Wapens of windmolens, datacentra of defensie?
Waar het geld van de wereld naartoe vloeit

Bezoekers kijken naar een tank van Hanwha tijdens de International Defence Industry Exhibition in Polen in 2024
© Reuters / Dominika Zarzycka

Bezoekers kijken naar een tank van Hanwha tijdens de International Defence Industry Exhibition in Polen in 2024
© Reuters / Dominika Zarzycka
Waaraan besteedt de mensheid haar geld? En vooral: waarin investeert ze het geld dat ze niet meteen gebruikt voor consumptie?
Heel veel mensen, zeker in de lage-inkomenslanden, besteden een groot deel van hun inkomen aan het kopen van voedsel. Ook kledij, transport of huisvesting nemen grote happen uit de budgetten van miljarden mensen. Daarnaast zijn onderwijs en gezondheidszorg belangrijke uitgaven, die al meer weg hebben van investeringen: geld dat samenlevingen en burgers opzijzetten voor scholing en gezondheid. Volgens de Wereldbank wordt 4 tot 5% van het mondiale inkomen aan onderwijs besteed, waarbij veel rijkere landen daar een groter deel van hun inkomen aan geven en armere landen doorgaans wat minder.
Alles bij elkaar gaat het op wereldvlak om zo’n 5000 miljard euro. Gezondheidszorg neemt volgens de Wereldbank en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), meer dan 9% van het mondiale inkomen op, met opnieuw grote verschillen tussen landen en rijke landen die vaak verhoudingsgewijs wat meer besteden. Op mondiaal niveau spreek je over om en bij de 10.000 miljard euro.

Klimaatverandering
Onderwijs en zorg zijn sinds de 20ste eeuw vaste waarden, die weliswaar beïnvloed worden door uitzonderlijke gebeurtenissen als een pandemie of een oorlog maar verder gewoon doorlopen. De klimaatverandering is daarentegen een relatief nieuwe uitdaging. Ze dwingt ons tot grote investeringen, om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en ons aan te passen aan meer droogtes, overstromingen, orkanen of hittegolven en aan alles wat dit voor mensen zal betekenen of al betekent.
De transitie van onze energievoorziening, van fossiel naar hernieuwbaar, is tot nu toe veruit de belangrijkste klimaatinvestering, die dramatische opwarming moet voorkomen. Fossiele energie stond de voorbije tweehonderd jaar centraal in de industrialisering en modernisering, en daar moet nu een einde aan komen. Volgens het rapport World Energy Investment 2025 van het Internationaal Energieagentschap (IEA) investeerde de mensheid in 2024 1924 miljard euro in die energietransitie.

Dat bedrag bestrijkt een breed domein: de productie van hernieuwbare energie, energie-efficiëntie (zoals betere isolatie van woningen), kernenergie (60 miljard euro), elektrificatie van allerlei processen en de aanpassing van het distributienet aan dat alles. Daartegenover staan de investeringen in fossiele energie, die in 2024 nog altijd 950 miljard euro bedroegen.
Voor adaptatie, de investeringen die nodig zijn om samenlevingen voor te bereiden en aan te passen aan de gevolgen van de klimaatverandering, bestaan minder goede cijfers, zeker niet op wereldniveau. De uitgaven hiervoor liggen lager dan die voor de energietransitie, onder meer omdat de financiële rendabiliteit ervan op korte termijn lager is.
Zowel China als India besteden een groter deel van hun inkomen aan de energietransitie dan de VS of de Europese Unie.
Als we de temperatuurstijging willen beperken tot 1,5 of 2 graden Celsius, zoals het klimaatakkoord van Parijs vooropstelt, is volgens het VN-milieuprogramma per jaar 10.000 miljard euro aan klimaatinvesteringen nodig. Dat is 10% van het globale inkomen, en daar staan we ver van. In China namen de uitgaven de voorbije jaren enorm toe: de helft van alle zonnepanelen en windmolens werd daar geïnstalleerd. In de rijke landen lijken de uitgaven zich te stabiliseren op het huidige niveau.
Intussen zijn schone technologieën zoals zon en wind veel goedkoper geworden, en soms zijn ze de goedkoopste optie. Toch hangt de mate waarin landen investeren in de energietransitie ook af van politieke keuzes. Lage-inkomenslanden hebben meestal te weinig spaarmiddelen om veel te investeren in de energietransitie. Voor hen bepaalt de toegang tot internationaal geld, met onder meer het rentetarief, wat mogelijk is.
