Ook in Vietnam groeit besef rond alternatieve stadsontwikkeling
Marcus Leroy
05 januari 2017
Vietnam is in volle ontwikkeling met groeicijfers (7%) die hier tot het verleden behoren. Groei betekent bouwen en de bouwwoede concentreert zich meestal in en om in de steden. Marcus Leroy trok naar de stad Can Tho in de Mekong Delta voor een ontmoeting met alternatieve stadsontwikkelaars die zich inzetten voor alternatieve, bottom-up ontwikkeling.
De laatste dagen van 2016 brengen mij naar Can Tho, stad van bijna anderhalf miljoen inwoners in het zuiden van Vietnam, de “hoofdstad” van de Mekong Delta. Ik ben er met een groep Vietnamese specialisten architectuur, stadsontwikkeling en “community development”. Acht mensen met veel ervaring. Ze zijn hier als vrijwilliger, onbetaald. Omdat ze geloven in alternatieve, “bottom-up” ontwikkeling. Het stadsbestuur van Can Tho heeft gehoord over de activiteiten van de groep elders in het land, en heeft hen uitgenodigd om hier hun visie te komen geven.
Can Tho, Vietnam
© Marcus Leroy
De Mekong Delta is misschien wel het vruchtbaarste landbouwgebied ter wereld. Plant een stok in de grond en morgen groeien er vruchten aan. Of zo ongeveer. Niet verwonderlijk: vruchtbare alluviale bodems, overal water, altijd zon. Gooi je net uit en de vis dringt om zich te laten vangen. Of zo was het vroeger toch… Vervuiling en verzilting hebben veel kwaad gedaan.
Landbouw, visvangst, vis- en garnalenkwekerijen, en de handel die ermee samenhangt, hebben Can Tho groot gemaakt. En de ontwikkeling houdt niet op. Waar vroeger een veerpont was is nu een indrukwekkende hangbrug over de twee kilometer brede Bassac rivier, een van de armen van de delta. Can Tho, dat is wijde lanen, kantoortorens, nieuwe hotels, shopping malls, zwermen bromfietsen, steeds meer auto’s en – dit is Vietnam – veel lawaai.
Het stadsbestuur wil verder moderniseren. De oevers van de Can Tho rivier, een zijarm van de Bassac, zien er niet uit, vindt de overheid. Weg met die lelijke krotten op gammele palen boven de rivier. Weg met die informele visverwerking, houtzagerijen, fruitverkopers, mandenvlechters… De bulldozer erin. Een betonnen dijk aanleggen langs de rivier. Daarop een brede boulevard, beton en tegels, met hier en daar een uitsparing voor een perkje of een boom. Schoon en modern. Daarlangs kan dan nieuwe hoogbouw komen, moderne flatgebouwen, hotels, kantoren…
Can Tho, Vietnam
branstonoriginal (CC BY-NC 2.0)
Verkavelaars en vastgoedventers
In Vlaanderen zijn het de verkavelaars en de vastgoedventers die het landschap vorm hebben gegeven. In Vietnam is het niet anders. Projectontwikkelaars met goed geoliede connecties met de overheid “tekenen” de stadsontwikkeling. Het scenario is altijd hetzelfde. Koop het eigendomsrecht van de squatters of arme boeren. Laat de overheid het land saneren en infrastructuur aanleggen. Bouw woonblokken en verkoop de appartementen. De winstmarges zijn gigantisch…
Vietnam noemt zichzelf hardnekkig een “socialistische republiek”, maar zijn economie is een onversneden vrije markt.
Vietnam noemt zichzelf hardnekkig een “socialistische republiek”, maar zijn economie is een onversneden vrije markt. De grote vissen eten de kleintjes op en worden alsmaar dikker. Enige troost: de economie groeit elk jaar zo’n 7%; en dus worden ook de kleine visjes wat groter.
De groep, laat ze mij maar idealisten noemen, pleit voor alternatieven. En jawel, de stad heeft er oren naar. Mevrouw Hong Anh, vicevoorzitter van het stadsbestuur en verantwoordelijk voor urbanisatie en infrastructuur – equivalent van een schepen bij ons – heeft twee dagen vrijgemaakt om met haar naaste medewerkers te praten met de groep en het terrein te bezoeken.
© Marcus Leroy
Leven met water
Traditioneel was water een vriend in de Mekong Delta, legt een van de urbanisten uit. Langs de honderden zijrivieren en kanaaltjes leefden de mensen met en op het water. Alle transport gebeurde per boot. Maar dan kwamen de bromfiets, de auto, de vrachtwagen. Die hadden wegen nodig, dijken en bruggen. Water werd als het ware de tegenstander, de vijand zelfs. Water werd weggeduwd.
Can Tho is er een mooi voorbeeld van. De zijrivieren die de stad doorkruisen, je ziet ze amper nog. Can Tho keert zijn rug toe naar het water. Zonde toch voor de hoofdstad van de delta?
Het team stelt voor de oever te saneren in overleg en samenwerking met de bewoners. Jaag de oeverbewoners niet weg, zeggen ze. Als je dat doet trekken ze gewoon naar de buitenwijken van de stad en squatten daar opnieuw neer. Die mensen leven van hun kleinschalige activiteiten. Die moet je een nieuwe kans geven. Help ze om te moderniseren.
