spiegel van bredere maatschappelijke breuklijnen geworden.

Voorkomen is beter dan schieten

In de Verenigde Staten zit het wolvendebat al in een verder stadium. Waar Europa pas recent zijn bescherming versoepelde via politieke deals in Brussel, woedt in staten als Minnesota al jaren een felle strijd over wie zeggenschap heeft over de wolf.

Minnesota is de enige staat in de Verenigde Staten (buiten Alaska) waar altijd een levensvatbare populatie grijze wolven is gebleven. Vandaag leeft hier ongeveer de helft van alle wolven in de lagere 48 staten zo’n 3000 dieren verspreid over een gebied zo groot als Oostenrijk.

Die continuïteit maakt de situatie uniek: de wolf is hier geen teruggekeerde soort, maar een constante aanwezigheid die diep verankerd zit in het landschap en in de spanningen die daaruit voortvloeien. Voor boeren, jagers en bewoners is het geen abstract debat, maar een tastbare realiteit.

In een lage sporthal aan de rand van het stadje Ely, verlicht door tl-lampen en Amerikaanse vlaggen, verzamelen zich 250 mensen voor een bijeenkomst van Hunters for Hunters. De actiegroep van jagers en sympathisanten ontstond uit frustratie: over dode kalveren, geweigerde schadevergoedingen en beleidsmakers die ‘te ver weg wonen om de werkelijkheid te begrijpen’.

In een sporthal in Ely luistert een gespannen menigte naar vurige toespraken over ‘agressieve wolven’. Hier vermengen angst, traditie en wantrouwen zich tot een strijd over wie het recht heeft op het land.

Aan het hoofd staat Steve Porter, voormalig politieagent en zelfverklaard verdediger van het platteland en de jacht. ‘Wie hier heeft ooit een wolf neergeschoten?’ roept hij in de microfoon. Tientallen handen gaan omhoog. ‘Shoot, shovel, shut up’, grapt iemand. Gelach. Maar de ondertoon is scherp. ‘Ze willen van dit land een toevluchtsoord maken voor wolven’, zegt Porter. ‘Wij zijn hier om dat te stoppen.’

Op de eerste rij staat een veeboer uit de streek. ‘Ze praten daar in Washington over bescherming’, zegt hij. ‘Wat wij doen, is zelfbescherming.’ Steve vuurt retorische vragen af over ‘lage wolvenaantallen’ en ‘onvolledige schadevergoedingen’. Elk antwoord stuit op gesis en gefluister. ‘Bullshit!’ klinkt het herhaaldelijk.

Aan het eind van de avond stapt lokaal politicus Nathan Wesenberg naar voren. ‘Tien jaar geleden lachte ik met mensen die beweerden dat wolven hun vee aanvielen. Nu hoor ik die verhalen elke week. Deze gemeenschap voelt zich in de steek gelaten door het beleid, de wetenschap en de media.’

Enkele kilometers verder stampt veeboer Wes Johnson met zijn laarzen op de sneeuw. ‘We killed a lot of goddamn wolves here. It’s a hot topic’, bromt hij. De rook van zijn sigaret danst in de ijskoude lucht. Hij wijst naar sporen in de sneeuw. ‘Vier roedels vechten hier al jaren om hetzelfde lapje land. Mooie beesten, tot ze kalveren pakken. That will get you pissed off.’

Maar in plaats van de strijd voort te zetten, koos Johnson ervoor om samen te werken. Midden in de ‘wolvencrisis’ van 2017, nodigde hij Bioloog Tom Gable uit op zijn erf. Ze sloten een pact: preventie in plaats van kogels. Dat leidde tot het ‘Voyageurs Wolf Project’, een van de meest geavanceerde projecten op het gebied van wolvenecologie ter wereld.

‘Wolven reageren op risico’, zegt Gable. ‘Ze zijn slim. Als je ze afleert om zich bij boerderijen te begeven, blijven ze weg. Maar daarvoor moet je hun gedrag kennen, niet je eigen angst volgen.’

Vandaag hangen rondom de 750 runderen vlaggen, geurstoffen en alarmdraad. Twee grote honden patrouilleren. De familie rijdt te paard over het terrein om menselijke geur te verspreiden. Camera’s houden alles in de gaten. Zelfs een ezel — die instinctief wolven aanvalt — loopt mee tussen het vee.

