Turkije betaalt zwaar af voor Syrië

Terwijl de VS naarstig op zoek zijn naar bondgenoten in het Midden-Oosten trekt Turkije zijn staart in. Ankara, de voorbije jaren nog vurig pleitbezorger voor directe militaire actie in Syrië, voelt er nu weinig voor om mee te stappen in de internationale alliantie tegen de Islamitische Staat. Dat is het rechtstreekse gevolg van slechte strategie, zo blijkt. Turkije zit, met Turkse diplomaten gekidnapt door de Islamitische Staat, tussen hamer en aambeeld.

  • © Sana Sana Tayyip Erdogan, toenmalig premier van Turkije, wordt verwelkomd door Bashar al-Assad op de luchthaven van Damascus in betere tijden. © Sana Sana

Turkije stelde zich het afgelopen decennium wisselend op tegenover buurland Syrië. Een en ander valt te kaderen in de veranderde buitenlandstrategie van Turkije, dat zich wegdraaide van het Westen en een grotere rol wilde spelen in de regio van het Midden-Oosten.

Turks premier Davutoglu bedacht politieke concepten als ‘zero problemen met buren’.

Onder de vleugels van huidig premier Ahmet Davutoglu, van 2002 adviseur bij Buitenlandse Zaken en vanaf 2009 minister van Buitenlandse Zaken, ging Turkije langzaam nieuwe accenten leggen. Hij was de bedenker van politieke concepten als ‘zero problemen met buren’, ‘soft power’ en ‘regionale integratie’.

‘Davutoglu geloofde sterk in een pan-islamitische visie. Turkije moest een mondiale macht worden, met een buitenlandse politiek die langs islamitische ideologische lijnen zou lopen en volgens de weg van strategische regionale partners’, schrijft de Turkse politicoloog Behlül Ozkan in een recente publicatie over Davutoglu’s beleid.

De jaren van soft power

In de jaren die voorafgingen aan de Arabische Lente en het Syrië-conflict had Turkije, in de lijn van soft power, banden aangeknoopt met autoritaire regimes in Libië, Egypte en Syrië. In april 2009 vonden de eerste Turks-Syrische militaire oefeningen plaats. Zes maanden later tekenden beide landen een overeenkomst voor visaversoepeling en voor het eerst noemde Syrië het Koerdische Turkse veiligheidsprobleem expliciet ook dat van Syrië.

Toen in 2011 anti-regimeprotesten van Tunesië en Egypte overwaaiden naar Syrië, bleef Turkije aanvankelijk nog geloven in de weg van politieke oplossingen en diplomatie. Ankara juichte de hervormingsmaatregelen toe die Assad aankondigde als antwoord op de ontevreden burgers.

Barsten in het partenariaat

Toen de Syrische oppositie en regeringsgezinden in de clinch gingen en de regerende Baathpartij de oppositie vervolgens met geweld neersloeg, trok Ankara de steun voor zijn nog jonge “bondgenoot” Assad in. De relaties tussen Syrië en Turkije bekoelden pas echt toen Syrië militair stappen zette tegen een potentiële Turkse dreiging.

Zo installeerde het Syrische leger in de grensstad Kassab luchtafweergeschut tegen mogelijke Turkse inmenging. In het voorjaar van 2012 namen Syrische troepen een vluchtelingenkamp op Turks grondgebied onder vuur. En een paar maanden later haalden Syriërs een verkenningsvliegtuig neer boven het Turkse Hatay.

De Moslimbroeders moesten de groeiende dreiging van de Koerdische politieke groepen tegenhouden.

Het hek was van de dam, al bleef Turkije volgens analist Aaron Stein (Foreign Policy) nog handelen volgens de softpower-strategie. Turkije hield volgens Stein vast aan een scenario dat volgens hem op drie pijlers steunde. Ten eerste: Assad zo snel mogelijk omverwerpen. Ten tweede: steun aan de (soennitische) Syrische oppositie via de Moslimbroeders. Ten derde: de Syrische bureaucratie in stand houden. Op die manier zouden de Moslimbroeders snel in een goed functionerende overheidsadministratie Damascus kunnen overnemen.

En, last but not least, de Moslimbroeders moesten de groeiende en dreigende macht van de Koerdische politieke groepen in Syrië, gesteund door de PKK, tegenhouden en een nieuw sektarisch Irakscenario voorkomen.

Hard power

Volgens waarnemers zag Turkije in Assad de grondoorzaak van het extremisme in Syrië. Eens Assad weg, zou het extremisme verzwakken en zouden gematigde facties positie winnen. Om dat te bereiken, steunde Turkije onder meer Ahrar al-Sham, de grootste groep van zeven rebellengroepen die deel uitmaken van het Islamitisch Front.

Turkije weigerde om al-Nusra op de zwarte lijst te zetten.