Het IEA stelt vast dat daardoor de meeste ontwikkelingslanden sterk ondervertegenwoordigd zijn in de energietransitie: de investeringen liggen er veel lager als je ze afzet tegenover het bevolkingscijfer, met Afrika onderaan het lijstje. Afrika realiseert 2% van de investeringen in de energietransitie terwijl het 20% van de wereldbevolking telt. China en India besteden een groter deel van hun inkomen aan de energietransitie dan de VS of de EU.
De relatief hoge investeringen in de energietransitie in de VS in 2024 hingen samen met het stimulerende beleid van toenmalig president Joe Biden. Zijn opvolger, Trump, bouwt dat beleid af en subsidieert de fossiele industrie. Dat kan ertoe leiden dat de globale klimaatinvesteringen niet meer toenemen, of minder.
Meer geld naar defensie
De voorbije jaren gingen de mondiale uitgaven voor defensie sterk de hoogte in. In 2024 stegen de wereldwijde defensie-uitgaven volgens het Stockholm Instituut voor Internationaal Vredesonderzoek (SIPRI) met meer dan 9% naar 2353 miljard euro. Dat is de sterkste stijging sinds 1988. In 2015 lagen de uitgaven nog onder de 1650 miljard euro, de voorbije tien jaar groeiden de defensiebudgetten dus met bijna 40%. In dezelfde periode verdubbelden de investeringen in de energietransitie haast van 1040 miljard euro tot de huidige 1924 miljard euro.
De buitenlandse investeringen in de digitale economie concentreren zich bij de ontwikkelingslanden in een beperkt aantal landen: India, Maleisië, Brazilië, Vietnam.
Het is interessant de uitgaven voor de energietransitie en defensie met elkaar te vergelijken. China investeert meer dan twee keer zoveel in zijn energietransitie als in landsverdediging. Ook India besteedt meer aan de energietransitie dan aan bewapening.
De VS investeren meer dan twee keer zoveel in defensie als in de transitie, en die tendens zal zich onder Trump nog versterken. Het Midden-Oosten besteedt drie keer zoveel aan wapens als aan de energietransitie. Rusland besteedde vorig jaar en de voorbije jaren heel weinig aan de energietransitie en heel veel aan zijn oorlogseconomie.
De EU besteedde – verbazend genoeg voor een zelfverklaarde klimaatleider – in 2024 haast evenveel aan defensie als aan de energietransitie. De EU-bewapeningsuitgaven stegen tussen 2021 en 2024 met 30%. Met de geplande toename van de defensiebudgetten van de NAVO-lidstaten naar 5% van hun inkomen zal de EU opschuiven in de richting van de VS, Rusland en het Midden-Oosten.

Dat bedrag bestrijkt een breed domein: de productie van hernieuwbare energie, energie-efficiëntie (zoals betere isolatie van woningen), kernenergie (60 miljard euro), elektrificatie van allerlei processen en de aanpassing van het distributienet aan dat alles. Daartegenover staan de investeringen in fossiele energie, die in 2024 nog altijd 950 miljard euro bedroegen.
Voor adaptatie, de investeringen die nodig zijn om samenlevingen voor te bereiden en aan te passen aan de gevolgen van de klimaatverandering, bestaan minder goede cijfers, zeker niet op wereldniveau. De uitgaven hiervoor liggen lager dan die voor de energietransitie, onder meer omdat de financiële rendabiliteit ervan op korte termijn lager is.
Zowel China als India besteden een groter deel van hun inkomen aan de energietransitie dan de VS of de Europese Unie.
Als we de temperatuurstijging willen beperken tot 1,5 of 2 graden Celsius, zoals het klimaatakkoord van Parijs vooropstelt, is volgens het VN-milieuprogramma per jaar 10.000 miljard euro aan klimaatinvesteringen nodig. Dat is 10% van het globale inkomen, en daar staan we ver van. In China namen de uitgaven de voorbije jaren enorm toe: de helft van alle zonnepanelen en windmolens werd daar geïnstalleerd. In de rijke landen lijken de uitgaven zich te stabiliseren op het huidige niveau.
Intussen zijn schone technologieën zoals zon en wind veel goedkoper geworden, en soms zijn ze de goedkoopste optie. Toch hangt de mate waarin landen investeren in de energietransitie ook af van politieke keuzes. Lage-inkomenslanden hebben meestal te weinig spaarmiddelen om veel te investeren in de energietransitie. Voor hen bepaalt de toegang tot internationaal geld, met onder meer het rentetarief, wat mogelijk is.
Het IEA stelt vast dat daardoor de meeste ontwikkelingslanden sterk ondervertegenwoordigd zijn in de energietransitie: de investeringen liggen er veel lager als je ze afzet tegenover het bevolkingscijfer, met Afrika onderaan het lijstje. Afrika realiseert 2% van de investeringen in de energietransitie terwijl het 20% van de wereldbevolking telt. China en India besteden een groter deel van hun inkomen aan de energietransitie dan de VS of de EU.