Ook in Vlaanderen werpt een preventieve aanpak vruchten af. Sinds de terugkeer van de wolf in 2018 behandelde het Wolf Fencing Team Belgium meer dan 1400 aanvragen en hielp het ruim 700 terreinen wolf-vrij maken. En als het toch misgaat, worden boeren en hobbyhouders financieel gecompenseerd.

Het effect is zichtbaar: het aantal gedode landbouwdieren daalde van 189 in 2021 naar 99 in 2024, een daling van bijna 50%. Volgens het Wolf Fencing Team is er nog nooit een succesvolle aanval geweest in gebieden met goed onderhouden wolfwerende omheiningen.

In het International Wolf Center in Ely analyseren wetenschappers gedragspatronen, roedelstructuren en communicatie tussen wolven. Het centrum geldt wereldwijd als een referentiepunt voor onderzoek naar samenleven tussen mens en roofdier.

Broeder wolf

Eeuwenlang stond de wolf symbool voor list, dreiging en chaos. Maar in 1963 kwam er een barst in dat verhaal. In Never Cry Wolf beschreef de Canadese bioloog Farley Mowat hoe hij maandenlang een roedel observeerde in de toendra. Het waren geen bloeddorstige killers, stelde hij vast, maar zorgzame dieren die leefden van muizen. Zijn boek werd een cultklassieker. Het maakte komaf met het frame van de wolf als monster en luidde zo een culturele kentering in.

Maar lang voor Mowat schreef, observeerden ook anderen de wolf van dichtbij. Niet met camera’s of zenders, maar met verhalen en generatieslange nabijheid. Traditionele gemeenschappen als de Ojibwe leven al eeuwenlang samen met ‘Ma’iingan’ — de wolf — als familielid, leermeester en spiegel.

In het Objibwe-museum in Tower, Minnesota, kijkt Michael Waasegiizhig Price naar een miniatuurvoorstelling waarin zijn voorouders en wolven vrij door het bos bewegen; zonder hekken, zonder angst. ‘Ma’iingan maakt deel uit van ons familiesysteem’, zegt hij. ‘Wat hem overkomt, overkomt ook ons.’

Price is ecoloog en lid van de Wolf Clan. Hij beschrijft de roedel niet als een hiërarchie van dominantie, maar als een netwerk van relaties. ‘Ze delen wat schaars is, zorgen voor elkaar, passen zich aan. Dat is geen survival of the fittest maar overleven als familie.’

Voor hem is de les van de wolf eenvoudig: samenwerking, aanpassing en wederzijds respect. ‘Niet de wolf verstoort het evenwicht,’ zegt hij, ‘maar wij, door zijn plek in het systeem te ontkennen.’ Misschien is er niet méér beheer nodig, maar minder behoefte aan zekerheid.

Toch schuurt de aanwezigheid van de wolf. Zijn terugkeer legt niet alleen ecologische spanningen bloot, maar ook maatschappelijke breuklijnen. Tussen stad en platteland. Tussen wereldbeelden. Tussen autonomie en controle.

De weerstand tegen de wolf gaat zelden alleen over schapen. Vaak gaat het over iets groters: over wie bepaalt wat ‘wild’ mag zijn en wat niet. De berichtgeving is vaak misleidend en onjuist, en dat draagt bij aan angst en onbegrip. Ook sociale media versterken het beeld van de wolf als een gevaarlijke indringer, zelfs in regio’s waar nooit incidenten zijn gemeld.

In Europa keren wolven terug in bewoonde gebieden: tussen snelwegen, kerktorens en prikkeldraad. We volgen hen met drones en camera’s en hij is voorwerp van debat. Maar zolang ze vooral worden gezien als risico of beleidsprobleem, blijft de reflex om te controleren groter dan de bereidheid om verantwoordelijkheid te delen. Of ze hier kunnen blijven, hangt dus minder af van hun gedrag dan van het onze.

Logo van het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek

Dit artikel kwam tot stand met steun van het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek

Word proMO*

Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.

Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.

Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.

Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.

Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief

Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.

Per maand

€4,60

Betaal maandelijks via domiciliëring.

Meest gekozen

Per jaar

€60

Betaal jaarlijks via domiciliëring.

Voor één jaar

€65

Betaal voor één jaar.

Ben je al proMO*

Log dan hier in