“Verdervertellers” zorgen ervoor dat we niet vergeten

Hoe bewaren we de verhalen van slachtoffers zodat ze verder kunnen leven in een volgende generatie? vraagt Jan Mertens zich af. In Hiroshima zijn er mensen die het op zich nemen de verhalen van de overlevenden van de atoombom verder te vertellen. Wat een mooi project…

  • © Brecht Goris © Brecht Goris

Ik zag het in het journaal, in een reportage naar aanleiding van het bezoek van president Obama aan Hiroshima. De overlevenden van die verschrikkelijke dag, toen de atoombom ontplofte, ze blijven hun verhalen vertellen. Maar ze worden ouder en ouder. Binnenkort zijn ze er niet meer. En wat gebeurt er dan met hun verhalen?

Men heeft er een prachtig antwoord op gevonden. Een aantal jongere mensen – ze noemen zich “denshosha” – heeft als taak op zich genomen om de verhalen van die oudere slachtoffers verder te vertellen. Zo komen ze ook bij de volgende generaties. Het woord denshosha zou staan voor iets als “verderverteller”, een erfgenaam van een levensverhaal als het ware.

In dit geval gaat het om een persoonlijke afspraak tussen een overlever en een verderverteller. Je vraagt dus aan een welbepaalde persoon om jouw verhaal verder te vertellen. Het is niet eenvoudig. Als verderverteller zul je nooit dezelfde diepe emoties hebben die die ander in zich draagt als gevolg van dat trauma. Je kunt alleen maar proberen. Maar het is een nobele opdracht die je op je neemt.

Er zijn eindeloos veel voorbeelden van vormen van het verder vertellen van een verhaal, zodat de herinnering niet verloren gaat. Er zijn ook veel voorbeelden waarbij allerlei machthebbers actief proberen om herinneringen aan groot onrecht weg te duwen in de plooien van de geschiedenis. Wanneer er geen fysieke bewijzen overblijven en wanneer er niemand meer is om te vertellen wat er gebeurde, is er misschien wel niets gebeurd en kan de geschiedenis herschreven worden tot meerdere eer en glorie van de grote mannen die denken dat zij de geschiedenis zijn.

Ik vraag me af waarom dat ene item in het journaal me zo diep ontroerde, tot tranen toe (en nu weer, terwijl ik dit zit te schrijven). Het heeft iets met waardigheid en schaamte en schuld te maken, denk ik. Die atoombom heeft een grote plaats in ons collectief geheugen, en zo ook in mijn hoofd. Als jonge gast liep ik in alle betogingen mee tegen de plaatsing van kernwapens. Ik ben geboren in 1965, dus van ‘na de bom’. Dat vreselijke beeld van die immense paddenstoel raasde door mijn hoofd, bezorgde me nachtmerries.

Wolven in schaapsvacht

Al die zichzelf zo belangrijk vindende heren in pakken vonden dat wij softies waren die geen oog hadden voor het ruimere plaatje

Wat ik toen nooit begreep, en nu nog steeds niet, is hoe de politici op een “normale” manier konden praten over kernwapens, alsof ze gewoon een andere vorm van wapens waren. Alsof we niet al te sentimenteel of zo moesten doen over wat er in Hiroshima was gebeurd. Al die zichzelf zo belangrijk vindende heren in pakken vonden dat wij softies waren die geen oog hadden voor het ruimere plaatje, wij waren de “wolven in schaapsvacht”, om Frank Swaelen te citeren. Ik weet ook wel wat het ruimere kader was van de Koude Oorlog. Op een welbepaalde cynische manier heeft die nucleaire afschrikking ook gewerkt, zou je kunnen zeggen. Maar tot welke prijs en tot welk risico, letterlijk en figuurlijk.

