Portret van FDLR-soldaat Bosco (23)

Analyse

Portret van FDLR-soldaat Bosco (23)

Portret van FDLR-soldaat Bosco (23)
Portret van FDLR-soldaat Bosco (23)

'Ik werd in 1987geboren in de omgeving van Kigali. Ik vluchtte in 1994 met het gezin van mijn oom naar Burundi. Mijn pa en ma hadden een andere weg genomen en ik heb hen nooit meer weer gezien. Vanuit Burundi trokken we naar het vluchtelingenkamp Kajembwe in Uvira.'

Toen we daar werden verdreven door het Rwandese leger trokken we naar het kamp van Shimanga in de heuvels buiten Uvira. Een paar maanden later werden we ook daar opgejaagd. We trokken het woud in. Velen stierven van de honger. We wisten toen nog niet hoe te overleven in het woud.
Later trokken we veel verder weg naar het dorp Nzovu in de Maniema. Ook daar werden we verjaagd en trokken we naar het grote woud van Tshaminunu. Met vele Rwandezen vestigden we ons daar in een dorp. We leerden samen leven met de Congolese dorpelingen. We werkten voor voedsel. Na een tijdje werd ik opgenomen in een Congolees gezin dat goed voor me zorgde. Toch besloot ik later om me aan te sluiten bij de maimai (locale Congolese militie, jvd) van Padiri. Ik was toen 16 jaar. Nog later sloot ik me aan bij de FDLR. Ik dacht dat dit de manier was om diegenen die ons vervolgden, te stoppen.
Of ik veel mensen heb gedood? Wat ’n vraag! Er waren zovele gevechten en als je schiet en goed mikt, vallen er doden. Zo simpel is het. Natuurlijk heb ik veel lijken gezien.
Mijn nonkel ben ik sinds vele jaren uit het oog verloren. Ik ken geen enkel familielid meer.
Of ik hoop heb? Ik heb geen persoonlijke plannen. Eerst moeten we ons doel, de verovering van Rwanda, bereiken. Ik wil nu niet trouwen. Natuurlijk ben ik op de leeftijd dat ik wel eens een vrouw heb maar ik neem geen engagementen. Trouwens, als je wil trouwen, moet je dat vragen aan het opperbevel. Het gebeurt dat het wordt geweigerd. Een vrouw tegen haar wil tot sex dwingen, is verboden en wordt bestraft met stokslagen en overplaatsing naar een andere regio.
De militaire acties van het voorbije jaar? Zij dachten ons uit te roeien maar dat is niet gelukt. We hebben ons verzet en zullen dat blijven doen. Natuurlijk vielen er doden maar wij hebben er ook gedood. Ze hebben gezinnen meegenomen naar Rwanda. Een dorp verliezen is niet zo erg, dat is immers niet ons doel maar het maakt ons leven wel harder.
Ik wanhoop niet. Ik word al sinds 1994 opgejaagd. Dat is nu eenmaal de realiteit. Als we niet zo sterk waren, zouden we al dood zijn. Bij het leger zijn er twee dingen: de dienst en zorgen voor onze buik. We eten vooral bananen en taro. We planten die zelf aan, overal in het woud. We maken ons voedsel samen hier in het dorp. (jvd)