Zij verduurzaamt de cacaoplantage van verre familie

Fatima Spalburg
© Chavez van den Born
Als je ontdekt dat je eigen familie lijdt onder de westerse cacaoconsumptie, klinken klimaatverandering en uitbuiting ineens niet meer zo ver weg. Het is het verhaal van de 50-jarige Fatima Spalburg, die nu in Indonesië cacaoboeren helpt overstappen op duurzame teelt.
En nu, vier jaar nadat Spalburg voor het eerst naar Indonesië trok, runt ze haar eigen stichting. Met La Galigo wil ze cacaoboeren op Sulawesi helpen overstappen op duurzame cacaoteelt middels agroforestry. Dat is een vorm van kringlooplandbouw waarbij op hetzelfde stuk grond naast cacao allerlei andere gewassen en veel bomen groeien, die de grond vruchtbaar houden én voor extra inkomsten zorgen.
Niet dat Spalburg nu zoveel wist over cacaoteelt, of over duurzaamheid: ‘Ik was zo on-groen als het maar kan’, lacht ze verontschuldigend. Maar in 2016 leerde ze haar verre nicht en naamgenoot Fatimah en haar man Amir kennen. Het echtpaar bezit een kleine cacaoplantage op Sulawesi, een van de duizenden op het eiland. Door extreme droogte, verouderde bomen en ziektes aan de cacaovruchten leverde de plantage Fatimah en Amir nauwelijks inkomsten op.
Omdat ze enorme hoeveelheden inkopen, is de kwaliteit van de cacao van secundair belang. Veel cacaoboeren weten daarom niet hoe je cacao zo goed mogelijk droogt en fermenteert.
‘Eigenlijk moesten ze helemaal opnieuw beginnen, maar het duurt jaren voordat een cacaoboom iets oplevert. Daarom werken ze beiden als dagloner om de eindjes aan elkaar te knopen; Amir in de bouw, Fatimah kookt voor het dorp. Daarmee komen ze net aan hun eerste levensbehoeften, maar nog altijd houden ze geen tijd over voor de plantage. Dat is een vicieuze cirkel.’
Het heeft alles te maken met de mistoestanden, de ongelijkheid en het klimaatonrecht waar de cacao-industrie bol van staat. Omdat Indonesië een van de grootste cacaoproducenten ter wereld is – het merendeel wordt op Sulawesi verbouwd – halen alle grote spelers cacao uit de regio, vertelt Spalburg. ‘Denk aan Mars, Olam, Nestlé, Cargail. Ze betalen de boeren bijna niets, en omdat ze enorme hoeveelheden inkopen, is de kwaliteit van de cacao van secundair belang. Veel cacaoboeren weten daarom niet hoe je cacao zo goed mogelijk droogt en fermenteert (de cacaoboon laten gisten, red.) – terwijl je daar de meeste smaak mee uit de bonen haalt.’
Daarnaast leidt de monocultuur van cacaoteelt tot grootschalige ontbossing: vruchtbare grond moet steeds opnieuw worden gevonden of gecreëerd.
Niet de westerling uithangen
Na haar eerste bezoek aan Fatimah en Amir begon Spalburg zich uitgebreid in te lezen over duurzame cacaoteelt. Ze verruilde haar baan als grafisch vormgever voor werk bij Cacao Lab (een winkel, proeverij en workshoplocatie voor duurzame chocolade op de Zaanse Schans), en stortte zich op La Galigo, dat sinds eind 2018 een officiële stichting is.
Ze beginnen klein: op het stuk land van Fatimah en Amir wordt momenteel een modeltuin en educatiecentrum aangelegd. Dit doen ze in samenwerking met andere boeren en boerencoöperaties uit de regio. De modeltuin moet de eerste op boslandbouw gebaseerde cacaoplantage worden, en in het educatiecentrum kunnen boeren, jongeren, ondernemers en schoolkinderen uit de omgeving straks meer leren over het proces.
Samen met boerencoöperaties, een lokale ngo en de landbouwdienst organiseren ze meetings en workshops zodat andere boeren dit ook kunnen invoeren. Dat laatste is belangrijk, want Spalburg weet dat boeren niet zomaar van duurzame projecten overtuigd zijn: ‘De burgemeester van het dorp waar mijn familie woont, legde dat uit: grote chocoladebedrijven komen vaak langs met een project, maar de boeren worden er eigenlijk nooit beter van.’