Enkel praten over de strategie, over de realpolitik, zogenaamd zonder je te laten leiden door emoties, het is een vorm van ontkenning van echte verhalen, een wegduwen van een onaangename werkelijkheid. Niet willen dat je voor eeuwig in één moment van de geschiedenis vast moet blijven zitten, het is misschien begrijpelijk, maar daarom nog niet goed. Een land als Duitsland heeft op een bijzondere manier een nieuwe plaats gevonden in Europa. De huidige politici zijn niet verantwoordelijk voor wat hun voorgangers ooit deden, maar ze kunnen en mogen nooit doen alsof de geschiedenis er niet was. En de rauwe realiteit van die oorlog verdient in die herinnering een plaats. Het is “gemakkelijker” bij oorlog te denken aan strategieën van generaals in uniform en te kijken naar kaartjes waar je met pijlen de troepenbewegingen op kunt zien. De werkelijkheid van de oorlog is gruwelijk, ze stinkt, ze is chaotisch.

De atoombom op Hiroshima is meer dan een dag in het jaar, meer dan foto’s van vernieling. De werkelijkheid van die bom, dat zijn ook de verhalen van de mensen die het echt meemaakten. De mevrouw in het item in het nieuws, zij was erbij, vertelt over de mensen die ze zag wegvluchten: ‘Het leken geen menselijke wezens’. Ze durfde hen nauwelijks aan te kijken.

Alsof de geschiedenis er niet toe doet

Op een of andere manier voel ik steeds schaamte, als ik reportages zie over Hiroshima. Ik ben van na de oorlog en hoop dat ook te blijven. (Alleen al daarom vervult het oprukkende populistische anti-Europaverhaal van velen me met plaatsvervangende schaamte. Alsof de geschiedenis er niet toe doet…)

Ik heb in principe geen verantwoordelijkheid voor de beslissing die in 1945 werd genomen om zo’n gruwelijk wapen te droppen boven die stad. En toch. Het lijkt me steeds alsof die Japanse mensen die het meemaakten ondanks alles met zoveel waardigheid die vreselijke dag willen laten leven. (En natuurlijk draagt ook hun land een verantwoordelijkheid voor het aanrichten van ongelooflijk veel gruwel in diezelfde oorlog. En ook voor die misdaden is het soms moeilijk omgaan met de echte werkelijkheid van de geschiedenis.)

Vrede is zoveel meer dan de afwezigheid van oorlog.

We moeten ergens beginnen met het helen van de wereld, denk ik dan. Laat dat dan maar op een breekbare manier gebeuren, door het verder vertellen van verhalen. Het is als een ritueel. Elke keer zo’n denshosha het verhaal van een ander vertelt, is het alsof hij of zij een kleine buiging maakt. Een kleine buiging voor zoveel pijn. Het is een gebaar dat ons dichter bij vrede kan brengen. Want ook dat leerden we in de vredesbeweging: vrede is zoveel meer dan de afwezigheid van oorlog.

Terwijl ik dit schrijf, hoor ik de stem van president Obama. Hij is de eerste Amerikaanse president in functie die Hiroshima bezoekt. En ongetwijfeld had zijn regering meer kunnen doen om het aantal kernwapens echt naar beneden te halen. Maar toch is het bijzonder wat hij doet. Hij buigt het hoofd, voor de slachtoffers. Ik had ook graag gehad dat hij zich zou verontschuldigen, maar dat is blijkbaar een brug te ver. Hij roept op tot een kernwapenvrije wereld. En ik voel me even terug midden in die grote betoging van 1983…

Wat betekent het om mens te zijn? Soms denk ik dat we vooral verhalen vertellende wezens zijn. Als we elkaars verhalen dragen, kunnen we een waardige plek vinden in de rivier die de geschiedenis is, zonder ooit echt te verdwijnen. Voor het begrijpen van die rivier is waarschijnlijk meer moed nodig dan voor het gooien van een atoombom. Misschien kunnen we wel allemaal een beetje een verderverteller worden.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Beleidsmedewerker Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling

    Jan Mertens woont in Leuven, werkt voor de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, en is onder meer ook actief in de denktank Oikos.

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.