Turkije weigerde ook om al-Nusra, gelinkt aan Al Qaeda en eveneens deel van het Islamitisch Front, op de zwarte lijst te zetten. Reden: dit zou het extremisme alleen maar aanwakkeren. Ook de voormalige Amerikaanse ambassadeur in Turkije Francis Ricciardone herhaalde deze stelling vorige week nog.

Grootste doel van die hele strategie was uiteraard om het conflict beheersbaar te houden én buiten de eigen grenzen te houden.

Zware gevolgen

De keuze van Turkije leverde niet het verhoopte resultaat. Niet alleen zag Turkije de banden met Egypte, Iran en Saoedi-Arabië verzuren, het importeerde ook conflictelementen binnen zijn grenzen. Turkije heeft vandaag af te rekenen met een grote vluchtelingeninstroom, ook van extremistische krachten, en gewapende gevechten aan zijn zuidgrens. Bovendien heeft Ankara wel degelijk de groeiende invloed van de Syrische Koerden te vrezen. Die proberen in het politieke vacuüm hun autonomie te versterken, naar analogie met de Koerdische Autonome Regio in Irak. 

En er is natuurlijk de komst van de Islamitische Staat, een scenario dat niemand had voorzien. Vorige week beloofden regionale leiders in Saoedi-Arabië dat ze zullen meehelpen om de stroom buitenlandse Syriëstrijders in te dijken en de geldstromen naar de Islamitische Staat een halt toe te roepen.

Turkije tekende het communiqué niet. De NAVO-bondgenoot onthoudt zich ook van de Amerikaans geleide militaire actie tegen de IS.

Te veel op het spel

‘Natuurlijk staat Turkije, met 46 diplomaten in handen van de IS, niet te springen om mee te vechten’, zegt de Turkse politocoloog Salih Bicacki, verbonden aan de kadir Has universiteit in Istanboel. ‘Bovendien weigert Ankara samen te werken met het Iraaks-Koerdische leger, dat op zijn beurt steun krijgt van de PKK en de PYD (Syrische Koerdische milities, td). De enige steun die Turkije nu wil verlenen, is de Navo-basis Incirlik, nabij Adana, open te stellen voor logistiek gebruik.’

De facto betekent dit het verschepen van “niet-dodelijk” materiaal naar het Iraakse leger en naar de troepen van de Koerdische Autonome Regio, aldus de Turkse krant Hurriyet .

Toenemende druk van vluchtelingen

Waar de Turkse grens lang een doorgang vormde voor Syrische rebellen en buitenlandse Syriëstrijders, zet Turkije vandaag in op meer grensbewaking. Dat moet de “import” van Syrische extremisten tegenhouden en het vertrek van eigen Syriëstrijders, geschat op vierhonderd, indijken. Maar het grensgebied is zeer groot, zegt Bicacki.

In Istanboel stijgen de sociale spanning en het aantal demonstraties tegen vluchtelingen uit Syrië.

‘De aanschaf van grensbewakingstechnologie voor dat gebied betekent een enorme investering. Bovendien wil Turkije zijn grens openstellen voor Syrische vluchtelingen, geschat op 500.000 maar volgens mijn bescheiden mening minstens het drievoud. Dat legt enorme druk op de Turkse samenleving. Zeker in influxsteden als Istanboel stijgen de sociale spanning en het aantal demonstraties tegen de vluchtelingen.’

‘De eigen bevolking vindt het niet kunnen dat een aantal Turkse ziekenhuizen voorrang geven aan Syrische vluchtelingen, waaronder ook rebellen. Het onderhoud van de vluchtelingenkampen is wel voor rekening van de staatskas. Bovendien staat de woonmarkt onder druk, met enorme stijgingen van de vastgoedprijzen als gevolg. Dat wordt uiteraard niet in dank afgenomen door de lokale bevolking. En vergeet ook niet dat het sluiten van de grenzen ook gevolgen heeft voor export en import van olie, illegaal of niet.’

Kostbare eenzaamheid

‘De IS is een uitwas van de frustraties na de westerse interventies in het Midden-Oosten in de jaren negentig.’

‘Turkijes grootste vergissing was steun aan de oppositie en meer radicale groepen’, zegt Bicacki. ‘Turkije was zo dom te denken dat het die groepen onder controle kon houden. De strategie, tegen de wil in van de internationale diplomatieke wereld, heeft niet gewerkt. Gevolg: we bevinden ons vandaag in een positie van isolement. Wat helaas vertaald wordt door Ankara als “kostbare eenzaamheid”, de prijs die Turkije betaalt voor zijn strategische buitenlandpolitiek.’

Maar zover als zeggen dat Turkije de IS mee heeft vormgegeven, wil Bicacki niet. ‘We hebben bijgedragen, maar laat ons niet naïef zijn: in de eerste plaats Assad, maar ook het Westen dragen een grote verantwoordelijkheid. De IS is een uitwas van de frustraties na de westerse interventies in het Midden-Oosten in de jaren negentig, nog eens gevoed door een uitzichtloos Israëlisch-Palestijns conflict.’

 

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.