De Libanese striptekenares Zeina Abirached stelde onlangs haar ijzersterk debuut 'Zwaluwenspel' voor. Een gesprekje over wat ze niet illustreerde: de breuklijnen door Libanon.
‘In Parijs ben ik Libanese. Het gegeven dat ik maroniet ben, is daar een detail’, zegt de Libanese striptekenares Zeina Abirached, verwijzend naar haar lidmaatschap van de christelijke kerk van Syrische oorsprong. ‘Maar wanneer ik in Beiroet ben, staat mijn religie op de voorgrond van mijn identiteit, ook al ben ik niet praktiserend. Het is complex, want je bevindt je enerzijds in een westers georiënteerd land, in een francofone, zelfs anglofone stedelijkheid. Maar anderzijds is Libanon ook een Arabisch land met sterke tradities, en een historiek van etnische en religieuze breuklijnen.’
De demarcatielijn die tijdens de Libanese burgeroorlog (1975-1990) de christelijke wijken van de islamitische scheidde, is weg. De muren zijn gevallen maar de mensen houden die virtuele scheidingslijnen nog recht, vervolgt Abirached. ‘Het mag dan niet meer op onze identiteitskaart staan tot welke religie we behoren, onze namen en adressen vertellen genoeg. Ik ben gefascineerd door ruimte maar in Beiroet verandert die fascinatie bijna in een obsessie om de complexe stedelijkheid te vatten en op te tekenen. Enerzijds zie je in Beiroet die drang naar moderniteit en heropbouw na de oorlog met Israël, en verandert alles heel snel. Anderzijds lopen de ideologische territoria rakelings langs de constructiewerven. Je weet het meteen wanneer je van de ene wijk de andere binnenstapt: de affiches veranderen, de politieke vlaggen krijgen een andere kleur. Het probleem is dat het politieke niveau erg verweven is met het lokale, met het straatgebeuren. Dat heeft iets heel tribaal; politieke leiders zijn meteen ook leiders van een wijk. Doordat mensen gewapend rondlopen, kan een klein dispuut meteen een groot conflict genereren. De turbulente periode voor we eindelijk een regering van nationale eenheid hadden, zegt veel over de versnippering van Libanon.’
Heeft de oorlog met de “gemeenschappelijke vijand” Israël in 2006 dan niet tot een golf van chauvinisme geleid? Abirached: ‘Israël heeft niet het Libanese leger bevochten, wel het verzetsleger van de Hezbollah. Dat is een sjiitische, niet-gemengde Libanese beweging, met een heel eigen profiel. Veel eenheid valt daar niet uit te halen. Natuurlijk was er een soort van nationaal verdedigingsmechanisme, omdat Israël Libanees grondgebied en mensen raakte. Je kan wel zeggen dat Israël zichzelf tot nationaal taboe heeft gebombardeerd: er heerst nu een sociaal verbod op het nuanceren van Israël als vijandige staat. Het ontbreken van een Libanese eenheid is in de feiten echter veel complexer dan het delen van een gemeenschappelijke vijand. Vooraleer we het gedateerde Nationaal Pact (1943) ontmantelen dat de politieke machtsposities verbond aan religie en demografie, moeten we nog decennia werken om de diepe groeven weg te werken of op z’n minst te verzachten.’
Abiracheds debuut Zwaluwenspel verscheen onlangs in Nederlandse vertaling bij uitgeverij Oog en Blik (www.oogenblik.nl).