Congolese parlement erkent gezinslandbouw

Analyse

Congolese parlement erkent gezinslandbouw

Congolese parlement erkent gezinslandbouw
Congolese parlement erkent gezinslandbouw

Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad maar uiteindelijk nam het Congolese parlement op 3 mei de eerste landbouwwet aan in de geschiedenis van het land. ‘Dat zegt natuurlijk iets over de matige interesse van de politiek voor de landbouwsector, waarin nochtans zeven op tien Congolezen aan de slag is’, zegt Ivan Godfroid, die voor de ngo Vredeseilanden in Congo werkt.

Maandenlang moest de stemming wijken voor allerhande discussies, afkoopsommen en een grondwetswijziging die ervoor zorgt dat de presidentskandidaat met de meeste stemmen al in de eerste ronde verkozen kan worden. Dan volgden turbulenties over de kieswet. Toen die eindelijk van de baan waren, viel nu eens het internet uit en daagden dan weer te weinig parlementairen op om geldig te kunnen stemmen. Op 3 mei volgde dan toch de langverwachte goedkeuring. ‘Zonder de lobbycel van boerenorganisaties, die de parlementairen constant lastigviel, was het er niet van gekomen’, zegt Godfroid. Die cel bestaat uit de leiders van enkele provinciale boerenorganisaties, versterkt met wat personeel van het ministerie van Landbouw. Ze wordt mee gefinancierd door zes Belgische ngo’s (Vredeseilanden, Trias, Oxfam-Solidariteit, Solidarité socialiste, SOS Faim en Diobas).

De wet legt voor het eerst een landbouwkadaster vast en organiseert landbouwadviesraden op nationaal, provinciaal en lokaal niveau. In die raden kunnen boerenorganisaties hun stem laten horen. Ook erkent hij voor het eerst het bestaan van gezinslandbouw –voorheen was er enkel aandacht voor de grote plantages. Verder verplicht de wet lokale overheden om een deel van hun budget te besteden aan de aanleg en het onderhoud van wegen en landbouwinfrastructuur. Het spreekt voor zich dat die verplichting tot weinig zal leiden als de middelen ontbreken. Hetzelfde geldt voor de bij wet voorziene oprichting van een nationaal fonds voor landbouwontwikkeling. Ten slotte stelt de wet landbouwinputs vrij van invoerheffingen en landbouwproducten vrij van uitvoerheffingen.

Vraag is welke gevolgen de wet uit het verre Kinshasa op het terrein zal hebben. Godfroid: ‘Cruciaal is dat de landbouwraden functioneren. De Belgische Technische Coöperatie heeft die raden tot op het lokale niveau mee helpen ondersteunen. Als die toezien op de naleving en uitvoering van de wet, dan zal je een effect zien.’ Daartoe is het noodzakelijk dat de boerenorganisaties sterker worden. Om die reden willen een aantal Belgische ngo’s verder werken aan de versterking van de Congolese boerenbewegingen. Ze hopen daarbij ook op steun van de Belgische overheid. (John Vandaele)