De relatief hoge investeringen in de energietransitie in de VS in 2024 hingen samen met het stimulerende beleid van toenmalig president Joe Biden. Zijn opvolger, Trump, bouwt dat beleid af en subsidieert de fossiele industrie. Dat kan ertoe leiden dat de globale klimaatinvesteringen niet meer toenemen, of minder.
Meer geld naar defensie
De voorbije jaren gingen de mondiale uitgaven voor defensie sterk de hoogte in. In 2024 stegen de wereldwijde defensie-uitgaven volgens het Stockholm Instituut voor Internationaal Vredesonderzoek (SIPRI) met meer dan 9% naar 2353 miljard euro. Dat is de sterkste stijging sinds 1988. In 2015 lagen de uitgaven nog onder de 1650 miljard euro, de voorbije tien jaar groeiden de defensiebudgetten dus met bijna 40%. In dezelfde periode verdubbelden de investeringen in de energietransitie haast van 1040 miljard euro tot de huidige 1924 miljard euro.
De buitenlandse investeringen in de digitale economie concentreren zich bij de ontwikkelingslanden in een beperkt aantal landen: India, Maleisië, Brazilië, Vietnam.
Het is interessant de uitgaven voor de energietransitie en defensie met elkaar te vergelijken. China investeert meer dan twee keer zoveel in zijn energietransitie als in landsverdediging. Ook India besteedt meer aan de energietransitie dan aan bewapening.
De VS investeren meer dan twee keer zoveel in defensie als in de transitie, en die tendens zal zich onder Trump nog versterken. Het Midden-Oosten besteedt drie keer zoveel aan wapens als aan de energietransitie. Rusland besteedde vorig jaar en de voorbije jaren heel weinig aan de energietransitie en heel veel aan zijn oorlogseconomie.
De EU besteedde – verbazend genoeg voor een zelfverklaarde klimaatleider – in 2024 haast evenveel aan defensie als aan de energietransitie. De EU-bewapeningsuitgaven stegen tussen 2021 en 2024 met 30%. Met de geplande toename van de defensiebudgetten van de NAVO-lidstaten naar 5% van hun inkomen zal de EU opschuiven in de richting van de VS, Rusland en het Midden-Oosten.

Buitenlandse investeringen in de digitale economie bedroegen volgens het World Investment Report in 2024 122 miljard dollar. Bij de ontwikkelingslanden concentreren die investeringen zich in een beperkt aantal landen zoals India, Maleisië, Brazilië of Vietnam. De sector kent een grote mate van concentratie, met een beperkt aantal gigantische bedrijven in vooral de VS en China (Tencent, Alibaba).
Volgens cijfers van de Internationale Unie voor Telecommunicatie gebruikt in de minst ontwikkelde landen maar 35% van de bevolking internet. Slechts 66% heeft er een mobiele telefoon. De groeispurt van AI zit erg geconcentreerd in een beperkt aantal landen en bedrijven en dreigt de digitale kloof tussen rijke landen en lage-inkomenslanden te vergroten.
Er zijn geen cijfers over de wereldwijde investeringen in de digitale economie in brede zin, maar het lijdt weinig twijfel dat die van eenzelfde grootteorde zijn als die voor de energietransitie en defensie. Zo bedroegen de investeringen in telecom volgens consultant PWC in zijn Global Telecom Outlook 2024-2028 vorig jaar 258 miljard euro. De boom van AI en de geopolitieke competitie leidden vorig jaar ook tot 100 miljard euro aan investeringen in de productie van chips. En dan zijn er uiteraard nog de massale investeringen om de productie van goederen, diensten en voedsel te digitaliseren.
Ontwikkelingssamenwerking
In het licht van voorgaande bedragen waren de bestedingen in officiële ontwikkelingssamenwerking altijd al bescheiden en ze lijken nog te krimpen. In 2023 haalden die een piek van 201 miljard euro. Sindsdien gaat het bergaf, met nog 185 miljard euro in 2024 en dit jaar een verdere daling die volgens de OESO tussen de 9 en 17% kan bedragen. Dat zou zich vertalen in een daling tussen 16 en 28% van de ontwikkelingssteun aan Afrikaanse landen.
VS zuigen geld aan
Er waren in 2024 wereldwijd in totaal voor 1316 miljard euro aan buitenlandse investeringen. Meer dan een derde daarvan, 520 miljard, ging naar Azië. Noord-Amerika trok 294 miljard euro aan, tegen 189 miljard voor het continent Europa (in 2023 was dat nog 346 miljard). Latijns-Amerika zag 140 miljard euro aan inkomende investeringen en Afrika 83 miljard euro. Als je de berekening per hoofd van de bevolking maakt, volgt Afrika op grote afstand van de andere werelddelen. De VS steken er dan weer met kop en schouders boven uit, met veruit de meeste inkomende investeringen van alle werelddelen.