Behoud die openheid naar de rivier toe. Moedig activiteiten aan die van en met de rivier leven. Dat zal ook toeristen aantrekken want de vlottende groenten- en fruitmarkt ligt vlakbij.
Tegen de stroom op
Een vast, vooropgezet plan heeft de groep niet. Eerst moeten de bewoners gehoord worden. Laat de initiatieven van onderuit komen, zeggen ze. Pak het stap voor stap aan, met kleine proefprojecten en flexibele planning in plaats van de zes kilometer in één grote “bulldozerbeweging”.
Jawel, het stadsbestuur heeft er oren naar. Er worden afspraken gemaakt voor verdere samenwerking.
De volgende dag brengt mevrouw Hong Anh ons naar het eiland Con Son, in het midden van de Bassac rivier, anderhalve kilometer lang en enkele honderden meter breed. Alles bijeen niet meer dan zo’n 70 hectaren, 79 gezinnen, 325 inwoners. Op de satellietfoto lijkt het een reusachtige vis die tegen de stroom op zwemt.
De hangbrug in Can Tho, Vietnam
ronan crowley (CC BY-ND 2.0)
Tegen de stroom op, dat wil de groep ook hier proberen. Het eiland ligt midden tussen de nieuwe luchthaven en de stad, onverstoord en idyllisch midden in de rivier. Een eersteklas locatie voor woningen met standing en luxetoerisme, toch? De ontwikkelaars zijn er al komen rondneuzen. Maar ze hebben een groot probleem: het eiland is alleen bereikbaar met een gammele veerboot. De overheid zou een brug moeten bouwen. Dan kunnen ze aan de slag.
Enkele bewoners wachten ons op bij veerpont en brengen ons naar het huis van Kim Phong. Een smal, kronkelig pad tussen kanaaltjes, sloten en visvijvers. Geen auto’s hier, alleen fietsen en brommers. Het eiland is één grote, groene boomgaard, een tropisch tuinlandschap. En de nabijheid van het water zorgt voor een koel briesje. Paradijselijk. De Mekong Delta om verliefd op te worden.
Bij het huis van Kim Phong zijn de buren samengekomen. Ze laten ons proeven van hun wafeltjes en pannenkoekjes, artisanaal bereid en met lokale grondstoffen. Die leveren ze elke dag aan de hotels in Can Tho. En, natuurlijk, ze hebben een avondmaal voor ons klaargemaakt. Rijst, groenten, vis, fruit, allemaal op het eiland geproduceerd, zeggen ze trots.
De brug
Rond de tafel wordt informatie uitgewisseld en heftig gediscussieerd. De bewoners houden van hun eiland. Ze willen hier blijven en hun plattelandsleven niet opgeven. Maar ze beseffen het dilemma dat ontwikkeling met zich brengt, de bekoring van een comfortabel huis, een computer, een auto, degelijk onderwijs voor de kinderen…
Can Tho, Vietnam
branstonoriginal (CC BY-NC 2.0)
Trekken de jonge mensen weg naar de stad? vraag ik. Niet, zegt Xuyan, en hij geeft cijfers. Sinds twee jaar is het eiland aangesloten op het elektriciteitsnet. Ook jonge mensen beseffen dat het hier goed leven is. ‘We zijn niet rijk, maar onze producten halen goede prijzen’, klinkt het.
We willen hier niet weg, niet weg uit dit leven, ook al zouden we misschien rijker kunnen worden. We willen geen brug! Als de brug er komt zijn we verloren.
Ook hier wil de groep geen oplossingen opdringen. De bewoners moeten het zelf doen. Ze moeten zich organiseren om, in groep, voorstellen te doen. En mevrouw Hong Anh belooft dat de stad rekening zal houden met wat de bewoners willen. Eén voorstel komt alvast naar voren: “homestay” promoten voor milieubewuste toeristen. Dit eiland is de uitgelezen plek daarvoor.
Het debatteren slaat gaandeweg om in grappen maken. En dan… een buurman haalt zijn gitaar en gaat aan het zingen. Slepende, melancholische liederen over liefde en ongerepte landschappen. De liederen uit zuid Vietnam zijn UNESCO-werelderfgoed. Behalve ik, zingt en neuriet iedereen mee.
Het is al lang donker wanneer – de Vietnamese traditie – elke aanwezige zijn afscheidswoordje geeft. Xuyen houdt een vurig pleidooi. Dit is het land van onze ouders, onze grootouders, zegt hij, met tranen in de ogen. We willen hier niet weg, niet weg uit dit leven, ook al zouden we misschien rijker kunnen worden. We willen geen brug! Als de brug er komt zijn we verloren.
Fakkels van brandende bundels rijststro begeleiden ons terug naar de veerpont. Een korte trip over de nu zwarte rivier. En daar is de stad weer, de brede lanen, de moderne winkels, de flikkerende lichtreclame, de SUV’s voor de dikke vissen, de kleinere auto’s voor de middelgrote, de brommers voor de garnalen. Ontwikkeling, nietwaar.
Marcus Leroy bekleedde gedurende 35 jaar leidende posities in de Belgische ontwikkelingssamenwerking in Rwanda, Indonesië, Zaïre/Congo, zuidelijk Afrika, Vietnam, Cambodja en de Filipijnen, en bij de Permanente Vertegenwoordiging van België bij de VN in New York.