Yusri, manager van een cacaomodeltuin bij Rainforest Alliance, die in zijn vrije tijd Fatimah en Amir wilde helpen met de aanleg van een organische cacaoplantage, werd haar eerste vrijwilliger. En toen het team van La Galigo verder groeide, zowel in Nederland als in Indonesië, kwam ze in contact met ibu Masna, die een eigen koffiebar runt op Sulawesi en daarnaast veel sociale projecten doet voor jongeren en duurzame landbouw. Zij helpt met het opzetten van het educatiecentrum.
‘Laat die cacao lekker hier’
‘Veel boeren hebben geen idee hoe waardevol hun product is.’
Je kunt je afvragen: als er zoveel projecten, vrijwilligers en initiatieven in Indonesië zitten, is er dan nog een Nederlandse stichting nodig? Uiteindelijk niet meer, hoopt Spalburg: met agroforestry moeten plantages zelfvoorzienend worden. Maar momenteel zitten veel boeren – net zoals Fatimah en Amir – nog vast in die vicieuze cirkel waardoor er weinig tijd is voor verduurzaming.
En er is nog een reden dat duurzame cacaoteelt maar langzaam voet aan de grond krijgt, denkt Spalburg. ‘Ken je dat filmpje van cacaoboeren in Ivoorkust die voor het eerst chocola eten? Zo is het ook in Indonesië: veel boeren hebben geen idee hoe waardevol hun product is.’
Ook dat begint nu te veranderen, en daar hoopt ze aan bij te dragen. Een van de cacaoboeren van de coöperatie waar Spalburg mee samenwerkt, besloot zelf chocolade te leren maken, in plaats van de bonen aan een grote producent te verkopen. ‘Geweldig toch, dat hij dacht: waarom zou mijn cacao naar het buitenland moeten, laat het lekker hier. Hij exporteert zijn chocola nu naar verschillende delen van Indonesië en verdient er goed aan. Ik wil ook zeker geen chocolade voor Nederland gaan produceren, ik hoop dat het lokaal blijft, want ook in Indonesië stijgen de inkomens en groeit de markt voor chocola. Er zijn dan ook steeds meer chocolademakers.’ In de toekomst hoopt ze meer met hen samen te werken.
Een band met Indonesië
La Galigo is de naam van het langste, geschreven, epische verhaal ooit: het verhaal over de ontstaansgeschiedenis van de wereld, opgetekend in het oude schrift van Zuid-Sulawesi. Spalburg noemt daaruit één episode, over de Welenrengboom, die tot de hemel reikt maar wordt omgehakt. ‘Dat is een enorme ramp: er ontstaat een vloedgolf, alle dieren zijn hun leven kwijt, alles wordt verwoest. De moraal van het verhaal: je moet de natuur respecteren.’

© Chavez van den Born
Spalburg leerde over het verhaal tijdens haar zoektocht naar haar roots. Lange tijd was ze daar niet zo mee bezig. ‘Pas in 2008 ging ik op zoek: ik ging eerst naar Suriname, waar mijn vader vandaan komt, en twee jaar later zei ik tegen mijn moeder: “Breng me naar het dorp waar opa en oma vandaan komen”.’ Haar opa was een KNIL-soldaat, die na de Japanse bezetting van Indonesië naar Nederland werd gehaald.
De meeste soldaten waren Molukkers, Spalburgs grootvader kwam van Sulawesi. ‘Een trieste geschiedenis, wanneer je je erin verdiept’, vertelt Spalburg. Na aankomst werden soldaten ontslagen uit het leger, maar hier werk zoeken, was verboden; ze verbleven in leegstaande concentratiekampen. ‘Pas in de jaren 70 konden ze terugkeren naar Indonesië en heeft mijn opa weer contact gezocht met zijn familie. En het mooie is: daar maakt het niet uit als je een verre achternicht bent, je bent gewoon familie.’
Blijf op de hoogte
Helaas ligt het project momenteel stil vanwege corona, maar met wat ze al hadden neergezet – een composthuis, waterput en de eerste planten – wordt de tuin wel onderhouden. En vorig jaar liet Spalburg voor het eerst een beetje chocolade maken van hun – inmiddels duurzame en beter gefermenteerde – cacao. ‘Zó leuk om onze eigen chocola te proeven. Het was verrassend lekker, met een lichte bananentoets.’
Dit artikel verscheen eerder op de website van Oneworld.nl
Maak MO* mee mogelijk.
Word proMO* net als 2968 andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.
Meer verhalen
-
Nieuws
-
Commentaar
-
Nieuws
-
Essay
-
Magazine
-
Analyse