Ook de beleggingswereld wordt naar de VS gezogen. In 1980 was de Amerikaanse beurs goed voor de helft van alle andere beurzen, nu is ze haast twee keer zo groot als alle andere beurzen samen. Een beperkt aantal techreuzen domineert de Amerikaanse beurs – Nvidia en Microsoft hebben nu een beurswaarde van 4000 miljard dollar – ze beschikken over enorme kapitalen die ze momenteel massaal investeren in AI.
De VS krijgen, als centrum van de financiële wereld, relatief goedkoop toegang tot geldmiddelen. Dat geldt ook voor de Amerikaanse staat. Die torst nu liefst 36.000 miljard dollar aan schulden. 8000 miljard daarvan wordt gefinancierd vanuit het buitenland, met Japan, China en het Verenigd Koninkrijk als de drie topfinanciers.
Martin Wolf, hoofdeconoom van de Financial Times, vroeg zich onlangs af of het een goede zaak is dat landen met grote spaaroverschotten die ter beschikking stellen aan de regering van het rijkste land ter wereld. ‘Het is een falen van de globalisering dat de spaaroverschotten op deze manier verspild worden in plaats van productief geïnvesteerd te worden in vooral de armste landen.’
Er rijst twijfel of de VS deze voordelige positie kunnen behouden. De staatsschulden lopen op en president Trump gedraagt zich onvoorspelbaar. Dat knaagt aan de waarde van de dollar. Op de zogenaamde liberation day begin april, toen Trump de handelstarieven sterk optrok, begon de internationale geldmarkt een hogere rente te vragen voor leningen aan de VS. Meer landen bouwden hun dollarreserves wat af en kochten wat meer goud.
Vragen bij de toekomst
Al deze cijfers geven ons een idee welke wereld we aan het bouwen zijn en welke keuzes landen maken. Globaal genomen investeert de wereld vandaag meer in defensie dan in de energietransitie. De grote opkomende landen China en India gaan tegen die tendens in. Deze grote ontwikkelingslanden, die per hoofd van de bevolking nog altijd veel armer zijn dan de rijke landen, besteden een groter deel van hun inkomen aan hun energietransitie en dragen zo verhoudingsgewijs meer bij tot een stabieler klimaat, wat heel de wereld ten goede komt.
De VS investeren meer dan dubbel zoveel in wapens als in de energietransitie. Ook de EU besteedt al meer aan wapens dan aan windmolens. Hoever zal die, onder invloed van Trump, in de Amerikaanse richting opschuiven de komende jaren? De bewapeningswedloop zelf heeft overigens een zware koolstofvoetafdruk, omdat ze de productie van staal en cement de hoogte in jaagt.
De lancering van ChatGPT zette een wedloop in gang naar een soort AI die steunt op massaal veel data en rekenvermogen én goedkope arbeid uit het Globale Zuiden. Die keuze werd genomen door een beperkt aantal bedrijfsleiders in de VS. Dat toont de Amerikaanse journaliste Karen Hao overtuigend aan in haar boek Empire of AI. AI draait zeker om macht en geld voor die bedrijven. Maar er is ook een veiligheidsdimensie, want AI zal een toenemende rol spelen in defensie. Hoewel geclaimd wordt dat AI het klimaatprobleem zal oplossen, lijkt in de praktijk het omgekeerde bezig.
Moderne AI-modellen hebben zo immens veel elektriciteit nodig – in 2030 zou ze 8% van de globale stroomconsumptie vereisen – dat ze de voor het klimaat dringende elektrificatie van andere industrieën zoals staal of chemie in de weg staat. Bovendien zal een deel van die nood aan elektriciteit gelenigd worden met fossiele energie, ook al doen techbedrijven hun best om hun stroomverbruik af te dekken met schone-energiekredieten.
Het afbouwen van de officiële ontwikkelingssamenwerking past in het beeld van een wereld waarin de rijke landen meer investeren in wapens en in AI dan in de zorg voor de planeet, die in de eerste plaats de kwetsbaarsten moet beschermen tegen de gevolgen van de klimaatcrisis.
Deze analyse werd geschreven voor MO*157, het herfstnummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.
Word proMO*
Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.
Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.
Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.
Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.
Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief
Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.
Per maand
€4,60
Betaal maandelijks via domiciliëring.
Meest gekozen
Per jaar
€60
Betaal jaarlijks via domiciliëring.
Voor één jaar
€65
Betaal voor één jaar.
Ben je al proMO*
Log dan hier in